‘Help, ik ben een bedrieger’
Misschien denk je wel eens: ‘Eigenlijk ben ik niet zo slim als mijn omgeving denkt’ of ‘Oei, als ik maar niet door de mand val’. Je twijfelt aan je capaciteiten, denkt dat anderen je te hoog inschatten en meent dat je al die lof niet verdient. Hoeveel diploma’s of complimenten je ook binnenharkt, je bent voortdurend bang om ontmaskerd te worden. In de psychologie heet dit fenomeen het imposter syndrome ofwel bedriegerssyndroom. Vreemd genoeg hebben vooral succesvolle vrouwen hier last van.
Het bedriegerssyndroom is voor het eerst beschreven in 1978. Klinisch psychologen Pauline Rose Clance en Suzanne Imes onderzochten destijds waarom zoveel hoogopgeleide en hoog presterende vrouwen het idee hebben dat ze hun omgeving voor de gek houden. Hun conclusie: deze vrouwen lijden aan het imposter phenomenon: een diepe overtuiging dat ze niet zo slim en capabel zijn als anderen denken.
Toen het beestje eenmaal een naam had, was er geen houden meer aan. Talloze oplossingen zijn bedacht om vrouwen ervan af te helpen. Wie googelt op ‘hoe kom ik van mijn bedriegerssyndroom af’, krijgt een lange lijst voorgeschoteld van zelfhulpboeken, methoden, programma’s, trainingen en stappenplannen waarmee je leert om jezelf te empoweren en je onzekerheid te overwinnen. Het bleek een gat in de markt voor therapeuten, jobcoaches en andersoortige hulpverleners. Bijna een halve eeuw nadat het bedacht werd, is het bedriegerssyndroom nog steeds big business.
Heeft iemand zich ooit afgevraagd of dat hele bedriegerssyndroom wel bestáát?!
Eigen schuld, dikke bult
Bij zo’n beetje alle obstakels die vrouwen in hun werk en leven tegenkomen, is het devies: ‘los het zelf maar op’. Vallen mannen je lastig? Ga op een cursus zelfverdediging. Te weinig vrouwen aan de top van het bedrijfsleven? Dat ligt aan henzelf: te weinig ambitie, te veel kinderen. Loonkloof? De vrouwtjes moeten maar eens leren onderhandelen. Ambitieuze vrouwen die kanttekeningen plaatsen bij de bedrijfscultuur, worden naar een assertiviteitscursus gestuurd.
Wanneer je voortdurend de boodschap krijgt dat al je problemen aan jou liggen en dat je ze zelf maar moet oplossen, ga je automatisch aan jezelf twijfelen. Een diagnose als het bedriegerssyndroom verlegt de schuld en verantwoordelijkheid naar individuen, zonder te onderzoeken of er wellicht iets mis is met de omgeving.
Met andere woorden: voel je je een bedrieger, omdat je er heilig van overtuigd bent dat jouw omgeving jou overschat? Of is die heilige overtuiging ontstaan door socialisatie en structurele onderwaardering en onderdrukking? Wanneer je zelfvertrouwen voortdurend ondermijnd wordt, geloof je zelf uiteindelijk ook niet meer in je eigen capaciteiten.
Het bedriegerssyndroom ontmaskerd
In de jaren zeventig van de vorige eeuw, toen Clance en Imes het bedriegerssyndroom introduceerden, was er nauwelijks aandacht voor de invloed van seksisme en racisme op de werkvloer. Sterker nog, er heerste een sfeer van ‘wat goed is, komt vanzelf bovendrijven’ en ‘als je je best doet, dan kom je er wel’. Met andere woorden, als je de top niet bereikt, dan ligt dat volledig aan jezelf. Inmiddels weten we beter. Vooroordelen en seksestereotypen tieren welig, en aan vrouwen worden onmogelijke en tegenstrijdige eisen gesteld.
Een licht gevoel van twijfel en onbehagen is normaal wanneer je een stapje hoger op de carrièreladder zet. Je gaat immers iets doen wat je nog niet eerder hebt gedaan en dat is spannend. Je zelfvertrouwen groeit naarmate je merkt dat je het aankunt en wanneer je waardering krijgt voor je werk. Wanneer je echter voortdurend geconfronteerd wordt met microagressies, wanneer anderen herhaaldelijk je kennis en kunde in twijfel trekken, wanneer je je continu moet bewijzen, dan is er niet bepaald een voedingsbodem om in te gedijen. Google eens op ‘seksisme’ en ‘bedrijfscultuur’ en je kunt je hele weekend vullen met informatie over discriminatie op de werkvloer en de slopende gevolgen ervan.
