De kracht van uitbundigheid

Feestvieren als politieke strategie

Manu Bühring • 1 dec 2008

LOVER wordt deze maand 35. Geen jubileum dat traditie-getrouw wordt gevierd. Toch grijpen wij het aan voor een extra feestelijk nummer. Het is voor ons een beetje dansen op de vulkaan, want in deze donkere economische tijden is ook onze financiële positie nijpend. Maar is feestvieren geen effectiever strijdmiddel dan huilen en tieren?

Beeld: Lydia Daniller and Danielle Barnett

Het is een spagaat die we wel vaker zien in de feministische beweging. Die staat niet bepaald bekend om haar uitbundige feesten die je niet mag missen. En dat terwijl we een eigen, internationale feestdag hebben op 8 maart. Er gebeurt van alles op die dag; in het hele land organiseren vrouwenorganisaties bijeenkomsten. Maar de ene bijeenkomst is nog serieuzer dan de andere.

Feestvieren, dat wil zeggen uitbundig swingen, lachen, zingen en vrolijk zijn, is bijna altijd ondergeschikt aan het politieke debat. Daarom staan de 8-maartfeesten ook niet bekend als cool & groovy. Vooral jonge vrouwen voelen zich er niet door aangesproken. Feestvieren is blijkbaar nog een hele kunst voor vrouwen. Maar ja, er valt ook weinig te vieren als het gaat over seksueel geweld, het glazen plafond en homofobie. Of als het gaat om het voortbestaan van het enige écht feministische tijdschrift van Nederland, dat ondanks haar respectabele leeftijd van 35 jaar nog steeds financieel niet op eigen benen kan staan.

Een waarlijk groots en uitbundig feest vereist het nodige lef en zelfvertrouwen. Dat weet ik uit eigen ervaring. Een paar jaar terug nodigde ik uit voor een housewarming. De uitnodiging stuurde ik lang van tevoren. Iedereen mocht komen wanneer die zelf wilde, niemand hoefde zich aan te melden, je hoefde niets mee te nemen. Uiteindelijk kwamen er drie mensen. Wat een vreselijke afgang was dat. Mijn uitnodiging was veel te vrijblijvend. Ik eiste niets: geen tijd, geen cadeau, geen toezeggingen. Met bescheidenheid en vrijblijvendheid kun je geen bruisend feest vieren. Dat was duidelijk. En omgekeerd geldt hetzelfde: wie groots en uitbundig feest viert straalt zelfvertrouwen en soms ook macht uit. De boodschap is: Kijk mij eens! Ik mág en ik dúrf te feesten.

Ajax
Een feest vereist dus lef. En wie heeft het meeste lef in onze samenleving? Wie viert er én vaak én luidruchtig én duur feest? Precies. Witte, heteroseksuele mannen. Vaak valt dat helemaal niet zo op. Heel Amsterdam ligt plat als Ajax de UEFA Cup wint. De burgemeester veegt zijn agenda vrij en de stad verwelkomt de voetbalhelden met luid gejuich. Iedereen viert feest, man en vrouw, jong en oud. Ook als het nationale elftal wint staat heel Nederland op z’n kop. Maar als het Nederlandse vrouwenteam heeft gewonnen, mogen ze al blij zijn als de kranten een overwinning überhaupt vermelden, op pagina 5.
Wie wanneer en waarom een feest mag vieren, blijkt aan onzichtbare regels onderworpen. Want wie heeft wel eens gehoord van prostituees die de Beurs van Berlage in Amsterdam afhuren om ‘het oudste beroep ter wereld’ te vieren? Of van asielzoekers die een feesttent op het Neude in Utrecht opzetten om te vieren dat ze nog leven? En durf jij je vriendinnen uit te nodigen voor koffie met taart na een geslaagde abortus?

De mogelijkheid om feest te vieren wordt begrensd door heersende ideeën over seksualiteit, etniciteit en gender. En juist daarom heeft feestvieren potentie als politieke strategie om de gevestigde orde uit te dagen.

Likeur & advocaat
Terug naar 8 maart. In de socialistische landen was Internationale Vrouwendag een officiële feestdag. Het politieke kader vermoeide de vrouwen met standaard toespraken, op crèches en basisscholen waren kinderen al weken van tevoren bezig cadeautjes voor Mama te knutselen en op de grote dag zelf werden de vrouwen overspoeld met beschilderde potten, gelijmde bloembossen, gehaakte pannenlappen en heel veel rode anjers. Beetje saai en heel voorspelbaar allemaal.
Maar dan, als het verplichte gedeelte achter de rug was, kwamen de vrouwen in werkkantines, kroegen en woonkamers bij elkaar om echt te feesten. Dan werd de likeur en advocaat op tafel gezet en vierden de vrouwen hún feest. Heel anders dan de staat dat had bedacht. Ze maakten plezier en lachten om de politiek en waren tegelijkertijd heel politiek bezig: feestvieren werd subversief. Op hun manier ondermijnden zij het gezag.
We zien het ook in de getekende roman Persepolis, waarin Marjani Satrapi beschrijft hoe de mensen in het Iran na de islamitische revolutie geheime feesten organiseerden, om één keer te ontvluchten aan het verstikkende toezicht van het regime. Een simpel feest op de vierde verdieping van een flatgebouw, met drank en muziek, wordt dan even uitdagend als een in het geheim gedrukt pamflet.

