"Zolang we maar geen haantjes hebben"

Interview met raadslid Eva van Esch

29-01-2018
29-01-2018
Marie-Anne van Reijen • 30 jan 2018

Foto: Desiree Meulemans

Vanaf december 2017 viert Nederland 100 jaar kiesrecht voor vrouwen. Helaas is het met de representatie van vrouwen in de politiek nog steeds niet zo best gesteld (zie factsheet van Atria vrouwen in de politiek). De laatste jaren is het percentage vrouwelijke Tweede Kamerleden zelfs gedaald van 41% in 2010 naar 36% in 2017. In gemeenteraden ligt het gemiddeld aandeel vrouwen op 28%. In dit licht publiceert tijdschrift LOVER een reeks interviews door Marie-Anne van Reijen met vrouwelijke raadsleden. Deel 8: Eva van Esch.

Eva van Esch is sinds 2014 fractievoorzitter van de Partij voor de Dieren in Utrecht. Ze is tevens social media manager bij het landelijke partijbureau. Eva is kandidaat-lijsttrekker voor de Partij voor de Dieren voor de gemeenteraadsverkiezingen in 2018. 

De laatste vraag in mijn interview is elke keer welk politiek talent wil je een shout out geven? Jolande Uringa, raadslid voor de ChristenUnie in Utrecht, heb ik eerder geïnterviewd. Zij zei dit over jou: ‘Een powervrouw, zij doet het ontzettend goed. Heel leuk om te zien. Ze is heel erg gegroeid. Ze moest haar hele rol bevechten en haar plek innemen. Er was niet eens een portefeuille dierenwelzijn en er was nog nooit een nota dierenwelzijn verschenen in Utrecht, dat heeft ze allemaal moeten organiseren. Ze heeft enorm veel moeten knokken. In het begin was het lastig om te dealen met weerstand, maar ze heeft dat helemaal om weten te zetten in positieve energie met een grapje en een lach. En ze heeft leren onderhandelen, wanneer past het wel. Dat heeft ze knap gedaan. In je eentje in de raad zitten, als vrouw. Ze heeft het respect van iedereen, ook van de kerels. En ze wil door als lijsttrekker in 2018!’ 

Jolande vertelt over de ontwikkeling die je hebt doorgemaakt, ervaar je dat zelf ook zo?

Haar uitslag is heel positief. Anderen kunnen daar beter over oordelen dan ik zelf. Ik sprak laatst een griffiemedewerker die zei hetzelfde zei Jolande. Mooi om te horen! Ik ben bewust bezig met het creëren van mijn positie, maar het proces zelf gaat geleidelijk.

Het is ook altijd een onderwerp van gesprek binnen de fractie. Hoe wil je gezien worden en zien anderen ons zo? Hoe je gezien wil worden kan verschillen per commissie, of per onderwerp. Voor de onderwerpen waar je je op wil profileren als partij, stap je op een andere manier de commissie in. Je kunt na een aantal jaar veel beter aanvoelen waar je je op wil profileren. En andere onderwerpen zijn niet per se onze onderwerpen, maar daar willen we wel ons sausje over heen gooien. Voor die onderwerpen kun je veel beter gaan ‘wheelen en dealen’ om tot een resultaat te komen. Dat is een leerproces, hoe je dat doet.

Waar ben je beter in geworden?

Ik voel me veel relaxter dan drie jaar geleden. Daardoor voel ik me minder gefrustreerd op het moment dat iets niet lukt. Als je met veel spanning en heftigheid de commissie in gaat, is het ook frustrerender op het eind. Ik weet nu hoe ik moet ‘wheelen en dealen’ in de raad, waardoor ik me makkelijker kan bewegen en luchtiger kan zijn. Dat is voor mezelf heel fijn en het draagt bij aan betere resultaten voor de Partij voor de Dieren.

Wat heeft daaraan bijgedragen dat je nu relaxter bent?

