De teruggevochten vrouwelijkheid

Amelia Bartlett via Unsplash
Amelia Bartlett via Unsplash
Annalin van Putten • 7 mrt 2022

Door de misstanden bij The Voice of Holland stond het nieuws de afgelopen weken opnieuw in het teken van de vraag: hoe kan seksueel geweld tegen vrouwen (wereldwijd) nog steeds op zo’n grote schaal voorkomen? De verscheidenheid in opmerkingen op de gebeurtenissen laat opnieuw de polarisatie zien in het discours rondom (seksueel) geweld: enerzijds wordt vrouwen opgelegd zich weerbaarder op te stellen en zich niet als slachtoffer te profileren, anderzijds is er wereldwijd een steeds groter wordende groep die vindt dat (seksueel) geweld dat al eeuwenlang systematisch plaatsvindt, bij de wortel aangepakt dient te worden. Het wereldwijd ‘geaccepteerde’ beeld van de vrouw als (potentieel) slachtoffer van geweld – waar veel jonge vrouwen mee opgevoed worden, lijkt tegelijkertijd steeds vaker ‘weerlegd’ te worden in mainstream media. In blockbusters en tv-series ligt steeds vaker de nadruk op krijgshaftige en gewelddadige vrouwen. Leidt deze beeldvorming tot emancipatie van het (archetypische) vrouwbeeld of werkt het verdere stigmatisering in de hand?

De zachtaardige, vrouwelijke natuur
De idee dat de vrouwelijke natuur enkel zachtaardig zou zijn, is vanaf de achttiende eeuw ingebed geraakt in de (westerse) samenleving, mede dankzij de theorieën van de filosoof Rousseau. Hij introduceerde het thema ‘terug naar de natuur’. De ‘vrouwelijke natuur’ werd daarbij zo gedefinieerd dat zij alle kenmerken van de 'goede moeder' omvatte. Ook de invloedrijke psychiater Sigmund Freud stelde dat de agressie bij de vrouw naar binnen zou zijn gericht, overeenkomstig haar seksuele passiviteit. Deze verklaring gaf hij voor het feit dat vrouwen in zijn optiek masochistisch en passief van aard zijn. Het ‘nieuwe’ verband dat hij hiermee legde tussen agressie en seksualiteit bij vrouwen is geënt op een eeuwenoud denken over de gevaarlijke, vrouwelijke seksualiteit. Want waar de vrouwelijke seksualiteit lange tijd gevreesd, verafschuwd en middels zedigheidswetten in verschillende patriarchale culturen bestreden werd, vond er vanaf de achttiende eeuw een kentering in dit denken plaats door de (‘gevaarlijke’) seksualiteit los te koppelen van de vrouwelijke identiteit.

De ‘heilige moeder’ werd op een voetstuk geplaatst, en om dit vrouwbeeld te kunnen vereren werden driften als geweld en seksualiteit in de vrouw ontkend, of in de latere psychoanalyse voorgesteld als een door de vrouw te sublimeren neiging. Vrouwen die seksueel actief waren en ‘daarmee’ ook hun agressie naar buiten richtten, kregen het eeuwenoude predicaat ‘hoer’ toegekend. Rousseau en later Freud werkten een vrouwbeeld uit waarbij de nadruk lag op toewijding en opoffering: het beeld van de passieve en zachtaardige vrouw. Filosofe Elisabeth Badinter trekt dit vrouwbeeld in haar omstreden boek in twijfel, door onder andere te stellen dat deze geromantiseerde moederliefde (ook) een sociaal-maatschappelijk concept is.

Door bij mannen en vrouwen het beeld te laten internaliseren dat 'de' vrouw en ‘haar natuur’ enkel zachtaardig, passief en dociel is, is een oorspronkelijk beeld van de vrouw verloren gegaan.

