This is what a feminist looks like

volgens Cisca Dresselhuys

Cisca Dresselhuys • 1 dec 2009

‘This is what a feminist looks like' - de rubriek waar LOVER feministische prominenten aan het woord laat over feministische mannen. Cisca Dresselhuys, oud-hoofdredacteur van Opzij, trapt af.

In een tijd waarin het boek Mannen die vrouwen haten van de Zweedse detectiveschrijver Stieg Larsson maandenlang op de bestsellerlijst staat, is het spannend te schrijven over vrouwvriendelijke mannen. Voorzover we dat kunnen beoordelen natuurlijk. Feminisme & mannen: dat was jarenlang een ingewikkelde combinatie, want waren feministes juist geen mannenhaatsters? Dat was toch wat je altijd hoorde als je mensen, vaak mannen, over feministes hoorde praten?
Ik heb altijd een duidelijk standpunt gehad over mannen, dat heel goed verwoord stond op de sticker, die jarenlang op de redactie van Opzij heeft gehangen: ‘Ik houd van mannen, maar niet van hun plannen'. Beter had ik het zelf niet kunnen bedenken. Het gaat niet om ‘de soort', maar om wat sommigen van die soort bedenken, zeggen en doen.

Om er achter te komen hoe invloedrijke mannen over vrouwen en emancipatie denken, bedachten we bij Opzij ooit de serie ‘Langs de Feministische Meetlat', waarvoor ik ruim vijftien jaar bekende mannen interviewde. In het totaal zo'n 170. Vast onderdeel van het gesprek was de visie van de bewuste man op emancipatie, vrouwen en hun rol in de maatschappij. Als ze vader waren, hadden we het over hun vaderschap en ook het huishouden kwam ter sprake: welke taken verrichtten deze heren in huis, behalve het buiten zetten van de vuilnisbakken? (Ik herinner me nog een verrassende mannentaak: wijlen Wim Duisenberg, ex-minister van financiën en later Europees bankdirecteur, vertelde hoe hij thuis de kapotte gloeilampen verving, alsof dat een dagelijkse en veeleisende affaire was.)
Te oordelen naar de cijfers die we uitdeelden, waren veel mannen niet bepaald vrouwvriendelijk en emancipatoir. Eigenlijk was de meetlat meer een thermometer, want er vielen ook cijfers onder de nul. Het laagst scoorden - ik weet het nog precies uit m'n hoofd - SGP-voorman Bas van der Vlies en schrijver Harry Mulisch, beiden een -3. Boven het verhaal van Van der Vlies stond de kop: ‘Ik wil het feminisme bestrijden', boven dat van Harry Mulisch: ‘Vriendschap met een vrouw ken ik niet'. Geen staaltjes van vrouwvriendelijkheid. Het hoogste punt noteerden Kees van Kooten, ex-minister Jan Pronk en ex-Defensiestaatssecretaris Cees van der Knaap, alledrie een +7. Hogere cijfers zijn nooit uitgedeeld in die vijftien jaar.
Hoe vaak men mij niet gevraagd heeft: hoe komt dat cijfer precies tot stand? Zijn daar statuten van? Deze laatste vraag kwam altijd van een man, mannen houden van cijfers, maar zijn er tegelijkertijd bang voor. Een aantal mannen dat ik om een interview vroeg, weigerde, juist vanwege het feit, dat ze een punt zouden krijgen. Natuurlijk waren er geen statuten, kom zeg. Eigenlijk was die hele puntentelling min of meer een grapje, het ging al die jaren vooral om het persoonlijke verhaal: hoe zit die man in elkaar en welke rol spelen vrouwen en emancipatie in zijn leven?
Waren er bij die 170 mannen nu veel mannen die deugden, of juist helemaal niet deugden? Ook dat is mij vaak gevraagd. Het liefst had men willen horen, dat het allemaal boeven, chagrijnen of onbetrouwbare types waren die we, als vrouwen, het best links konden laten liggen. Maar zo was het niet. De meeste Meetlatmannen waren aardig, interessant en vaak heel leerzaam. Dat heeft alles te maken met het verschijnsel interviewen. Als je namelijk lang met mensen praat, ga je ze steeds beter begrijpen en veel begrijpen leidt heel vaak tot aardig vinden. Maar dat wil niet zeggen dat het allemaal toonbeelden van emancipatoir gedrag waren, dat zeker niet.