Heel veel doen. In het begin ben je veel met jezelf bezig. Het is belangrijk om stil te staan bij hoe het gaat. Laatst hebben we een debattraining gedaan met fractie. Het is belangrijk om met elkaar stil te staan bij hoe het gaat en wat er beter kan. Vanuit de Partij voor de Dieren worden regelmatig trainingen en cursussen aangeboden. Ideaal, omdat je tijdens die trainingen kunt sparren met andere raadsleden, in de beschutte omgeving van je eigen partij.

Was je van tevoren overtuigd van je capaciteiten als raadslid?

Ja, voordat ik gemeenteraadslid werd, werkte ik al bijna vier jaar op het hoofdkantoor van de Partij voor de Dieren als social media manager. In die functie had ik alle communicatie en alle standpunten zo vaak voorbij zien komen en de politieke strategieën van de Tweede Kamerfractie meegekregen. Mijn gevoel binnen de partij was sterk genoeg om het inhoudelijke en strategische aspect van het werk goed te kunnen doen. Dat vond ik het belangrijkste, heel veel andere dingen heb ik gewoon moeten leren, maar ik had het gevoel dat ik er klaar voor was.

Hoe is jouw gedachtegoed ontstaan?

Ik ben opgegroeid op het platteland in Hurwenen, een dorp in het staartje van Gelderland, met 500 inwoners. Daar werd ik geconfronteerd met de veehouderij, die was overal om me heen. Het dorp was dermate klein dat je bij iedereen over de vloer kwam en de boerderijen van binnen zag. In dat kleine dorpje was het nog gewoon dat de boerderijen van alles en nog wat deden. Het waren altijd gemengde bedrijven; een boer had drie koeien, twee paarden, twee varkens en nog wat pluimvee. Als je nu kijkt naar de veehouderij in Nederland, is dat bijna een romantisch beeld geworden. Op mijn twaalfde ben ik gaan werken in een biologisch tuinbouwbedrijf, waar het biologische aspect zeer belangrijk was; hoe wil je met de wereld en de aarde omgaan. In de winter snoeide ik en plantte ik prei, in de zomer plukte ik aardbeien en appels en later hebben we ook wijn verbouwd. Alle facetten van het tuinbouwbedrijf kwamen aan bod.

Wij probeerden op ons bedrijf alles biologisch te doen en naast ons zat een appelboer die regelmatig zijn appels vol met gif spoot. Als je niet uitkeek, had je zo een gifwolk op je land en kon je je biologische producten niet meer verkopen. Die ervaring en die bewustwording hebben me gevormd, dat je voor je ogen ziet gebeuren hoeveel kilo’s gif er over de appels heen gegooid werd. Op het moment dat je in één van de grote steden woont, zie je dat niet meer. Met de eigenaar heb ik veel goede gesprekken gevoerd over hoe je je groenten wil verbouwen, wat wil je dat mensen eten – en niet eten – en hoe produceer je dat. Door die gesprekken ben ik milieumaatschappijwetenschappen gaan studeren. Ik wilde meer leren over hoe we kunnen voorkomen dat we alles opeten en gebruiken wat de aarde te bieden heeft, zodat toekomstige generaties daar nog gebruik van kunnen maken.

Wat heb je van thuis uit meegekregen?

Wij woonden zelf in een dijkhuis, niet in een boerderij, we hadden zelf nauwelijks dieren, maar toch zitten ze vrij dicht op je. Mijn ouders zijn de hippies uit de jaren zeventig en wij hadden vroeger al de linzenburgers en kikkererwten op tafel staan. Mijn vader had een biologische broodbakkerij aan huis. Het was voor mijn ouders belangrijk om zelfvoorzienend te zijn. Ik heb van hen meegekregen om kritisch te kijken naar economische groei en dat dat wellicht niet gaat bieden wat er wordt beloofd.

Kom je nu nog wel eens in die omgeving?

