Zomercolumn: een land waar vrouwen willen wonen
Watervallen, fjorden, geisers en gletsjers. Een grote verscheidenheid aan flora en fauna. En bovenal, de enorme leegte. Voor natuurliefhebbers en rustzoekers is IJsland de hemel op aarde. Het dunbevolkte eiland staat ook bekend als ’s werelds meest feministische land. Klinkt paradijselijk, nietwaar? Tijd voor een nadere kennismaking.
Op 24 oktober 1975 legden alle vrouwen in IJsland hun - betaalde en onbetaalde - werk neer. Deze massale staking was een protest tegen ongelijke behandeling en legde het land plat. De actie had verstrekkende gevolgen. Een jaar later werd een wet voor gelijke rechten ingevoerd en in 1980 kreeg IJsland voor het eerst een vrouwelijke premier, die tot 1996 staatshoofd bleef. IJsland bleef actief werken aan gelijkheid en inclusiviteit. Vorig jaar werd een wet aangenomen die bedrijven verplicht te bewijzen dat ze vrouwen en mannen gelijk belonen en in 2017 koos de bevolking voor de tweede maal in de geschiedenis een vrouw als minister-president.
IJsland staat al jaren op nummer 1 in de Global Gender Gap Report van het World Economic Forum. Deze toppositie heeft het land te danken aan de laagste gender gap ter wereld, namelijk 13%. Dat klinkt nog niet als het ultieme, feministische paradijs. Er is bijvoorbeeld nog steeds een loonkloof en de strijd gaat onverminderd door. Om de zoveel jaar leggen IJslandse vrouwen op 24 oktober hun werk een paar uur vroeger neer om aandacht te vragen voor de loonkloof. Het startmoment van deze staking wordt bepaald door het beloningsverschil tussen vrouwen en mannen. In 2010 stopten de vrouwen om 14.25 uur, in 2016 om 14.38 uur en vorig jaar om 14.55 uur.
Feminisme is hier geen vies woord. Sterker nog, het is mainstream. Vrouwen én mannen vinden gelijke behandeling, gelijke kansen en gelijke beloning vanzelfsprekend. Alledaags seksisme past niet in dat plaatje. Of zoals een IJslandse die naar Brussel verhuisde het formuleert: “Door mijn feministische opvoeding in IJsland kan ik me over veel zaken hier verbazen. Zo hoor je hier grappen die impliceren dat ik terug naar de keuken moet, en seksistische opmerkingen over mijn kledingkeuze. Ook catcalling, het naroepen of nafluiten van vrouwen, leerde ik pas in Brussel kennen. Misschien lijken zulke voorbeelden onbelangrijk in het licht van het grote plaatje, maar pas als ze serieus genomen worden, kunnen beide seksen als gelijkwaardig worden gezien in alle opzichten, impliciet en expliciet.”
Ik ben in Siglufjördur, de meest noordelijke plaats van IJsland. Een kleine vissersplaats met circa 1100 inwoners. ’s Winters is het stadje soms dagenlang onbereikbaar. Bij lawinegevaar worden de drie tunnels die dit stadje ontsluiten, gesloten. De makers van de serie Trapped, die hier is opgenomen, raakten tijdens het filmen zelf ook een tijd trapped. Enkele decennia geleden was Siglufjördur het bedrijvige centrum van de haringvangst en woonden er duizenden mensen, aangevuld met tienduizend seizoenwerkers. Nu herinnert slechts die ene bezienswaardigheid aan deze gloriedagen: het haringmuseum. Verder is er één supermarkt, één pizzeria, één bakker annex lunchroom en één café. Geen last van keuzestress dus. Ik ben hier nu een maand, om te schrijven, om te rusten, om te zijn.
Het eerste wat mij op deze plek opvalt, is de zorg van mannen voor hun kinderen. Het uitgebreide ouderschapsverlof, waarbij jonge vaders – net als jonge moeders – drie maanden verlof krijgen, heeft een positieve invloed op betrokkenheid en taakverdeling. Ik zie meer mannen dan vrouwen met een kinderwagen lopen. Ik merk het in het zwembad, in de pizzeria en op straat: de vanzelfsprekendheid van een niet-traditioneel rollenpatroon.
Al decennialang ontwikkelt IJsland zich actief naar een inclusieve, gelijkwaardige samenleving. Een hele generatie IJslanders is opgegroeid onder een vrouwelijke premier. Als tijdelijke ‘inwoner’ zie en ondervind ik het effect daarvan.
Ik ervaar vrijheid op een dieper niveau, van een subtiele, genuanceerde soort. Het heeft te maken met de afwezigheid van alledaags seksisme en micro-agressie, met het ontbreken van impliciete verwachtingen en vooroordelen. De vanzelfsprekendheid waarmee ik serieus word genomen, de wijze waarop ik behandeld word. De vriendelijkheid en openheid. Vrij kunnen bewegen zonder bekeken of beoordeeld te worden. Het heeft te maken met sociale en fysieke veiligheid.
Ik merk het aan kleine dingen. Of beter gezegd: het ontbreken daarvan. Meer dan objectief waarneembare indicaties merk ik het aan datgene wat juist niet gebeurt.
Dat in restaurants het biertje en de rekening niet automatisch aan hém worden gegeven.
Geen verbaasde blik wanneer ik interesse toon in techniek.
Geen opgetrokken wenkbrauwen wanneer ik vertel dat ik niet kan koken.
Geen ongevraagde adviezen of opgedrongen meningen.
Geen commentaar.
De afwezigheid van genderstereotypen breekt mijn schild van alertheid beetje bij beetje af. Voortdurend op je hoede zijn kost energie en beperkt je bewegingsvrijheid. Dat merk ik hier pas, nu ik me langzaam losmaak van dat keurslijf. Ik loop naar buiten zonder me bewust te zijn van mijn uiterlijk. Ik kleed me naar het weer en naar mijn humeur. Ik vergeet soms mijn haren te kammen en kuier doodleuk met ontploft kapsel naar de supermarkt. Schaamteloosheid is niet het juiste woord; dat impliceert enig bewustzijn van eigen handelen. Het is juist een volledig ontbreken van dat bewustzijn. Deze vrijheid is ongekend en geeft letterlijk en figuurlijk ruimte.
Terwijl ik vanuit mijn slaapkamerraam kijk naar het smalle fjord en de hoge bergen, denk ik aan Joke Smit. Er is een land waar vrouwen willen wonen en ik heb het gevonden.