“Women are born with pain built in”
Herkennen en ontkennen van vrouwelijke pijn in Fleabag
De populaire Britse komedie-dramaserie Fleabag (2016-2019), geschreven door Phoebe Waller-Bridge, kaart op komische wijze grote feministische vraagstukken aan. Met opmerkingen als “I sometimes worry that I wouldn’t be such a feminist if I had bigger tits” spreekt titelpersonage Fleabag - een cynische, bloedeerlijke en seksueel gefrustreerde dertiger - zich openhartig uit over haar worstelingen met het patriarchaat, modern feminisme en de rol die haar lichaam hierin te vervullen heeft.
In “Episode 3” van het tweede seizoen komt een nieuw perspectief op de materialiteit van het lichaam in de ervaring van gender aan bod. Fleabag is op vraag van haar zus Claire betrokken bij de organisatie van de Best Woman in Business-awards en belandt na afloop van de uitreiking in een bar met Belinda, succesvol zakenvrouw en tevens winnaar van de prijs. Naar aanleiding van de award raken de twee vrouwen, al nippend aan hun Martini’s, verwikkeld in een persoonlijk gesprek over seksualiteit, feminisme en genderongelijkheid. Belinda, gespeeld door Kristin Scott Thomas, begint over vrouwelijke pijn en een “physical destiny” waaraan vrouwen onderworpen worden.
Moederlichaam in de zakenwereld
De notie van een fysiek lot is een omstreden onderwerp binnen het natuur-cultuurdebat in genderstudies en riekt naar het biologisch determinisme, dat ervan uitgaat dat “natuurlijke” lichamelijke verschillen in sekse automatisch bepalen welke posities mannen en vrouwen kunnen bekleden in de maatschappelijke orde.Uit de monoloog die Belinda inluidt met de stelling “Women are born with pain built in”blijkt de ambiguïteit van haar visie op het “moederlichaam”. Dit Nederlandse equivalent van het Engelse “maternal body” verwijst naar het lichaam dat in staat is om te reproduceren, met onder andere menstruatie, zwangerschap en menopauze als kenmerkende aspecten. Wat betekent het hebben van een moederlichaam in de zakenwereld? Is het mogelijk om dit lichaam serieus te nemen - met al haar pijn, maar ook positieve waarden - en tegelijkertijd in de eerste plaats gezien te worden als mens, in plaats van als vrouw?
Feminisme en het lichaam
In haar Feminism and the Biological Body legt Lynda Birke uit dat feministische theorie, zich afzettend tegen een traditie van biologisch deterministisch denken over gender, een vijandige houding heeft aangenomen tegenover het biologische lichaam, “because all too often the link between women and our bodies has been seen as curtailing our freedoms”. Het onderscheid tussen gender en sekse is volgens haar zeer productief geweest in het analyseren van culturele inscripties op het lichaam, maar heeft ervoor gezorgd dat het lichaam in feministische theorieën vervreemd is geraakt van de geleefde ervaring. Met haar werk tracht Birke de kloof tussen cultuur en wetenschap te overbruggen door het biologische lichaam te herintroduceren en herformuleren in het feministisch gedachtegoed. “[T]he body I always wanted to discuss . . . was material, it was flesh. It hurt, it bled”.
De vraag om erkenning van de pijn van dit vleselijke, bloedende lichaam, resoneert met Belinda’s monoloog. De aangeboren vrouwelijke pijn die de zakenvrouw beschrijft is in de eerste plaats fysiek: “period pains, sore boobs, childbirth, you know”. Ze conceptualiseert deze pijn als iets wat vrouwen jarenlang met zich meedragen in de manier waarop zij de wereld ervaren*. Aan de hand van binaire opposities zet Belinda de vrouwelijke ervaring af tegen de mannelijke. Waar pijn voor vrouwen geïnternaliseerd is - “we carry it within ourselves” / “we have it all going in here,inside” - zoeken mannen die buiten zichzelf: “They have to seek it out. They invent all these gods and demons and things, so they can feel guilty about things, which is something we do very well on our own”. De strijd die mannen voeren is gebaseerd op het construeren van een uitwendige vijand, op anders-zijn, op afstand. Deze afstand is onmogelijk voor vrouwen, in wiens eigen lichaam de goden en demonen huizen; interne strijd is hiermee onlosmakelijk verbonden aan de vrouwelijke conditie.