Ja, mijn moeder woont daar nog. In dat gebied is de schaalvergroting drastisch aan het toenemen. De kleine varkenshouder die daar ooit zat, is failliet. Er komen nu megagrote geitenstallen voor in de plaats, terwijl er al meerdere megastallen zijn en op die plek Qkoorts is uitgebroken. Ik ken iemand die aan het strijden is tegen een mega-geitenstal naast zijn huis omdat hij al Q-koorts heeft. Die razendsnelle ontwikkelingen en schaalvergrotingen, probeer ik met het gedachtegoed van de Partij voor de Dieren te bestrijden.

Heb jij een voorbeeld in de politiek?

Binnen de partij hebben we meerdere fantastische vrouwen, waaronder Marianne Thieme, ons boegbeeld. Naast al haar werk als partijleider, vind ik het heel knap hoe ze het combineert met een gezinsleven. En Esther Ouwehand waardeer ik enorm om haar strijdlust en haar vastberadenheid. Een andere vrouw die ik bewonder is Lieke Keller, de directeur van het partijbureau, zij blijft veel op de achtergrond. Ze is één van de oprichters van de Partij voor de Dieren. Zij zet zich al haar hele leven in voor dierenwelzijn, dat vind ik bewonderenswaardig.

Hoe vind je dat de PvdD het doet op het vlak van gendergelijkheid?

(Lacht.) Misschien zijn er bij ons wel een beetje te veel vrouwen. Qua gendergelijkheid staan wij met stip op 1, dus voor ons is het geen issue. Het is voor ons geen probleem om succesvolle vrouwen te vinden die de politiek in willen. Maar als je kijkt naar onze raadsleden, we hebben twaalf raadsleden, vijf van die twaalf raadsleden zijn vrouw en zeven zijn weer mannen. Bij de volgende gemeenteraadsverkiezingen zou je moeten kijken hoe je op in ieder geval één van die plekken een vrouw krijgt. Maar het is bij ons wel aardig verdeeld, het is goed als je niet alleen maar vrouwen hebt. 

Waarom lukt het de Partij voor de Dieren wel om voldoende vrouwen te vinden voor in de politiek?

We hebben een vrouw als partijleider die staat voor gendergelijkheid. Haar rol en haar manier van werken dient als voorbeeld voor heel veel vrouwen binnen de partij en geeft hen het gevoel dat zij het ook kunnen. Soms worden we als PvdD als belachelijke partij neergezet. Je wil voorkomen dat je ook nog eens als ‘vrouw’ wordt weggezet. In de politiek wordt nog steeds gedacht ‘daar komt een vrouw met een voorstel’. Intern bespreken we; hoe sta je stevig als vrouw, wat voor kleding draag je, hoe presenteer je je, hoe wil je dat mensen je zien? Dat hoef je niet te volgen, maar het wordt wel met elkaar doorgenomen. Het onderwerp dierenwelzijn is nog steeds een vrouwenonderwerp. Meer vrouwen willen politiek iets met dit onderwerp. Maar als je kijkt naar onze landelijke congressen, tref je een 50-50 verdeling aan. Het zou kunnen dat er bij andere partijen meer mannen zijn dan vrouwen, bij ons is de verdeling gelijk. Politiek is meer een mannenonderwerp en bij ons is het een mannen- én vrouwenonderwerp.

Hoe gaat dat bij in jullie fractie?

Gelukkig hebben we hier een redelijk gemengde fractie. Zolang we maar geen haantjes hebben, en die hebben we gelukkig niet. Ik heb een bloedhekel aan dat haantjesgedrag van mannen in de politiek. Ik wil graag mannen er bij, maar ik wil geen haantjesgedrag. Ik erger me aan dat ‘willen scoren’-gevoel. Dat je iets wil bereiken, niet om de inhoudelijke doelstelling maar omdat het jou goed doet, ongeacht de inhoud.

Is het feminisme één van jullie grondslagen?

