De paradox van de mensenrechten
Vandaag is het precies 75 jaar geleden dat mensenrechten internationaal zijn aangenomen. Aan de ene kant lijkt dat iets om te vieren, iets om dankbaar voor te zijn. Maar aan de andere kant denk ik dat we toch eens goed na moeten denken over de effectiviteit van mensenrechten. Hoe kunnen we het 75-jarige bestaan van mensenrechten vieren, terwijl deze rechten op dit moment voor ongelooflijk veel mensen geschonden worden? Hoe is een grootschalige schending van mensenrechten, zoals nu in de Gazastrook gebeurt, überhaupt mogelijk – vooral omdat dit ook nog eens bekend lijkt te zijn bij zo veel burgers, politici en wereldleiders? Wat betekent het bestaan van mensenrechten wanneer deze voor zo veel mensen ineffectief zijn? Waarom lijken mensenrechten de mensen die ze het hardst nodig hebben niet voldoende te beschermen?