Nedernorm

Monogamie als hoogste goed

Sophia • 4 dec 2011

Het spreken over seksualiteit als iets dat bevrijd is in de jaren zestig, doet het wel eens vergeten: ook nu heerst er in Nederland een dominante seksuele moraal. Het huwelijk is weliswaar meer een uitzonderlijk feestje dan regel geworden, maar de sixties hebben zeker niet alle seksuele normen weggevaagd. Dat monogamie als de randvoorwaarde voor enige serieuze relatie wordt beschouwd, maakt Sophia op uit de reacties op haar open relatie.

Het is zaterdagnacht. Een vriend van mij vraagt waarom ik geen werk heb gemaakt van mijn gewillige collega. ‘Ze was te dronken’, antwoord ik hem. Zijn vriend draait zich naar me om. ‘Je hebt toch een vriend?’ Ik knik. Verbaast kijkt hij naar mij. ‘Ik dacht dat jullie gelukkig waren.’ Ik zucht. Voor hem kan dat kennelijk niet samen gaan. Dagelijks word ik geconfronteerd met een wereld waarin monogamie als ‘normaal’ en vanzelfsprekend wordt gezien. Maar ik kan mij hier niet in vinden.

PAPLEPEL

Zo’n vijf jaar geleden ben ik de man tegengekomen waar ik, wat mij betreft, 89 mee word. In een kroeg in onze geboortestad werden we geïntroduceerd door een wederzijdse kennis. Van het één kwam het ander en binnen een half jaar stonden we samen onze verhuisdozen uit te pakken. Inmiddels zijn we vijf jaar bij elkaar en hebben we, ondanks de nodige diepe dalen, al een hele tijd geen twijfels meer. Toch ben ik heel erg vatbaar voor andere mensen. Dat is niet iets van de laatste tijd, dat ben ik altijd al geweest. Zolang ik me kan herinneren, word ik eens in de zoveel tijd tot over mijn oren verliefd op iemand anders.

Dat zoiets een keer kan gebeuren, wordt maatschappelijk steeds meer geaccepteerd. Maar verliefd worden op een ander binnen je relatie is geen goed teken. Althans, dat is wat ons met de spreekwoordelijke paplepel wordt ingegoten. Buitenechtelijke kriebels moeten niet te vaak voorkomen en je mag er vooral niks mee doen, want dat hoort niet. Als je dan toch een keer de grens overschrijdt, wordt dat meteen onder vreemdgaan geschaard. Dat hoeft niet per definitie het einde van je relatie te betekenen, maar er wordt wel verwacht dat je daarna keihard gaat werken om de oorzaak van het vreemdgaan en dus de bijbehorende gevoelens uit de weg te helpen.

KRAMPACHTIG

Ook ik werd door deze gedachtegang beïnvloed en meegesleept. Bij elke verliefdheid kreeg ik van vriendinnen te horen dat ik moest kiezen, want gevoelens hebben voor twee mensen tegelijk kan niet. En als ik zo vaak iemand anders leuk vond, dan was er toch duidelijk iets mis? Er zat dus weinig anders op dan de relaties waarin ik verkeerde, telkens opnieuw te verbreken. Tot ik mijn huidige vriend ontmoette. Ondanks dat ik nog nooit zo gek ben geweest op iemand, bleef ik in mijn hoofd niet lang trouw. Maar deze keer wilde ik het niet uit maken. Kriebels of niet, hij was nog steeds degene met wie ik mijn toekomst zag.

In plaats van het uit te maken of krampachtig mijn emoties proberen te onderdrukken, besloot ik er met hem over te praten. Dat ging natuurlijk niet zonder slag of stoot. Mijn vriend kreeg niet alleen te horen dat ik makkelijk verliefd werd op anderen, wat zijn zelfvertrouwen niet ten goede kwam, maar hij vond het ook nog eens allesbehalve ‘normaal’. Na veel en lang praten kwamen we samen tot de conclusie dat monogamie helemaal niet vanzelfsprekend en natuurlijk is, ook al krijgen we dat van jongs af aan mee. Het is slechts bedoeld om een heteronormatieve structuur in de wereld te creëren. Daarnaast moest ook hij toegeven dat hij zich vaak belemmerd voelde in zijn omgang met anderen. Zes maanden nadat ik het onderwerp had aangehaald, hakten we de knoop door. Voor ons niet langer een monogame relatie.

CONTROLE

Maar daarmee waren we er nog niet. Tot onze frustratie reageerden de meeste van onze vrienden bijzonder negatief. Een stroom van vooroordelen kwam op ons af. Voor hen leek onze nieuwe levenswijze eerder een teken te zijn dat we niet langer samen gelukkig waren en minstens zo goed als op elkaar waren uitgekeken. Anders zouden we ons heil toch niet ergens anders proberen te zoeken? Wanneer we claimden wel gelukkig te zijn, werd ons gevraagd of we geen broer en zus relatie hadden. We zouden fysiek niet aan onze trekken komen en elkaar daardoor aan het lijntje houden, totdat we een betere partner hadden gevonden die onze verlangens wel kon bevredigen.

Omdat ik ook op vrouwen val en mijn vriend in het begin liever niet had dat ik mij seksueel met andere mannen inliet, werd ook dat aspect als een excuus gezien. Op deze wijze kon ik doen en laten wat wilde, zónder helemaal uit de kast te hoeven komen. Onze weigering om harde regels en grenzen op te stellen voor onze nieuwe vorm van samenzijn, dat onderdeel uitmaakte van onze poging los te komen van dominante structuren, versterkte deze reacties alleen maar. Als je elkaar zo los kan laten en bereid bent alle controle uit handen te geven, dan kun je toch niet écht van elkaar houden?

INVESTEREN

Een aantal vrienden lijkt zich na drie en een half jaar nog steeds niet bij onze beslissing te willen neerleggen. Op een niet altijd even subtiele wijze vragen zij nog regelmatig waarom we in godsnaam bij elkaar zijn. Ik kan hier heel strijdlustig van worden en de discussie keihard aangaan, maar soms word ik er ook heel moe van. Daarbij is het zeer frustrerend te weten dat anderen denken dat wij onszelf voor de gek houden. Soms lijkt het zaaien van twijfel hun enige doel te zijn.

Vreemd genoeg lijken wij, wanneer ik om mij heen kijk, een van de meest stabiele relaties te hebben. Daarmee wil ik niet beweren dat wij als stel geen problemen hebben. Maar de dagelijkse beslommeringen waar de koppels in mijn omgeving het meeste ruzie over maken, komen bij ons niet voor. Het feit dat we geen regels hebben verplicht ons om openlijk te blijven praten. Ook durven en moeten we eerlijk zijn over zaken die gevoelig liggen zoals de aantrekkelijkheid van een derde persoon.

Deze open communicatie zorgt er mede voor dat ons vertrouwen in elkaar heel groot is. Waar veel mensen in onze omgeving te jaloers zijn om de controle over de ander op te willen geven, heeft het bij ons juist geleid tot een gevoel van veiligheid. Wij kunnen namelijk gaan en staan waar we willen en kiezen er toch voor om bij elkaar te zijn. Ook ontbreekt elk spoor van sleur. Waar sommige stellen elkaar na lange tijd voor lief nemen, kunnen wij ons dit niet permitteren. Daarom moeten we wel blijven investeren in onze relatie. En omdat wij elkaar nu vrij laten en niet meer begrenzen in onze persoonlijke groei, raken we ook niet op elkaar uitgekeken.

De naam Sophia is wegens privacyredenen gefingeerd.