Een ander, in mijn ogen zeer geslaagd voorbeeld van feestvieren als strategie is The love art laboratory van seksartiest en voormalig pornoster Annie Sprinkle en haar partner Elizabeth M. Stephens. The Love Art Laboratory is een tegenreactie op oorlogsgeweld en de lobby tegen het homohuwelijk. Sprinkle en Stephens willen meer plezier, erotiek, tolerantie en liefde in de wereld brengen. Zij doen dat door te trouwen.
In 2005 trouwden Annie en Elizabeth voor het eerst met elkaar. Zij zullen in totaal zeven keer trouwen. Elk jaar staat in het teken van een kleur die een van de zeven chakra’s symboliseert. In 2008 trouwden zij in het groen, de kleur van het hartchakra.

Het zijn magnifieke feesten! Iedereen is welkom op de trouwerij/en, maar wie komt moet een (artistieke) bijdrage leveren die aansluit bij de uitgangspunten van The Love Art Laboratory en het chakra van het betreffende jaar. Het resultaat is een inspirerende performance waar alle gasten aan deelnemen.

Zeven keer opnieuw trouwen
The Love Art Laboratory is een meervoudige provocatie. Ten eerste omdat Sprinkle en Stehpens aankondigen zeven keer met elkaar te zullen trouwen. Dat is natuurlijk niet de bedoeling en schoffeert het christelijke model. Trouwen doe je maar één keer. Sprinkle en Stephens bevrijden trouwen van het institutionele karakter en halen het ritueel naar zich toe. Het huwelijk wordt persoonlijk en de focus ligt op het openlijk vieren van elkaars liefde.
De tweede provocatie is het huwelijk tussen twee vrouwen. In Nederland is het homohuwelijk sinds 2001 legaal, maar in de Verenigde Staten is het momenteel alleen in Massachusetts en Connecticut mogelijk een homohuwelijk te sluiten. En ook in Nederland is het homohuwelijk nog verre van alledaags.
De derde provocatie is gericht op de religieuze hegemonie inzake het huwelijk. Met de chakra’s voegen Sprinkle en Stephen andere rituelen aan het huwelijk toe.
En zo zetten zij feesten heel doelgericht in als politieke strategie om misstanden aan de kaak te stellen en dominante denkbeelden uit te dagen – juist door plezier en vreugde te tonen.

Maar het feestvieren gaat vrouwen niet altijd zo goed af als Sprinkle en haar echtgenote. In een poging om het recht op feesten op te eisen, organiseren vrouwen vaak women only-feesten. Dan zijn mannen niet gewenst. Zij worden buitengesloten om een veilige omgeving voor vrouwen te creëren, om eens een avond niet door dominant aapjesgedrag te worden lastiggevallen. Iedereen die wel eens een vrouwenfeest heeft bezocht weet dat dit – hoe gezellig soms ook – nou niet de meest uitbundige feesten ooit zijn. De avonden zijn ook berucht bij café-uitbaters vanwege de bedroevend lage drankomzet. En toen was daar ineens WOMEN Inc., een festival vol fun en ontmoeting. Door vele feministen aanvankelijk wat argwanend bekeken – waar was de inhoud, waar de politieke statements? Inmiddels blijkt het een vruchtbare strategie: wie groots uitpakt wordt serieus genomen.
Het vrolijke festival spreekt vrouwen van alle leeftijden en culturen aan, en heeft ondertussen met een schijnbeweging de discussie over de emancipatie van vrouwen weer wat prominenter op de politieke agenda gezet.
Wat we van WOMEN Inc. kunnen leren is dit: hoe groter hoe beter. Door simpelweg te feesten, de nadruk te leggen op plezier in plaats van alle ellende die je wilt bestrijden, ontwikkel je zelfbewustzijn en eis je letterlijk en mentaal de ruimte op.

Natuurlijk blijft het lastig voor feministen. Er is zoveel om je kwaad over te maken, dat een feestje soms maar verspilde energie lijkt. Maar vergis je niet. Een feest kan inspireren, provoceren, sterkt het zelfvertrouwen, initieert nieuwe netwerken en heeft bovendien een duidelijke politieke boodschap: wij zijn er ook nog! En dat is precies waarom LOVER haar 35-jarig jubileum met beide handen aangrijpt om feest te vieren!