Wie niet terug te brengen is

een verslag van de strijd van de Canadese autochtone bevolking

• 26 jun 2014

#Bringbackourgirls lijkt een perfect voorbeeld van internationale solidariteit: de halve wereld protesteerde middels deze hashtag tegen de ontvoering van 230 Nigeriaanse schoolmeisjes door de terroristengroep Boko Haram. Sommige landen, waaronder Canada, stuurden zelfs troepen naar Nigeria om te helpen met de zoektocht. Heel positief zou je zeggen, al schurkt de situatie aan tegen problematische aspecten en vooroordelen in de relatie tussen Afrika en de blanke wereld. Van 28 april tot 15 mei heb ik in Canada onderzoek gedaan naar de conflicten tussen de Canadese overheid en de autochtone bevolking van de provincie Ontario, met name de Anishinaabek-natie in Grassy Narrows. En wat ik daar leerde schetst een minder rooskleurig beeld van Canada's barmhartigheid.

Volgens recente cijfers krijgt 8 op de 10 Canadese vrouwen en 6 op de 10 Canadese mannen in hun leven ooit te maken met seksuele intimidatie en andere vormen van seksueel geweld. Ter vergelijking: in Nederland ligt dat cijfer dichter bij 1 op de 3 voor vrouwen en 1 op de 20 voor mannen.  Een gedeelte van die discrepantie kan liggen in de definitie van de termen en de bereidheid om deze misdaden te rapporteren. In Canada is de kans dat een seksueel misdrijf wordt aangegeven én bestraft 1 op de 10000. De veroordeelde kan maximaal één jaar krijgen.

Verschillende organisaties in de regio slaan al jaren alarm over de epidemie van seksueel geweld tegen 'Native Canadian' vrouwen. Voorbeelden van dit soort organisaties zijn de Ontario Native Women's Association, het Kenora Sexual Assault Center, en Sisters in Spirit. Hoewel deze autochtone vrouwen slechts vier procent uitmaken van de vrouwelijke populatie van het land, zijn er in de laatste dertig jaar duizend van hen vermoord en worden tweehonderd van hen vermist. Dit is 16% van het totale aantal vermoorde en vermiste vrouwen. Ook in de statistieken over andere vormen van (seksueel) geweld zijn autochtone Canadese vrouwen bovengemiddeld vertegenwoordigd. Hoe komt dat?

Een onderdeel van het probleem is ongetwijfeld dat de politie jarenlang heeft ontkend dat het probleem zo groot was. De commissaris van de Royal Canadian Mounted Police gaf te kennen 'verrast' te zijn door het hoge aantal. Tot op de dag van vandaag weigert de Canadese regering Harper een grootschalig onderzoek te houden naar de oorzaak, ondanks het advies van de VN om dat wel te doen.Ook in de rest van de Canadese samenleving is er weinig erkenning voor het racisme dat zich richt op de autochtone bevolking van het land.

Naar mijn inschatting is Canada in de ban van een geracialiseerde 'rape culture'. Zoals in de rest van de wereld worden vrouwen vaak niet vertrouwd als ze aangifte doen van seksueel geweld en krijgen ze vaak te horen dat ze meer hadden moeten doen om zichzelf te beschermen. De apathie vanuit politie en justitie is echter vaak groter als het om autochtone vrouwen gaat. We hoorden verhalen van Anishinaabek-families die van instanties te horen kregen dat hun vermiste moeder misschien wel dronken of high was, en waarschijnlijk wel ergens op zou duiken. We hoorden zelfs dat de politie weigerde om de lijken te bergen die een seriemoordenaar had gedumpt in en afvalstortplaats, omdat het te veel werk zou kosten.

De vooroordelen over autochtone Canadezen houden verband met kapitalistische idealen van individualisme en klassisme. Om kolonisatie te rechtvaardigen werd de manier van leven van onder andere de Anishinaabek gepathologiseerd; alleen christenen die het land zo efficiënt mogelijk ontgonnen, waren volwaardige mensen. De duurzame manier waarop autochtone stammen het land deelden, en hun religieuze en morele verschillen werden gezien als des duivels. In de zogenaamde 'Indian Act' van 1867  werden alle autochtone Canadezen onder de voogdij van de regering gesteld. Hun kinderen werden massaal ontvoerd naar een systeem van internaten, waar ze werden geïndoctrineerd tot 'productieve, christelijke kinderen'. Het motto? 'Kill the Indian, save the child.' Hun taal en cultuur werden verboden, hun families werden verguisd. Dwangarbeid, psychologische, fysieke en seksuele mishandeling, medische experimenten en algehele verwaarlozing leidden tot een sterftepercentage van 10% per jaar. De rest is voor het leven getekend.

Pas in de jaren 1960 werd er stapsgewijs een eind gemaakt aan deze gruwelinternaten. In plaats daarvan werden kinderen massaal uit huis geplaatst en ondergebracht bij blanke pleeggezinnen in wat 'the 60's scoop' is gaan heten. Lange tijd heeft de Canadese overheid geprobeerd om deze misdaden te verbergen, en daar zijn ze redelijk in geslaagd. Zoals te verwachten is hebben deze pogingen om autochtone volkeren gedwongen te assimileren hun sporen nagelaten. Slachtoffers van deze eeuw van ethnocide hebben te kampen met PTSS, depressie, verslaving en een hele reeks aan psychosociale problemen die ook hun kinderen heeft gevormd. Daarnaast zijn patriarchale waarden met harde hand opgedrongen. Vandaar dat sommige slachtoffers ook daders zijn geworden.

