Filosofische zeemeerminnen
Vijf zeemeerminnen zitten op een rots en kijken het publiek uitdagend aan. Met hun felblauwe vissenstaarten, minuscule topjes en glitterlippenstift lijken ze de vleesgeworden verleidsters die sinds mensenheugenis de fantasie van filosofen en zeelui prikkelden. Maar schijn bedriegt. Deze hydrofeministes zijn niet aan land gekomen om ons te bekoren, maar om de mensheid te waarschuwen.
Gezien op 13 december 2018, Frascati, Amsterdam
Als in een sprookje neuriën de bevallige zeemeerminnen een betoverende melodie. Het roept associaties op met die andere mythische wezens: de sirenen uit de Griekse mythologie. Al snel loopt de vergelijking mank: de lokroep ontaardt in een verontrustend gebrul. Vervolgens glijden de zeemeerminnen een voor een van de rots af en blijft er van hun elegantie niets over. Als vissen op het droge happen ze naar adem, slaan ze met hun staartvinnen en stuntelen ze onbeholpen voort over het podium. Met veel moeite hijsen ze zich in een rolstoel. Gorgelend en proestend wennen ze geleidelijk aan hun nieuwe omgeving. Dan volgen de eerste verstaanbare woorden: “Zijn er nog vragen?” Opgelucht over deze verrassende wending na het eerste verbijsterende kwartier barst het publiek in lachen uit. De toon is gezet.
Het performerscollectief hydrofeminisme om water. Deze stroming pleit voor een fluïde wereldvisie als tegenhanger van het starre hokjesdenken. In een wereld waarin alles beweegt, vormt water de constante factor. Dat diezelfde constante factor zelf vloeibaar is, maakt dat alles en iedereen voortdurend verbonden én in transitie is. Wij mensen denken dat het leven begint bij de geboorte en eindigt bij de dood. Binnen het hydrofeminisme of waterig denken zijn deze twee gebeurtenissen niets meer en niets minder dan transformaties in een nieuwe vorm. Het menselijk lichaam bestaat grotendeels uit water en ons water staat voortdurend in verbinding met de wereld om ons heen. We urineren, transpireren, menstrueren, vomeren. Onze huid, dat dunne membraam, lijkt een begrenzing, maar is dat dus blijkbaar niet.
Een duik in de diepte
In Atlantis nemen de zeemeerminnen het publiek mee naar hun onderwaterwereld. We duiken steeds dieper. De geprojecteerde tekst op de achterwand geeft informatie over waar we ons bevinden en welke zeewezens we aantreffen. Hoe dieper we duiken, hoe grimmiger het wordt. Op het diepste punt, zo’n 11.000 meter onder water, is het pikkedonker. Mensen zijn hier nog nooit geweest. Voordat we deze diepte überhaupt zouden kunnen bereiken, zijn we al opgegeten en uitgepoept door duizenden zeewezens. Anders gesteld - in de filosofie van de zeemeerminnen - dan zijn we al overgegaan in andere vormen.
Het toneelbeeld op dat diepste punt is intrigerend. In de duistere onderwaterwereld bewegen lichtgevende en fluorescerende organismen zich voort. We zien slechts flarden van wat er gebeurt. En wat er gebeurt, is allesbehalve geruststellend: wanhoop, pijn, paniek. De boodschap is even onheilspellend: mensen, kijk wat jullie hebben aangericht!
Een nieuwe, waterige manier van denken
De voorstelling is doorspekt met hilarische en subtiele wendingen en verwijzingen. Van een rolstoeldans op de karaokeversie van Tina Turners We Don’t Need Another Hero tot een jammerende opblaasoester die het niet meer ziet zitten. Atlantis is een visueel spektakel met een duidelijke boodschap. Om het milieu te redden en verdere verzuring van de oceanen tegen te gaan is afvalscheiding niet afdoende. Wat nodig is, is een andere manier van denken en handelen. Waterig denken, waarbij mensen zich bewust worden van hun plek in het ecosysteem en zich wat bescheidener opstellen, is daarbij slechts een eerste stap.
Concept en spel: Luit Bakker, Milou van Duijnhoven, Mirthe Labree, Aukje Schaafsma en Lisa Schamlé
Eindregie: Paul van der Laan
Kostuum: Lisa Jonkers
Lichtontwerp en techniek: Sjaak Zegwaard
Adviseurs: Simon(e) van Saarloos, Peter van Meel
Trailer: Ruben Labree
Rots: Fred Höppener
Foto: Bas de Brouwer