Ja, en de afgelopen jaren steeds meer, we schenken bijvoorbeeld ook aandacht aan het 100-jarig bestaan van het vrouwenkiesrecht en onze inzet is toegenomen omdat we een daling hebben gezien in het aantal vrouwen dat de politiek ingaat. Bij ons is ook meer aandacht gekomen voor gendergelijkheid om die emancipatiegolf, die je nu ziet, te versterken. De emancipatiegolf van vrouwen heeft veel gelijkenissen met de emancipatiegolf van dieren. Het gegeven dat je, als vrouw, achtergestelde rechten hebt en je op een andere manier gepositioneerd wordt in de maatschappij trekken wij door naar dat je andere levende wezens andere rechten toedeelt en ze gebruikt voor je eigen genot en vermaak. Daarmee zeg je natuurlijk niet ‘we geven dieren stemrecht’, maar stellen we de vraag ‘welke rechten vind je horen bij andere levende wezens’?

Het klinkt alsof je vrouwen gelijk stelt met dieren?

Er zijn verschillende golven van emancipatie, waarbij je niet vergelijkt tussen mens en dier, maar waarin je wel gaat vergelijken in hoeverre je rechten hebt toegekend aan levende wezens, en in hoeverre je andere levende wezens mag gebruiken voor je eigen vermaak, genot en plezier, terwijl je ze daar ook nog eens in schaadt.

29-01-20182

Wat vind je de grootste uitdaging in je politieke werk?

De grootste uitdaging is om je niet te laten overstelpen door alle informatie en stukken die je van het college krijgt. Je kunt tot in details alles beoordelen en controleren in plaats van bezig te zijn met je eigen programma. Dat is en blijft een uitdaging, helemaal als eenmansfractie. Als je bedenkt hoeveel commissiestukken en informatiestromen je elke dag tot je kan nemen, kun je je eigen partijprogramma wel opzij leggen en over vier jaar bij de verkiezingen denk je ‘ik had een programma, wat staat er ook al weer in’? Dat is de essentie: je kijkt naar wat er in je programma staat en hoe je dat wil bereiken. Die middenweg is soms moeilijk, maar blijft ook de grootste uitdaging.

Waar ben je het meest trots op wat je tot nu toe hebt bereikt?

We hebben verschillende concrete dingen bereikt. Er is nu een dierenwelzijnsnota en een wethouder dierenwelzijn. We hebben afgelopen donderdag voor het eerst een volledig vegetarische maaltijd voor de raad geregeld. Dat zijn hele concrete zaken, waarop je denkt ‘dit is waarom we er zijn’ en we zijn succesvol.Wat ik het grootste succes vind, is dat we onderwerpen heel vaak op een andere manier benaderen dan andere partijen. Wij noemen dat ‘de haas in de marathon zijn’; onderwerpen op de agenda zetten die nog niet op die manier zijn benaderd. Het betekent eigenlijk ‘voor de troepen uitlopen’. Je komt met onderwerpen die anderen nog niet hebben bedacht, waardoor je hen op ideeën brengt.Laatst stond de marktverordening op de agenda. Officieel gaat dat over wat voor kraampje er op de markt staan en hoe die kraampjes er uit zien. Wij brachten in dat er geen levende kreeften meer verkocht mogen worden op een markt. Je ziet andere raadsleden denken: Gebeurt dat dan? En daarna: we gingen het toch ergens anders over hebben? Gaan we het dan nu over levende kreeften hebben? Dat mensen daar dan over na gaan denken, is ons grootste succes, dat het ons lukt om dat soort onderwerpen op die manier te benaderen.

Wat vind je het leukste van je raadswerk?

De diversiteit aan onderwerpen waar we mee bezig zijn. En met elkaar bezig bent om resultaten neer te zetten. Met elkaar ideeën bedenken, onderwerpen op de agenda krijgen en succes boeken. Creatief bezig zijn met elkaar, dat vind ik het leukst.

Je zit in je eentje als vrouw in de raad, hoe ervaar je dat?