Dakloosheid en verslaving zijn erg zichtbaar gesegregeerd in Ontario, maar de regering vindt het geen prioriteit om deze mensen te helpen. Opvang is schaars, uitkeringen schokkend laag. Het is moeilijk om je voor te stellen hoe deze mensen geacht worden te 'integreren': werkloosheid is enorm hoog, discriminatie voelbaar aanwezig.

Toch hebben we mensen ontmoet die ondanks alles weerstand bieden, en vaak onofficieel en vrijwillig samenwerken om een bestaan op te bouwen. Zoals het Kenora Sexual Assault Center, wiens vrijwilligers 24 uur per dag klaar staan om met name autochtone slachtoffers van seksueel geweld bij te staan met raad en daad. Maar bijvoorbeeld ook zogenaamde 'elders', stamoudsten die min of meer functioneren als onbetaalde maatschappelijke werkers. Tom is zo'n elder. Hij vertelde tussen neus en lippen door dat een vriendin zich laatst wilde verhangen en dat hij haar daarom regelmatig opzoekt. Ik ontmoette hem in het onofficiële daklozencentrum van Kenora, waar hij toen verbleef. Hij heeft een paar jaar geleden zijn benen verloren in een ongeluk en wacht op de compensatie voor zijn misbruik in een internaat.

We zijn naar Ontario gekomen op verzoek van Judy da Silva, die sinds 2002 een blokkade bevrouwt tegen de woudkapindustrie in het bos rondom Grassy Narrows. De bevolking daar is grotendeels afhankelijk van het bos, en de planten en dieren die erin leven. Vroeger visten ze veel meer uit de rivier, maar in de jaren 60 heeft de papierindustrie er in totaal dertig ton kwik in geloosd. Nu heeft 80% van de lokale bevolking vergiftigingsverschijnselen. Dat zal alleen nog maar erger worden als het kwik door gronderosie weer in de rivier terechtkomt. Dit is waarom de lokale bevolking tegen kaalslag is. De overheid weigert mee te werken aan een onderzoek zolang Judy de woudkap tegenhoudt. Het provinciale ministerie voor natuurbeheer houdt vol dat hun manier van woudkap duurzaam is en beter voor iedereen. 'Resources Management Supervisor' Shawn Stevenson betreurt het dat er zo weinig animo is voor hun informatiebijeenkomsten, 'De banen die het oplevert zijn ook hard nodig in Grassy Narrows', verzucht hij. 'Bovendien planten we alles weer terug, en de verjonging is goed voor de biodiversiteit.'

Poging tot genocide beïnvloedt ook de dader. Om niet ten onder te gaan aan schuldgevoel hebben veel blanke Canadezen zichzelf moeten vervreemden van hun autochtone buren. Er is nog steeds een bepaalde defensiviteit in de manier waarop er gesproken wordt over 'Indians'. En de retoriek komt me bekend voor. Er wordt in code gesproken, en in plaats van racisme geldt nu klassisme als de rechtvaardiging: ze zijn duidelijk dysfunctionele klaplopers die mee moeten draaien in het systeem en niet moeten zeuren over discriminatie, dat is allemaal in het verleden. We zijn allemaal gelijk, zij willen gewoon voorgetrokken worden. Als we niet uitkijken, pakken ze alles van ons af.

Ik zie gelijkenissen tussen de manier waarop de Canadese overheid het land uitbuit, en de manier waarop het zijn autochtone bevolking, en met name de vrouwen, behandelt. Het behandelt beide als eigendom dat tot nut gemaakt moet worden. Ik zie ook dat die houding niet uniek is voor Canada, laat staan voor de ambtenaren die ik sprak: deze houding is een systematisch onderdeel van ons economische systeem. Om te blijven groeien moet de globale kapitalistische economie blijven consumeren, en er is gewoon niet genoeg over om te consumeren. De mensen die niet kunnen of willen meedraaien zijn een obstakel dat vroeg of laat moet wijken voor onze behoeftes. En daarmee bedoel ik ook Nederland, en mijzelf. De redenen die blanke Canadezen hebben om autochtonen te wantrouwen en te negeren zijn niet anders dan de redenen die wij hebben om immigranten en werklozen te demoniseren. Om ons economisch eigenbelang te kunnen dienen, moeten we hen onmenselijk behandelen en dus knechten we onszelf aan vooroordelen die ons ontslaan van schuld of verantwoordelijkheid. Ditzelfde mechanisme werkt rape culture in de hand over de hele wereld.

'Maar Tim, je klinkt als een Marxist'. Misschien, ik zie dit meer als een radicale implicatie van democratie. Als we iedereen als mensen willen behandelen en willen betrekken bij een gemeenschap kunnen we niet vertrouwen op de illusie dat kapitalisme meritocratisch werkt of mensenrechten bevorderd. Ik heb in Canada gezien hoe daklozen beter werk deden dan de regering, omdat zij mensen waardeerden of ze nu werkten of niet.  

Dus waarom stuurt Canada dan zo snel troepen naar Nigeria als ze geen onderzoek willen doen naar 1200 vermoorde en vermiste autochtone vrouwen? In één van deze situaties kan Canada de held uithangen. Maar het confronteren van haar eigen duistere kant vereist een ander soort heldhaftigheid: om te erkennen dat we zelf een duistere kant hebben die onlosmakelijk verbonden is met onze rijkdom. Ook Nederland kan die les gebruiken. Ook ik.

Zie ook:

http://www.missingjustice.ca/. De website van een grassroots campaign uit Montreal dat zich inzet voor erkenning van het probleem en voor het oplossen ervan.

http://freegrassy.net/. De website van Grassy Narrows First Nation.