VROUWEN DIE MANNEN HATEN

Natasja van Loon • 16 mrt 2015

Ze bestaan nog altijd: vrouwen die het feminisme afwijzen omdat ze denken dat een feminist zijn gelijk staat aan mannen haten. Elke keer dat ik er weer eens eentje tegenkom, verbaas ik me er weer over: hoe diep de misvatting zit. Ik was zelf ooit ook zo’n vrouw, maar toen was ik pas twintig, opgegroeid in een conservatief Veluws dorp in de jaren 80 en volgestopt met conventies waar ik me nog niet eens bewust van was. Ik was (en ben) dol op jongens maar had ook een diepe hekel aan de dubbele moraal van het dorp waarin ik opgroeide. Feminisme was voor mij geen bekering, ik was er al één zonder dat ik het wist. Mijn bewuste feminisme begon toen ik mijn ogen opende voor onrecht.

Wie zijn ogen opent voor onrecht kan niet meer terug, en ook niet meer werkeloos blijven toezien. Ik moest eraan denken toen ik dit weekend Jessica Valente bij The Guardian las, die in haar column stelt dat het eigenlijk niet uitmaakt of feministen mannen haten of niet. Niet voor die mannen. Blanke heteroseksuele mannen hebben nog altijd het grootste deel van de politieke, sociale en economische macht in handen, ongeacht welke conclusie je daar aan verbindt is dat gewoon een feit. Net als dat iedereen die geen blanke heteroseksuele man is het met minder voorrechten moet doen. Vrouwen die mannen haten kwetsen hun gevoelens. Daar maak ik geen excuses voor, ik ben dol op mannen. Vandaag was ik bij een kennis – een blanke heteroseksuele man – die halverwege ons gesprek opmerkte dat een bepaalde minder aangename eigenschap misschien wel typisch mannelijk was. Dat sprak ik tegen, de meeste eigenschappen die een mens kan hebben zijn naar mijn mening niet gendergebonden, maar gewoon menselijk. Als ze bij het ene geslacht misschien wat sterker zijn ontwikkeld dan bij het andere is dat nurture, niet nature. En de meeste mensen, man of vrouw, zijn er niet bewust op uit om anderen te kwetsen. Maar als mannen vrouwen haten gaat het – stelt Valente terecht – vaak heel wat verder dan gevoelens kwetsen. Mannen die vrouwen haten hebben vrouwen verkracht en gedood – en doen dat nog steeds. In India elke twintig minuten. Of dat nu nature of nurture is, die uitkomst is een feit. In dat licht is misandrie een verwaarloosbaar en relatief onschadelijk fenomeen.

In navolging van Slate-auteur Amanda Hess die de term gemunt heeft, noemt Valente het ironische misandrie: het instrument van het onderdeurtje dat op het schoolplein haar tong uitsteekt naar de pestkop van de klas. Voor veel zelfbenoemde mannenhaatsters staat hun eigen misandrie tussen aanhalingstekens, meer dan een manier om stoom af te blazen is het niet en kan het ook niet worden omdat het in de totale ongelijkheidsbalans geen enkel gewicht in de schaal legt. Speciaal voor alle vrouwen die ironische misandrie serieuzer nemen dan het kan zijn en daardoor denken dat feministen mannen haten, staat ‘Feminists don't hate men. But it wouldn't matter if we did’ van Jessica Valente vandaag centraal bij LOVER.  

‘That’s why it’s so hard to take seriously any claims that “misandry” is a tremendous problem – they’re based on the idea that merely insulting men is similar to the life-threatening misogyny women face worldwide. (Most recently, Newsday writer Cathy Young argued that men being called “mansplainers” or rape apologists is akin to the rape and death threats that women get online.)’ – Jessica Valente