Er zit naast mij nog een vrouw alleen, dat scheelt. Als ik heel eerlijk ben, hoop ik van harte dat er volgend jaar maart iemand van de Partij van de Dieren naast me zit. Ik weet niet of het anders is als man alleen of als vrouw alleen in de raad, maar dat je alleen zit, is soms lastig. Tijdens zo’n raadsvergadering gebeurt er zoveel dat het ideaal zou zijn als je met iemand kunt sparren. ‘Kun jij deze spontaan opgekomen motie even checken, dan ga ik luisteren naar wat iemand aan het vertellen is.’

Hoe kunnen we ervoor zorgen dat er meer vrouwen politiek actief worden?

Het is essentieel om jongeren te betrekken. De Utrechtse raad is relatief jong. Voor de partij Student & Starter zitten jonge mensen in de raad, mensen die tijdelijk hun studie onderbreken of net klaar zijn met hun studie. Als je de leeftijd in de raad omlaag krijgt, voorkom je dat het lastig is te combineren met een gezinsleven. Als je als jongere de raad ingaat, voordat je een gezinsleven hebt, heb je meer ruimte om je politieke werk op je eigen manier in te delen. Je hebt ruimte om te bedenken hoe je je politieke carrière wil vorm geven. Daardoor heb je minder last van mannen met scoringsdrang. De volgende vraag is dan ‘Hoe bereik je dat; meer jongeren in de raad?’ Er is meer lef en durf nodig bij partijen om mensen hoger op de lijst te zetten die niet perse al iets gepresteerd hebben in je partij. Zet niet alleen maar mensen met veel dossierkennis op je lijst.

Heb je voor jezelf een route uitgestippeld voor je eigen politieke carrière?

Nee. Ik stond op 6 op de lijst van de Tweede Kamerverkiezingen, we hebben vijf zetels gehaald, dat zou je een politieke loopbaan kunnen noemen. Ik heb nu heel bewust gekozen om in Utrecht te blijven en daarna zie ik wel weer andere mogelijkheden voorbij komen. Ik zit absoluut niet op een schopstoel hier. Die onvoorspelbaarheid in de politiek is leuk, je weet nooit precies wat en waar het je brengt. Misschien zijn er volgend jaar weer Tweede Kamerverkiezingen. Je weet maar nooit, dat vind ik ook leuk en daarom stippel ik mijn politieke carrière maar niet teveel uit.

Wat vind je van de diversiteit in de Utrechtse gemeenteraad?

Het percentage vrouw is best aardig, het zou nog wat omhoog mogen. In Utrecht hebben we twee commissies, Stad & Ruimte en Mens & Samenleving. De meeste vrouwen zitten in Mens & Samenleving, onze fractie zit juist het meest in Stad & Ruimte. Meer vrouwen in Stad & Ruimte zou een grote bijdrage leveren. Het percentage vrouwen in de Utrechtse raad is redelijk geregeld, maar in de raad splitst het zich toch weer af naar twee verschillende groepen, de mannen- en de vrouwenclub. Er zit wel wat diversiteit in qua verschillende culturen, maar niet heel veel. Het zou goed zijn om daar meer diversiteit in te hebben, maar om nou heel actief te gaan proberen om mensen van kleur te vinden. Ik wil dat mensen vanuit inhoudelijke motivatie de raad in komen en niet omdat ze een bepaalde achtergrond hebben.

Waarom zitten er zo weinig mensen van kleur in de politiek?

Volgens mij is het iets wat je van thuis mee krijgt. In Nederland zijn we de verzuilde samenleving voorbij, maar toch zie je nog een aantal van die zuilen, niet in geloof, maar in stromingen en dat zie je terug in het gezinsleven en hoe dat wordt vormgegeven. Mijn ouders maakten hele duidelijke keuzes in dat opzicht en vanuit mijn politieke achtergrond heb ik ook bepaalde ideeën meegekregen. Ik zit niet goed genoeg aan tafel bij mensen met andere achtergronden, maar ik kan me voorstellen dat het daar minder gebeurt. Misschien duurt het gewoon nog even voordat er meer mensen van kleur in de politiek zitten. Je moet het natuurlijk proberen te bevorderen, maar ik zou ook niet aan mensen willen gaan trekken. Het is fijner als je het probeert te stimuleren dan dat je aan mensen gaat trekken omdat ze een andere huidskleur hebben. Dat voelt niet goed. Omdat wij hier zo graag een diverse raad willen hebben, moet jij de politiek in.

