De vrouwenhumor van Toren C

STERK...lacht

Garjan Sterk • 1 dec 2008

Je hebt natuurlijk Sara Kroos, Brigitte Kaandorp, Lenette van Dongen, Sanne Wallis de Vries en Claudia de Breij, maar toch: vrouwen en humor, daar is iets mee.

Kijk op de site van de Comedytrain: er zijn 44 comedians verbonden aan de Comedytrain, waaronder vier vrouwen. Dat maakt vrouwen een echte minderheid, want het aantal allochtone comedians bij de Comedytrain is negen. Één daarvan is ook vrouw, waaruit nog weer eens blijkt dat allochtonen niet altijd achterlopen op autochtonen.

Comédienne Soula Notos schreef het in juni 2006 al in een LOVER-column: humor in Nederland heeft een sekse. Mannenhumor is de norm. Vrouwenhumor wordt vaak weggezet als 'saai en voorspelbaar', vooral als het gaat over zaken waarin vrouwen zich herkennen, zoals menstruatieklachten en moederschap. Maakt Sara Kroos harde grappen over haar 'tieten' en het gebruik van inlegkruisjes, ja, dan heeft ze mannenhumor. Maar gaat het er nog grover aan toe, dan is een vrouwelijke cabaretier juist weer ordinair.

Soula pleit voor een onderscheid op kwaliteit. 'Zij lacht. Of niet. Hij lacht. Of niet. Punt.' En ik ben het met haar eens: ik lach of ik lach niet. Maar toch is dat niet het hele verhaal.

Dit najaar zond de VPRO Toren C uit, een comedyserie geschreven en gespeeld door Maike Meijer en Margôt Ros. Meijer en Ros spelen met conventies en het ongepaste. In hun sketches vergroten zij de ideeën en gedachten uit die we allemaal wel eens hebben en onmiddellijk verdringen. Bij de altijd vrolijke 'übermoeder' Els, die een mallotige karaoke-act opvoert op de personeelsborrel, gaan vanzelf je tenen krommen; te gênant voor woorden. Tegelijkertijd klinkt een corrigerend stemmetje in het achterhoofd: 'Is toch juist leuk, dat ze zich zo durft te uiten en ook eens een pretje heeft tussen al die borstvoeding door?' Of ze tonen ons geërgerd verzet tegen de ergonomisch verantwoorde, maar weinig comfortabele zitbal. In een sketch wordt die de gang opgegooid, ten gunste van een gewone bureaustoel: sodemieter op met je arbo-dienst!

Maar Meijer en Ros gaan verder en maken ook grappen over keurige kantoordames die scheten laten in de lift en vieze mannetjes die, omwille van hun seksuele gerief, pubermeisjes vragen om te doen alsof ze paardrijden. In hun expliciteit overschrijden Meijer en Ros de geconstrueerde grens tussen mannen- en vrouwenhumor, maar zonder koket te doen.

Meijer en Ros zijn niet 'stout'. Toch is het voor een aantal scènes relevant dat zij vrouw zijn. Neem de volgende sketch. Een vrouw is alleen in een kantoor. Ze stopt haar mobieltje in haar slipje en belt vervolgens, met de vaste telefoon op het bureau, haar eigen nummer. Het mobieltje staat op trilstand en ze zakt genietend onderuit op haar bureaustoel. Deze scène is grappig, omdat hier een heimelijk idee concreet wordt gemaakt. Masturberen met een mobieltje, het is bizar, maar de associatie is herkenbaar. Want wie heeft er bij een trillend mobieltje nog nooit gedacht aan een vibrator?

We worden geconfronteerd met ons minst flatteuze zelf, en kunnen niet anders dan lachen om onze eigen vulgariteit. Het feit dat de scène is ontwikkeld door vrouwen, vind ik hier echter van groot belang. Stel je voor dat een man dat telefoontje bij die vrouw in de onderbroek had gestopt: dan had ik waarschijnlijk niet moeten lachen. Grappen van mannen over vrouwen die masturberen gaan meestal niet over seksueel plezier of bizarre ongepastheid. Al te vaak zijn het grappen over sneue vrouwtjes die genoegen moeten nemen met derderangs seks. Soms is dat leuk, maar uiteindelijk behoren ze tot de categorie grappen die gemaakt worden ten koste van een bepaalde groep.

Ros en Meijer maken vooral grappen over zichzelf, over vrouwen en – en passant – ook over de sekse van humor. Het is tenslotte niet voor niks dat de vrouwelijke beveiligers zich verkleden als man; zonder die plaksnor zouden de moppen die ze tappen alleen maar plat en oubollig zijn. Nu kunnen we lachen om de oubolligheid van de mannen die dit soort moppen vertellen en tegelijkertijd om onszelf. Want eigenlijk zouden wij ook wel eens ongegeneerd en zonder zelfspot een mop over domme blondjes willen vertellen. Maar ja, zo zijn we niet opgevoed. 

Garjan Sterk, media-onderzoeker bij Mira Media, kijkt zowel professioneel als privé graag televisie. Elk kwartaal schrijft zij over de indrukken die zij al buizend opdoet.