GEEN FEMINISTISCH MANIFEST

Charlotte Roches nieuwe roman toont niet de oplossing maar het probleem

• 8 dec 2011

In 2008 debuteerde Charlotte Roche met Vochtige streken (2008, Arbeiderspers), een roman vol taboes over hygiëne en seks. Haar nieuwe boek Schootgebed (2011, Arbeiderspers) is een gevoeligere roman, maar even omstreden. De meeste recensenten zijn te spreken over de literaire kwaliteit, maar Roche weet daarnaast nog steeds te shockeren. Verwacht echter geen feministisch manifest, maar een verhaal over het alledaagse leven van een vrouw.

Deze keer stelt Roche de lezer voor aan Elisabeth Kiel. 33, getrouwd met een man van 56, moeder van een dochter van 6. Omdat liefde en lust niet van elkaar te scheiden zijn, gaat Kiel elk mogelijk seksueel avontuur met haar man aan. Daarnaast gaat ze drie keer per dag naar een psychoanalytica, probeert de beste moeder te zijn, de beste vriendin voor haar ex-vriend – de biologische vader van haar kind- en de beste rouwende zus voor haar drie broers. Die zijn omgekomen bij een auto-ongeluk op weg naar haar bruiloft. Deze gebeurtenis en de daaropvolgende chantagepogingen van een krant hebben Kiel getraumatiseerd. Ze breekt met haar manipulatieve ouders en hoopt eindelijk zo normaal mogelijk te worden. Om haar man en haar dochter gelukkig te maken. Zo gelukkig, dat ze haar niet meer nodig hebben en Kiel zelfmoord kan plegen.

Net als in Feuchtgebiete is de ophef over de roman groot. Neem bijvoorbeeld de Duitse feministe Alice Schwarzer. Zij beschuldigt Roche ervan dat ze een boek heeft geschreven waarin de twee vrouwelijke personages – de hoofdpersoon Elizabeth Kiel en haar moeder – een verkeerd beeld neerzetten van een geëmancipeerde vrouw. Roche zet in haar nieuwe roman een beeld neer van vrouwen die elk plezier aan seks zijn ontnomen door hun feministische, männerhassende attitude en opvoeding. Alice Schwarzer stelt dat Roche met haar roman lijkt te beweren dat het feminisme het plezier uit de (heteroseksuele) vrouwelijke seksualiteit heeft gehaald.

In haar open brief “Hallo Charlotte” vertaalt Schwarzer het personage Kiel één op één naar de schrijfster zelf. Roche/Kiel herhaalt volgens Schwarzer dezelfde fout als haar moeder en grootmoeder. Na wat onenigheden kiezen ze elk voor een ander extreem. Een gedwongen feministische houding staat tegenover een ouderwets burgerlijk ideaal. Roches roman is dan ook een bedreiging van het hedendaagse feminisme, aldus Schwarzer. Kiel ontrekt zich namelijk van deze idealen om haar dochter het maatschappelijke ideaal van de veilige core family te kunnen bieden: de saaiheid van het burgerlijk bestaan als ideale kinderjaren.

Kiel is zich van deze basale behoefte evenzo bewust als van het feit dat louter haar vadercomplex de relatie tot haar man mogelijk maakt. Aanzienlijk ouder dan zij, heeft hij haar en haar dochter ‘opgevangen’ na een ernstig ongeluk. Hij biedt haar emotionele zekerheid maar ook vervanging voor haar vader met wie ze het contact heeft verbroken. Kiel heeft een pijnlijke running gag met hem: van alle gekheden mag haar therapeute haar genezen, maar niet van het vadercomplex. Kiel ziet traditionele heteroseksualiteit namelijk als voorwaarde voor een gelukkige jeugd. Dat heteroseksualiteit noch traditie garant staan voor veiligheid vergeet ze voor het gemak. Het is voor haar belangrijker de fouten van haar ouders niet te herhalen.

Deze angst toont niet alleen een generatiekloof tussen verschillende feministische houdingen. Roche laat met haar roman duidelijk zien dat ze tweede-golf-feministen verwijt een hele generatie vrouwen niet te hebben bevrijd maar juist opgesloten. Schwarzer voelt zich daarom bedrogen door haar voormalige ‘vriendin’ Roche, voor wie ze ooit een heldin was, een opvoedster. Roche vindt die houding belachelijk zegt ze in een interview in de Stern, ze is immers niet Kiel, ze wilde ook geen feministisch manifest schrijven, noch zijn ze ooit vrienden geweest.

Schwarzer heeft gelijk als ze in haar brief tegen Roche zegt: “du hast nicht die Lösung, du hast das Problem“. Maar anders dan Schwarzer, pretendeert Roche ook niet een oplossing te hebben. Sterker nog, met haar roman lijkt ze Schwarzer haast te willen vragen, of zij, na al die jaren, wel een oplossing kan bieden. In die suggestie ligt vooralsnog een tijdloze kwestie waar veel mainstream-feministen niet meer aan durven komen. Het is een wezenlijk dilemma van het feminisme: als we de oplossing van het heteroseksuele, burgerlijke probleem van vrouwelijkheid hebben bereikt, is feminisme haar bestaansrecht als representant van vrouwen kwijt. Schootgebed is een moedige roman. Niet alleen vanwege de autobiografische elementen, of de besproken taboes maar ook omdat de roman laat zien dat het verhaal van de moderne, geëmancipeerde vrouw nog steeds dilemma’s kent waar ook feministen niet direct een antwoord op hebben.