‘Pijn? Gewoon nog even volhouden’
‘Ontspannen en dan is het in twee minuten gepiept’. Twee minuten worden er tien. Tien worden er vijftien. Vijftien worden er twintig. Twintig worden er veertig. Veertig minuten met mijn benen wijd terwijl drie paar handen en ogen daar beneden bezig zijn.
‘Je hebt zeer waarschijnlijk endometriose’, was de diagnose van de huisarts. Dit is in eerste instantie een symptoomdiagnose. Symptomen als: extreme menstruatiepijn en bloedverlies, bekkenpijn, pijn tijdens seks, constante vermoeidheid, een opgeblazen gevoel en darmproblemen van diarree tot constipatie. De hulp komt in de vorm van een spiraaltje. Een spiraaltje dat ik niet wil, maar blijkbaar bestrijden we hormonen in de eerste plaats met meer hormonen. Zonder deze stap doet het ziekenhuis niks. Welke keus heb ik? Dus daar lig ik dan. Benen wijd, felle lamp er op en goed naar mijn buik toe ademen. Mijn arts is bemoedigend; ze praat me er doorheen. Die eendenbek is niet de eerste keer. Dat er een meet instrumentje mijn baarmoedermond ingaat, wel. De diagnose: een baarmoederhals die een gezonde zeven centimeter lang is en een baarmoeder die er blijkbaar mooi uitziet. Toch wil het niet lukken. Ik denk dat mijn lijf zich verzet tegen het inbrengen van dit lichaamsvreemde item.
De zee aan bloed die op gang komt, is onvoorzien. Ik voel het naar buiten stromen. Positief puntje: het is een visuele bevestiging van de aanwezigheid van endometriose. We doen dit niet voor niks. De pijn ervan kan ik wel handelen, want misselijkheid en huilen van de krampen is een maandelijks fenomeen. Met pijn doe ik alles wat alle anderen ook dagelijks doen. Over die pijn klaag ik niet. Die maakt me zwak, dus is die er voor de buitenwereld niet. De normale reactie hierop is ‘het hoort erbij, neem een paracetamol’. Na ook nog een ‘we doen pas iets als je echt flauwvalt’ tijdens een eerder belletje met de huisarts, ervaar ik een dankbaarheid die tegelijkertijd misplaatst voelt, nu er eindelijk iets aan gedaan wordt. Na het verschijnen van een extra paar handen en ogen, lukt het bij de aller- aller- allerlaatste poging dan toch. Lucky me.
Nu ga ik met spiraal in mijn lijf al twee maanden bloedend en met buik- en rugpijn door het leven. Iedere dag voelt het alsof ik opnieuw ongesteld word. Maar onder het mom van ‘nog even volhouden, het moet settelen’, hou ik nog even vol. Mensen met baarmoeders houden nog even vol, functioneren nog even alsof het niks is en doen nog even alsof het er gewoon allemaal bij hoort. Tegen al mijn principes in meld ik me toch een dag ziek op mijn werk, het gaat gewoon niet. Ik hoor mezelf zeggen: ‘ja vrouwendingen, ik weet niet hoeveel details je daarover wilt horen’. Stel je voor dat de ander zich ongemakkelijk voelt. Ik ben zo ver dat ik openlijk met een tampon naar het toilet loop, waarom praat ik hier dan niet over?
Het afgelopen weekend lag ik vele uren op de koude badkamervloer om flauwvallen te voorkomen. Toch nog maar een keer de dokter bellen. Welke woorden moet ik gebruiken om serieus genomen te worden? Om mezelf serieus te nemen? Met een bemoedigende ‘je hebt inderdaad genoeg pijn en klachten om verdere stappen te bespreken’, hang ik tevreden op en wacht ik mijn volgende afspraak af. Die is over een maand. Nog even volhouden.
50 jaar LOVER!
LOVER draait sinds de start in 1974 volledig op vrijwilligers en donaties. Dit jaar bestaat LOVER 50 jaar. Voor de jubileumactiviteiten zijn extra middelen nodig. Informatie over (eenmalig) doneren vind je hier.
Potentiële subsidieverstrekkers zijn van harte uitgenodigd om contact op te nemen met het bestuur via .