Oerbeeld van de vrijgevochten vrouw
In veel culturen bestaat er namelijk een oeroud beeld van vrouwelijke kracht en seksualiteit dat ontzag en vrees inboezemt. Deze vrouwelijke godheden komen volgens schrijfster Shahrukh Husain voort uit dezelfde bron: de hoogste werkelijkheid die kan worden omschreven als godin. Deze godin manifesteert zich in veel verschillende hoedanigheden. Ze is onafhankelijk, seksueel, sterk, soeverein en houdt zich ook bezig met oorlog en jacht. Haar belangrijkste eigenschap is 'allesomvattendheid': alle tegenstellingen zijn in haar aanwezig, zoals mannelijk en vrouwelijk, schepping en vernietiging.[1]

Heel bekend is inmiddels de demon Lilith, van wie gedacht wordt dat ze de eerste vrouw van Adam was. Zij wordt in joodse overleveringen omschreven als een hoer die ontucht bedrijft met mannen en baby’s zou eten. In de Marokkaanse volkscultuur bestaat het beeld van Aicha Kandisha, een wellustige demon met volle borsten en zinnelijke lippen, die mannen op straat lastigvalt. Maar denk ook aan de Hindoestaanse godin Kali die vaak afgebeeld wordt met een door haar afgehakt hoofd in de hand, of aan wraakgodinnen als de kijo uit de Japanse cultuur, de Gorgonen uit de Griekse mythologie of de Xtabay uit de Mayacultuur, die mannen de jungle in zou verleiden om ze daar te vermoorden.

Ook veel historici houden zich inmiddels bezig met de vraag of mythologische krijgshaftige vrouwen als bijvoorbeeld de Keltische koningin Boudica, die de leidster zou zijn geweest van de opstand tegen de Romeinen in het jaar 61, of de schildmaagden die meegevochten zouden hebben met de Vikingen, daadwerkelijk bestaan hebben. In 2017 moesten archeologen hun kennis van de Vikingen nog bijschaven, omdat uit nader onderzoek bleek dat de gevonden botten in een Vikinggraf compleet met zwaarden, pijlpunten en twee geofferde paarden, van een vrouw bleken te zijn.

‘Waarom wordt er toch zo veel nadruk gelegd op de vraag of vrouwen ook gewelddadig geweest zijn, en daarmee gelijk aan mannen, wanneer je spreekt over de agency bij (Viking) vrouwen’?, is de prikkelende vraag die onderzoeker en schrijfster Johanna Katrin Fridriksdottir formuleerde toen haar werd gevraagd of schildmaagden hebben bestaan. De agency blijkt volgens haar namelijk ook uit andere aspecten uit de Vikingsamenleving, waarbij ze onder andere refereerde aan het feit dat vrouwen verantwoordelijk waren voor de zeilen van de Vikingschepen, die minstens zo belangrijk waren als de boot zelf. ‘Wat zegt het over ons dat we macht en agency relateren aan geweld?’, is de vraag die Fridriksdottir terecht stelt.

De wrede, vrouwelijke natuur
De beeltenissen van machtige, krachtige vrouwen zijn met het ontstaan van de archetypen hoer, heks en heilige moeder, ontdaan van hun oorspronkelijke betekenis, door niet alleen het vrouwbeeld te demythologiseren, maar ook door de vrouw (zelf) tot op zekere hoogte te domesticeren. De (on)bewuste relatie die gelegd wordt tussen macht en (seksueel) geweld, en die Fridriksdottir terecht bevraagt, heeft vanaf de achttiende eeuw voor een definitieve breuk gezorgd met dat wat als vrouwelijk beschouwd én ervaren wordt.

Dit blijkt ook uit hedendaagse onderzoeken naar geweld gepleegd door vrouwen.  Zo merkte hoogleraar sociologie Murray Straus - die meer dan 40 jaar onderzoek deed naar huiselijk geweld – in zijn onderzoek op dat hij weerstand ervaren heeft wanneer hij rapporteerde over geweld gepleegd door vrouwen. Opvallend genoeg kwam die weerstand ook uit feministische hoek. Volgens hem heeft dit deels te maken met de archetypische verwachting dat alle vrouwen zachtaardige en liefdevolle moederfiguren zijn, maar ook omdat de heersende gedachte is dat vrouwen als slachtoffer in een patriarchale cultuur leven, waarin ze via geweld gedomineerd en onderdrukt worden. Het geweld dat zij plegen wordt vanuit die slachtofferrol of hun geestelijke gesteldheid verklaard.