In plaats van een inclusieve en veilige werkomgeving te creëren verwachten bedrijven dat hun werkneemsters zichzelf aanpassen. Alsof ze daar nog de puf voor hebben, want de dagelijkse strijd tegen stereotiepe verwachtingen en veronderstellingen vreet energie. Omdat ‘bedriegers’ bovendien geacht worden zelf hun onzekerheid te overwinnen, werken ze vaak bovenmatig hard. Niet zelden leidt dit tot stressgerelateerde klachten en een burn-out, waarna de droeftoeters hun volgende troef kunnen uitspelen: ‘Zie je wel, vrouwen kunnen het niet aan’. Het is vechten tegen de bierkaai.
Voor Zwarte vrouwen en vrouwen van kleur geldt dit nog sterker, zo blijkt uit onderzoek. In Confessions From Your Token Black Colleague beschrijft Talisa Lavarry hoe zij jarenlang dacht te lijden aan het bedriegerssyndroom. Achteraf bleek de oorzaak van haar onbehagen niet een gebrek aan zelfvertrouwen te zijn, maar de voortdurende confrontatie met institutioneel racisme en vooroordelen.
‘Hier had een bekwame vrouw kunnen zitten’
Hoe hoger en machtiger de posities die ze bekleden, hoe luider het gesmiespel over ‘terug naar het aanrecht’. Daar schreef LOVER al eerder over. Toen onlangs de eerste vrouwelijke namen uitlekten voor een kabinetspositie, werden er vraagtekens gezet bij hun capaciteiten. Zo riepen critici over Kajsa Ollongren dat zij als beoogd minister van Defensie geen militaire ervaring heeft. Dat gebeurde niet bij voorganger Henk Kamp, die – ten overvloede – die ervaring eveneens miste. Sanne Kanis verwoordde het als volgt: ‘Als witte man krijg je van Nederland een wildcard, als vrouw sta je met 10-0 achter. Je bent onbekwaam, totdat het tegendeel bewezen is.’
Het bedriegerssyndroom als diagnose past in de hele patriarchale systematiek waarmee vrouwen ‘op hun plek’ worden gezet en gehouden. Het legt niet alleen de verantwoordelijkheid voor een goede werksfeer bij vrouwen, maar beperkt ook hun carrièrekansen. Immers, wie zichzelf onderschat, zal niet snel hogerop solliciteren.
In Why do so many incompetent men become leaders? schrijft organisatiepsycholoog Chamorro-Premuzic dat organisaties kwaliteit gelijkstellen aan persoonlijkheidskenmerken als overmoed, arrogantie en narcisme. ‘The result is a pathological system that rewards men for their incompetence while punishing women for their competence, to everybody’s detriment.’ Onbekwame mannen houden dus invloedrijke posities bezet waar bekwame vrouwen hadden kunnen zitten.
Dunning-Kruger ofwel het blaaskaaksyndroom
Dat zelfvertrouwen de sleutel vormt voor succes, is een mythe. Het tegendeel is waar. Het doet je geloven dat je iets kunt, terwijl dat mogelijk niet het geval is. Hoe meer zelfvertrouwen je hebt, hoe groter de neiging om risico’s te nemen. Met alle gevolgen van dien. Het is verstandiger om enige voorzichtigheid te betrachten op onbekend terrein: besef dat je nog iets moet leren en denk goed na, voordat je tot actie overgaat. Wist je dat relatief meer vrouwen dan mannen de top van de Mount Everest bereiken? Terwijl vrouwelijke alpinisten zich gedegen voorbereiden, schatten mannelijke bergbeklimmers hun capaciteiten te hoog in, waardoor ze voortijdig afhaken, doodvriezen of te pletter vallen.
Voor deze zelfoverschatting is twintig jaar geleden ook een syndroom bedacht: het Dunning-Kruger-effect. Uit experimenten van Justin Kruger en David Dunning bleek dat mensen met gemiddelde of lage scores zichzelf zwaar overschatten. Vooral mannen hebben last van deze afwijking. Laten we stoppen met onszelf en elkaar een bedriegerssyndroom aan te praten en voortaan Dunning-Kruger pathologiseren. Als samenleving zijn we immers meer gebaat bij leiders die hun capaciteiten naar waarde weten te schatten dan bij windbuilen met een blaaskaaksyndroom die zichzelf vol eigendunk op de harige borst kloppen.
Steun LOVER!
LOVER draait uitsluitend op vrijwilligers en donaties. Wil je dat Nederlands oudste feministische tijdschrift blijft bestaan? Help ons door een (eenmalige) donatie. Elke euro is welkom en wordt gewaardeerd. Meer informatie vind je hier.
Meer LOVER? Volg ons op Twitter, Instagram, LinkedIn en Facebook.