Kijken met je lichaam

Susan Hol • 4 mrt 2011

Ooit zin gehad om in een museum de klodders opgedroogde verf van een schilderij aan te raken? Of met je hand over de contouren van een beeld te strijken? Neem de pindakaasvloer van Wim T. Schippers die nu in Boijmans is te zien … daar wil je toch minimaal een vinger in steken? Nee, toeschouwer, kijken doe je met je ogen, niet met je handen!

Je kunt een kunstwerk natuurlijk intellectueel onderzoeken. Je staat bijvoorbeeld – letterlijk en/of figuurlijk – peinzend stil bij de vorm van een beeld, de compositie van een schilderij of het materiaalgebruik van een installatie. Je brein speelt dan de hoofdrol bij het kijken naar kunst. Je onderzoekt wat je ziet en denkt.

Maar je kunt ook kijken met je lichaam, in die zin dat je je bewust bent of wordt van je lichamelijke en daarmee zintuiglijke aanwezigheid in de nabijheid van een kunstwerk. Of je nou voor een schilderij staat, om een beeld heen loopt of in Cell XXVI van Louise Bourgeois stapt: het doet iets met je, je wordt op een bepaalde manier geraakt. Er vindt als het ware een ontmoeting plaats tussen jou en het kunstwerk. Het is alleen een vreemde ontmoeting met een merkwaardig gevormd iets. Immers, het kunstwerk is geen menselijk wezen, dus van interactie zal (meestal) geen sprake zijn. Juist doordat het een vreemde ontmoeting is gebeurt er iets met jou als toeschouwer.

In eerste instantie heb je meestal de neiging om alles wat je ziet in te passen in dat wat je al eerder hebt gezien, wat je al weet en kent. Past het, dan kun je een moment van herkenning hebben (hé, dat is dat huilende zigeunermeisje dat bij tante Alie aan de muur hangt) of je loopt gerustgesteld verder zonder er verder aandacht aan te besteden. Het is ook mogelijk dat je het niet opmerkt, zoals de waterkoker in je keuken je niet opvalt omdat je die elke dag gebruikt zonder er bewust naar te kijken.

040311 2 smallPast dat wat je ziet niet in wat je weet en kent, dan brengt het iets teweeg, het schudt aan je vertrouwde bekende wereld, je gevoel verlaat de comfortzone en je wordt je bewust van jezelf, anderen en je ervaringen tot dan toe. Als je bijvoorbeeld voor een van de lichaamsbeelden van Louise Bourgeois staat, zul je het (on)bewust vergelijken met je eigen lichaamsvormen en met lichaamsvormen die je in je leven om je heen hebt gezien. De beelden van Bourgeois lijken niet op iets uit de realiteit, maar zijn toch herkenbaar als lichamen en zetten je daarom aan tot actiever kijken, tot kijken wat er nu eigenlijk precies in die voorstelling gebeurt. De ‘onaffe’ beelden rammelen aan je gevestigde ideeën, bijvoorbeeld over wat hoort en niet hoort of hoe lichamen er moeten uitzien. Ze zetten je aan om actiever naar de werkelijkheid te kijken, om je omgeving weer eens met een ‘open blik’ tegemoet te treden in plaats van er geeuwend aan voorbij te lopen.

De neiging om kunstwerken aan te raken is een willen weten, voelen, ervaren of – bijvoorbeeld - de contouren van een beeld net zo voelen als een werkelijk lichaam. Juist kunst, die immers de nieuwsgierigheid aanwakkert, moet je letterlijk kunnen aanraken om het helemaal te kunnen beleven. Ik stem voor een museum waar je een blinddoek om geknoopt krijgt en alles eerst moet voelen en horen, en pas daarna mag je die blinddoek afrukken om het tot slot met je ogen te bekijken.

Susan Hol is redacteur, schrijver en filosoof (www.susanhol.nl).

De foto's zijn gemaakt door Susan Hol met toestemming van het Haags gemeentemuseum.

Dit blog is het vierde deel in een serie n.a.v. de lezingencyclus De rol van de vrouw in de kunst in het Gemeentemuseum van Den Haag. Lees ook: Fallus als fillette en Getroebleerd leven en Kunstgeschiedenis als gatenkaas.