Is het een onderwerp waar jullie als partij mee bezig zijn?

We willen mensen op de lijst die staan voor de idealen van de Partij voor de Dieren. Je merkt dat onze lijst best wel wit is, maar er is wel een diversiteit aan culturen bij ons lid. We zitten niet alleen maar met witte hoogopgeleide vrouwen om tafel. Er is wel diversiteit in waar mensen vandaan komen en wat hun achtergrond is.

Heb je tips voor vrouwen die zich kandidaat hebben gesteld?

Mocht je een gezinsleven hebben, maak dan van tevoren goede afspraken met je partner. Zelf als je geen kinderen hebt, zijn goede afspraken met je partner essentieel, want je bent heel veel tijd – heel veel leuke tijd – kwijt aan heel veel leuke onderwerpen waar je mee bezig wil zijn.

Het is hartstikke leuk en super om te doen, maar het kost veel tijd en veel inzet. Je krijgt er heel veel voor terug, maar je bent wel een deel van je tijd, en een deel van je weekenden kwijt. ‘Kwijt’ klinkt zo negatief, maar je kunt wel minder doen waar je zin in hebt.

Het is heel fijn om politiek inhoudelijk te weten wat je wil, dat kan voor vrouwen heel erg helpen ‘ik sta hier met beide benen op de grond en ik weet waar ik voor wil strijden en ik laat me niet door anderen op andere gedachten brengen of van de wijs brengen.’ Dat kun je ook ontwikkelen, dat is niet perse iets wat je hebt of niet hebt.

Welk politiek talent wil je een shout out geven?

Reinhild Freytag, raadslid voor de partij Student & Starter in Utrecht. Zij is succesvol. De partij haalt succesvol jong talent naar voren. Wat zij goed doet, is haar eigen leven betrekken in de politiek. Je merkt bij haar dat ze in een studentenhuis woont en het studentenleven leidt. Haar leven – en dus haar inbreng in de raad – is minder gangbaar dan van alle andere raadsleden met hun koopwoningen en hun banen. Ze is echt een uitzondering in de raad en vecht, als student, voor de studenten-idealen.Binnen Student & Starter hebben ze de afspraak dat ieder raadslid twee jaar in de raad zit. Een hele dappere keuze, ik heb het gevoel dat zij er net zit en ze gaat aankomende maart weer weg. Maar je hebt twee jaar om het vorm te geven zoals je het zelf wil. Zij gaat maart 2018 weer weg als vrouw en dan komt er een man voor in de plaats, dat vind ik jammer. Drie jaar terug waren de voorganger van Reinhild en Maarten van Ooijen van de ChristenUnie de jongsten in de raad. Vervolgens ging er iemand weg bij D66 en die gingen bewust op zoek naar een heel jong nieuw raadslid waardoor ze de krantenkoppen haalden met ‘nu heeft D66 het jongste raadslid’. Ik vind het fantastisch dat partijen strijden wie het jongste raadslid heeft.

25-9-20173

Marie-Anne van Reijen is adviseur, speaker en journalist op het vlak van diversiteit, gendergelijkheid en vrouwen in de politiek. Tevens coacht ze vrouwen die politiek actief willen worden of vrouwen die in de politiek zitten. Wil je met Marie-Anne in contact komen?

Mail: 

LinkedIn: www.linkedin.com/in/marie-anne-van-reijen/

Twitter: twitter.com/vanreijen

Wil je meer lezen over vrouwen in de politiek? Kijk dan hier: https://www.facebook.com/Meervrouwenindepolitiek/