Oud-leden aan het woord - Pamela Pattynama
Omdat LOVER dit jaar vijftig jaar bestaat, heeft de redactie oud-leden, die om en rond 1984 actief waren, van Tijdschrift LOVER geïnterviewd. Hoe kijken ze terug op hun tijd bij LOVER? Wat motiveerde hen toen? Herkennen ze hun idealen in die van jongere generaties? En hoe zien zij de toekomst van het feminisme? In deze editie: Pamela Pattynama.
Pamela Pattynama doceerde literatuurwetenschap, koloniale studies en genderstudies aan de Universiteit van Amsterdam. Dat was haar wereld. Sinds haar pensionering is ze nog steeds actief bezig, zij het op een andere manier. Schrijven blijft een passie, net als het geven van workshops en andere activiteiten die haar uitdagen. Haar leven is getekend door haar academische en Indische achtergrond, maar ook door de voortdurende drang om betrokken te blijven, om te blijven creëren en te blijven leren. Ook al is ze dus officieel met pensioen, haar geest blijft actief en geïnspireerd door alles om haar heen.
Intense betrokkenheid en groei
Ik weet niet meer precies wanneer ik bij Tijdschrift LOVER betrokken raakte. Het was eind jaren zeventig of begin jaren tachtig.Wat me vooral is bijgebleven, is dat het een ongelooflijk plezierige tijd was. Het voelde allemaal zo fris aan. Nadat ik gescheiden was en ontdekte dat ik lesbisch was, veranderde alles. Het was een bevrijdende tijd van ontdekking en veel leren.
Ik herinner me hoe geweldig ik het vond om vrijheid te ervaren en te proeven, weg van de conventionele beperkingen van vrouwelijkheid en moederschap waar zoveel vrouwen onder gebukt gingen. Het was een tijd van grote verandering, met veel jonge mensen die heel actief betrokken waren. Terwijl we nu praten over feminisme, staat mij heel goed bij dat in die tijd de lesbische beweging, waar ik heel erg betrokken bij was, zich afsplitste van de bredere vrouwenbeweging. Er waren festivals, dansfeesten, discussiegroepen en allerlei persoonlijke en collectieve drama's waar we in verwikkeld raakten. Het voelde als een tijd van vernieuwing, waarin alles leek te schudden. Nieuwe ideeën ontsproten niet alleen uit de vrouwenbeweging en de lesbische beweging, maar ook uit andere revolutionaire bewegingen, zoals de homobeweging en de zwarte beweging.
In die periode heb ik vol spanning en enthousiasme genoten van het samenwerken met vrouwen in praatgroepen en collectieve activiteiten. We deelden persoonlijke ervaringen en ontdekten wat ons bond. Ik herinner me nog levendig hoe we gezamenlijk begonnen met vrouwencollectieven en hoe verrijkend het was om met vrouwen samen te werken. Er waren momenten van actie en betrokkenheid; zo namen we deel aan protestacties, demonstraties en bezettingen en hoorde ik bij het collectief dat de eerste vrouwenboekhandel in Amsterdam oprichtte, Xantippe, die nog steeds bestaat. Als liefhebber van verhalen vertellen voelde ik me aangetrokken tot de literatuur en het verkennen van de filosofie en theorie achter het feminisme. Al met al was ik in die tijd voortdurend bezig met het actief uitdragen en praktiseren van het feminisme, zowel in mijn persoonlijke leven als in meer publieke initiatieven en discussies. Het was een tijd van intense betrokkenheid en groei, waarin we samen werkten aan een wereld die meer recht zou doen aan de diversiteit en kracht van vrouwen.
Vergeten verhalen
Ondanks mijn verminderde activiteit blijft mijn passie voor het overdragen van kennis onverminderd. Vanwege mijn Indische afkomst is het koloniale verleden in mij geworteld en maakt daarom een essentieel onderdeel uit van mijn leven en werk. Ik geef nog steeds workshops, onder andere gericht op jongeren die maar weinig weten over dit belangrijke stuk geschiedenis. Ze zijn niet bekend met waar ze vandaan komen en de ontstaansgeschiedenis van de Indische gemeenschap, laat staan met de rol van vrouwen in de koloniale tijd. Daarom focus ik me specifiek op dit aspect.