De ideeën en opvattingen over 'de' vrouwelijke natuur, lopen ook onder feministen uiteen. Zo erkennen feministische auteur en hoogleraar Camille Paglia en feministische auteur Andrea Dworkin beiden de eeuwenlange relatie tussen de vrouwelijke seksualiteit en geweld, maar kennen zij de vrouw hierin een andere positie toe. Dworkin beschouwt de vrouw als passieve ontvanger van (seksueel) geweld en plaatst de vrouw hiermee in de positie van slachtoffer, terwijl Paglia de vrouw naast slachtoffer van (seksueel) geweld óók als representant van (seksueel) geweld beschouwt. Volgens Paglia is de vrouw ook agressor,  waarmee deze theorie aansluit bij het oorspronkelijke denken over de vrouw als godin die tijdens de seksuele daad de penis opslokt, Dworkin stelt juist dat de vrouw wanneer ze wordt gepenetreerd door een man en hij letterlijk bij haar binnendringt, door hem wordt overmeesterd en 'buit gemaakt'. [2][3]

Paglia constateert een natuurlijke relatie tussen geweld en seksualiteit die niet voorbehouden is aan één sekse. Geïnternaliseerde beelden van de man als seksuele agressor en de vrouw die dit in gelatenheid ‘dient’ te ondergaan, zijn dankzij de seksuele revolutie, feministische ontwikkelingen of bewegingen als #MeToo, gaan kenteren. Deze ontwikkeling is duidelijk te zien in bekroonde, hedendaagse series die door vrouwen geschreven zijn, zoals Fleabag, Girls, The Duchess en I may destroy you. Het gedrag van de vrouwelijke personages in deze series lijkt op natuurlijke wijze voort te komen uit hun vrijgevochten persoonlijkheden. Deze vrouwen zijn ogenschijnlijk onsympathiek, egocentrisch, hardvochtig, wreed, gewelddadig en ze beschikken over een hoog libido. De ‘vrouwelijke natuur’ die in deze series wordt gerepresenteerd is daarmee een directe vertaling van het oerbeeld van vrouwelijke seksualiteit en geweld – kanten die door de personages niet worden verheerlijkt of veroordeeld, ‘slechts’ belichaamd.

De teruggevochten vrouwelijkheid
In  hedendaagse representaties heeft de nadruk die gelegd wordt op de gewelddadige kant in vrouwen ook als doel de vrouwelijke representatie te ‘vervolmaken’. In blockbusters als Malificent (2014 en 2019), Cruella (2021), Birdsof Prey: and the fantabulous emancipation of one Harley Quinn (2020), en in wereldwijd bekeken series als You of Why women kill, wordt geweld gepleegd door vrouwen als iets aantrekkelijks gepresenteerd, als een eigenschap die bijdraagt aan een krachtige, onafhankelijke, onaangepaste en sexy persoonlijkheid. De vergelijking met het beeld van de scheppende en vernietigende oergodin is bij deze representaties snel gemaakt. Malificent wordt zelfs de afstammeling van de Feniks genoemd: “zij die de macht heeft over leven en dood, verwoesting en wedergeboorte”. Een sleutelmoment in de film Cruella is wanneer Cruella als emancipatoire daad besluit haar ware godinnenaard te omarmen: “Ik ben Cruella, briljant, boosaardig en een tikje gek (…) ik ben beter (…) Ik moet wraak nemen en verwoesten”.