Eigenlijk heb ik als hoofdredacteur van Opzij maar drie écht feministische mannen leren kennen: mannen, die het niet bij emancipatoire woorden lieten, maar van wie ook de daden vrouwvriendelijk waren. Dat waren: Jeroen de Wildt, weduwnaar van Joke Smit en al vele jaren werkzaam op het gebied van emancipatie onder meer als ambtenaar bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; de man achter de website www.emancipatie.nl prof. dr. Joop Visser, ooit lid van de (laatste) Emancipatieraad, leerling van de feministische econome Marga Bruyn-Hundt, hoogleraar aan de universiteit van Utrecht en nog altijd een warm pleitbezorger van emancipatiezaken; en als derde de psycholoog Vincent Duindam van de universiteit van Utrecht, kenner en voorvechter van het verschijnsel ‘de zorgende vader,' zelf jarenlang een zorgende vader voor zijn twee dochters.
Ik weet nog hoe zij drieën figureerden in een artikel over ‘Mannen die Deugen' in Opzij. Of zij dat eigenlijk fijn vonden, heb ik nooit aan ze gevraagd. Misschien zijn ze wel vreselijk gepest met die ‘onderscheiding'.

Tot nu toe heb ik persoonlijk nog geen echte aanvulling van dit driemanschap leren kennen, maar wie weet, wat de toekomst nog brengt. Een paar actuele voorbeelden van mannen, die het, als ze goed hun best doen en standvastig blijven in hun woorden en daden, op een dag feministisch genoemd kunnen worden:
1. Wubbo Ockels, ruimtevaarder en hoogleraar: ‘Duurzame energie is een mensenrecht, waarop ik vooral de vrouwen zou willen aanspreken. Die denken namelijk toch meer aan de toekomst'. (Tegenlicht, VPRO-tv, oktober 2008).
2. Acteur Colin Firth (een prachtige mister Darcy in de tv-serie Pride and Prejudice naar het boek van Jane Austen): ‘Het is een ramp als acteurs zich laten volspuiten met botox of plastische chirurgie ondergaan. Op die manier kunnen mensen zich niet meer goed uitdrukken en dat is toch essentieel voor acteurs. Waarom zou je in vredesnaam de snaren van een viool zo strak maken dat ze niet meer vibreren?'. (BBC-radio, augustus 2009).
3. Tv-recensent Marcel Peereboom Voller: ‘Wie het Europees kampioenschap voetbal voor vrouwen in Finland live wil volgen, is aangewezen op Eurosport. Die zender ziet blijkbaar wel brood in het vrouwenvoetbal. En terecht. Het zijn aantrekkelijke en opvallend sportieve wedstrijden'. (De Telegraaf, 31 augustus 2009).
4. Journalist en schrijver Jeroen Smit, auteur van de bestseller De Prooi, over de ondergang van ABN-Amro: ‘In besturen waarin ook vrouwen en mensen uit andere culturen zitten, is er meer gedoe en de vergaderingen duren langer, maar er zijn ook meer checks and balances. Er moet een wet komen die bepaalt dat over tien jaar 40 procent van de besturen uit vrouwen bestaat, net als in Noorwegen. Vanzelf gaat dat niet, want als mannen de keuze hebben, kiezen ze altijd een man, een kloon van zichzelf. EU-commissaris Neelie Kroes zei dat het bij Lehman Brothers nooit zo was afgelopen als het Lehman Sisters was geweest. En kijk eens naar het tv-programma Deal or no deal: vrouwen zijn daar veel beter in. Als zij 30% kans op een ton maken en ze krijgen tegelijkertijd een bod van 10.000 euro, dan kiezen ze voor die 10.000 euro. Mannen niet, die willen die ton, want hun vriendin zit op de tribune of hun concurrent en die zullen ze eens een poepie laten ruiken. Voor hen is het de dood of de gladiolen.' (NRC Handelsblad, 31 juli 2009).
En nu eens kijken hoeveel voorbeelden LOVER hieraan toe weet te voegen.

Tekst: Cisca Dresselhuys