Terwijl de traditionele verhalen vaak gericht zijn op mannen – de militairen, planters en politici – blijft het verhaal van vrouwen onderbelicht. In mijn colleges belicht ik daarom de cruciale rol van vrouwen in de koloniale geschiedenis. Dat doe ik niet alleen. Samen met collega’s geef ik workshops waarin we de economische en sociale bijdragen van vrouwen in de koloniale geschiedenis belichten. We onderzoeken hun ervaringen, verwachtingen en de realiteit van hun leven tijdens die periode. Ik voel het als mijn missie om deze vergeten verhalen naar voren te brengen en een ander perspectief te bieden op de geschiedenis van onze samenleving. Door middel van onderwijs en bewustwording kunnen we een completer beeld vormen van het verleden, en de rol van vrouwen erkennen en eren.
Progressieve verandering is cruciaal
In een wereld waar oorlogen, stromen vluchtelingen en sociale onrust de norm lijken te worden is verandering broodnodig. Vernieuwende ideeën over gender en vrouwelijkheid lijken niet aan te slaan in deze tijd waarin populistisch rechts terrein wint in Nederland. Verbijsterd kijk ik toe, want dit heeft niet alleen invloed op ons, maar vooral op de volgende generaties.
Gelukkig zie ik ook een groeiende openheid, een streven om niet meer in termen van mannelijkheid of vrouwelijkheid te denken, maar eerder in termen van vloeiende grenzen, individualiteit en diversiteit. Mensen worden aangemoedigd om zichzelf uit te vinden, om openlijk te praten over wie ze willen zijn. Deze veranderingen doorbreken de traditionele normen en moedigen een nieuwe manier van zelfreflectie, van gender fluïditeit en ook van interactie aan.
Het lijkt misschien klein, maar toch zijn er grote bewegingen aan de gang, waarbij grenzen vervagen, zowel op politiek als op persoonlijk niveau. Het is bemoedigend om te zien dat genderidentiteit nu bespreekbaar is en dat grensoverschrijdend gedrag wordt aangepakt. Dit creëert ruimte voor groei en bloei in een wereld die steeds meer lijkt te worden begrensd en verdeeld. Het feit dat mensen, zelfs politici en BN'ers, openlijk uit de kast durven te komen, getuigt van een enorme vooruitgang. We kennen nu de gezichten van degenen die hun ware zelf omarmen, ongeacht hun positie. Dit is een stap in de goede richting, in ieder geval een teken van hoop te midden van de uitdagingen van onze tijd.
Mijn wens is dat alles verandert en in beweging blijft. Onze generatie heeft veel bereikt en het is hoopvol dat de volgende generatie het stokje overneemt. Ik hoop van ganser harte dat Nederland zich ontworstelt aan het juk van populistisch rechts en dat het reactionaire klimaat waarin we ons bevinden wijzigt. Een progressieve verandering is van cruciaal belang voor de samenleving als geheel, maar geeft ook ruimte aan individuen om zich op gender gebied te ontplooien. Misschien naïef, maar ik hoop dat mensen persoonlijk geluk kunnen vinden in de wereld, hoe gewelddadig die ook is. Ja, dat zou prachtig zijn!
[ID] Op de foto zijn de geïnterviewde oud-leden van Tijdschrift LOVER te zien en is gemaakt door Annika Hagen (Kaatje Ziet) in 2024. De foto is een recreatie van een foto gemaakt van dezelfde leden in 1981 door Catrien Ariëns die openbaar te vinden is in het archief van Atria. Van links naar rechts op de onderste rij is te zien Gusta Drenthe, op de middelste rij Marijke Mossink, Pamela Pattynama, Robertine Romeny en Trude van Kuijeren, en op de bovenste rij Anneke de Regt en Anneke Heinz. Nicoline Meiners is overleden en is daarom niet op de recreatie van de foto te zien.
Meer uit deze reeks
In het kader van het vijftigjarige bestaan van LOVER interviewt de redactie oud-leden van Tijdschrift LOVER. Dit is het vijfde interview in deze reeks. Eerder verscheen/verschenen: Oud-leden aan het woord - Anneke de Regt, Anneke Heinz, Gusta Drenthe en Marijke Mossink.
Steun LOVER!
LOVER draait uitsluitend op vrijwilligers en donaties. Wil je dat Nederlands oudste feministische tijdschrift blijft bestaan? Help ons door een (eenmalige) donatie. Elke euro is welkom en wordt gewaardeerd. Meer informatie vind je hier.
Meer LOVER? Volg ons op Twitter, Instagram, LinkedIn en Facebook.