Het feit dat de Harley Quinn-kostuums al jaren op rij niet aan te slepen zijn met Halloween, en er op jaarbasis legio TikTok-filmpjes gemaakt worden door jonge meisjes wereldwijd die zich kleden als Harley of haar imiteren, laat zien dat dit beeld van vrouwelijkheid aansprekend is. Harley lijkt niet alleen een inspiratie en voorbeeld te zijn, maar ook een (onverwacht) feministisch icoon, juist omdat ze voorbij gaat aan het liefelijke, ingetogen en beheerste vrouwbeeld dat we al langere tijd kennen, ook uit films en tv-series.

De vraag blijft echter of deze representatie van vrouwelijkheid resoneert omdat het aansluit bij het breed gedragen idee over macht en geweld, of dat het mogelijk een oorspronkelijk beeld van vrouwelijkheid in herinnering roept? Deze representatie lijkt een vertrouwen in eigen kracht en macht in (jonge) vrouwen aan te wakkeren dat tegenwicht kan bieden tegen de heersende gedachte dat (jonge) vrouwen in patriarchale culturen of systemen slachtoffer zullen zijn en blijven van (seksueel) geweld. Leidt deze beeldvorming daarmee tot emancipatie van het (archetypische) vrouwbeeld of werkt het verdere stigmatisering in de hand? Zeker wanneer je uitgaat van de archaïsche, misplaatste gedachte dat macht zich laat uitdrukken in (seksueel) geweld.

Het beeld van de oergodin toont ons niet voor niets de cruciale balans in eigenschappen en vermogens en maakt een definitieve bepaling van wat vrouwelijk of machtig ís, vrijwel onmogelijk. Hedendaagse representaties van vrouwen die, naast een keur aan andere eigenschappen of vermogens, ook gewelddadig kunnen zijn, maken het voor (jonge) vrouwen in deze fase van het emancipatieproces mogelijk om aspecten in zichzelf aan te raken of te herkennen die lange tijd zijn voorbehouden aan mannen, en daarmee niet tot verdere realisatie in ‘de’ vrouwelijke identiteit gekomen zijn. Wanneer je als (jonge) vrouw aan de ene kant misstanden aan de kaak kunt stellen en je je aan de andere kant kunt identificeren met een beeld van macht, bijvoorbeeld via representaties, kan (een gevoel van) macht teruggenomen worden en dit kan bijdragen aan een krachtiger en meer geëmancipeerd vrouwbeeld. En door op een symbolisch niveau vermogens van macht en kracht te relateren aan zowel de vrouwelijke als mannelijke identiteit, zou er in cultureel-maatschappelijke zin eindelijk gezocht en bewogen kunnen worden naar een egalitaire vorm van macht en kracht, die in de toekomst niet teruggevochten hoeft te worden.

Over de auteur
Annalin van Putten (1984) studeerde Theaterwetenschappen en Theatre Studies en studeerde af als dramaturg. Daarnaast studeerde ze Transpersoonlijke psychologie, Filosofie en Zingeving en Spiritualiteit, waarmee ze afstudeerde als transpersoonlijk therapeut. Ze is eigenaar van coachingspraktijk Aislinn, publiceert met enige regelmaat artikelen en is momenteel haar onderzoek 'De emancipatie van de hoer' aan het omwerken naar een boek. Website: Aislinn.nl

Steun LOVER!
LOVER draait uitsluitend op vrijwilligers en donaties. Wil je dat Nederlands oudste feministische tijdschrift blijft bestaan? Help ons door een (eenmalige) donatie. Elke euro is welkom en wordt gewaardeerd. Meer informatie vind je hier.

Meer LOVER? Volg ons op TwitterInstagramLinkedIn en Facebook.

 

[1]                 Husain, S. De Godin. Het Matriarchaat. Mythe en Archetype. Schepping, Vruchtbaarheid en overvloed. Kerkdriel: Librero Nederland b.v., 2002.

[2]        Paglia, C. Het seksuele masker. Kunst, seksualiteit en decadentie in de westerse beschaving. Amsterdam: Prometheus, 1992. P: 11-13, 18-20.

[3]        Dworkin, A. Paren. Baarn: Anthos, 1989, p. 131-133.