Losbreken van de mannelijke traditie
Hoewel Belinda de nadruk legt op de last die ze ondervindt, schemert ook door dat het moederlichaam toegang kan bieden tot waardevolle kennis. Dit gebeurt wederom via een binaire oppositie met mannen: “And then they create wars so they can feel things and touch each other and when there aren’t any wars, they can play rugby”. Door te stellen dat mannen oorlogen nodig hebben om in contact te komen met hun gevoelsleven en dat van een ander, impliceert ze dat vrouwen deze emotionele, sensitieve kennis van de wereld kunnen bereiken zonder hiervoor uitwendig conflict aan te gaan. Vanuit deze invalshoek is de zin te interpreteren als een oproep om ervaringen die voortkomen uit een specifiek vrouwelijke belichaming te herwaarderen; wellicht is het een manier om los te breken van een gewelddadige, mannelijke traditie van het willen uitdagen, verslaan en domineren van de ander.
Met deze uitspraken lijkt Belinda te hinten naar verschildenken: de tak binnen genderstudies die erop gericht is de verschillen tussen genders uit te lichten, om zodoende erkenning en waardering van het specifiek vrouwelijke te bereiken. Deze zinspeling wordt in haar monoloog echter overstemd door de van gelijkheidsdenken geïnformeerde wens om dergelijke verschillen compleet uit te wissen. De zakenvrouw is snel met het wegwuiven van Fleabags felicitaties aangaande haar winst van de titel Best Woman in Business: “It’s infantilizing bullocks . . . it’s ghettoizing, it’s the subsection of success. It’s the fucking childtable of awards”. De award is in haar ogen niet meer dan een vernederende herinnering aan het feit dat vrouwen niet op hetzelfde kwalitatieve niveau als mannen worden geschat. Ze verlangt ernaar als gelijke van de man beoordeeld te worden en beschouwt haar lichamelijkheid hierbij als obstakel.
Iets verschrikkelijks vrouwelijks
Al in het begin van de aflevering wordt duidelijk dat het personage het liefst zo min mogelijk herinnerd wordt aan haar belichaamde zijn als vrouw. Dit blijkt onder andere uit de manier waarop Claire haar zus instrueert in de preparatie van de prijs: “Make sure it’s not pink, or anything horrifically female, she’ll loath that”. De originele award is een abstracte, organische vorm van doorschijnend glas, aansluitend bij de wens naar een beeld dat in zijn neutraliteit een zekere genderloosheid uitstraalt. Wanneer Fleabag dit glazen beeld kapot laat vallen, is ze echter genoodzaakt het stiekem te vervangen door een van haar stiefmoeder gestolen kunstwerk: een massief gouden, naakte, vrouwelijke romp. Dit miniatuurlichaam staat gedurende de scène in de bar voortdurend gecentreerd in het kader tussen de twee vrouwen in, als constante herinnering aan een lichamelijkheid waaraan niet te ontkomen valt.
De bevrijding van de menopause
Een opvallend keerpunt in de monoloog vindt plaats op het moment dat Belinda over de menopauze begint.Waar een tirade over de gruwelen van de overgang vanuit haar opgewonden frustratie in de lijn der verwachting valt, weet Belinda ons te verrassen door de “fucking menopause” te beschrijven als “the most wonderful fucking thing in the world”. Belinda dankt de menopauze, omdat die haar heeft bevrijd uit de ketenen van reproductie: “No longer a slave, no longer a machine with parts. You’re just a person. In business”. Verbitterd deelt ze met deze laatste zin het onbarmhartige inzicht dat een jarenlange carrière als vrouw in de zakentop haar heeft gegeven: we zitten gevangen in een wereld waarin vrouwelijke belichaming en volwaardige menselijkheid niet te verenigen zijn. In haar verlangen benaderd te worden als “just a person”, erkend omwille van de kwaliteit van het werk dat ze levert, ziet Belinda ouderdom als enige ontsnappingsmogelijkheid uit een patriarchaal systeem dat haar wegens haar moederlichaam altijd in eerste plaats ziet als baarmachine. Het postmenopauzale bestaan biedt haar verlossing van de fysieke en mentale pijn van de menstruatiecyclus en de hieraan verbonden stigma’s rondom reproductieve functies, waardoor ze genderloos kan voortleven in een androgyne wereld.
Het mannenlichaam als de norm
De neutraliteit die wordt gepresenteerd als genderloos, echter, is in werkelijkheid een bevestiging van een mannelijke norm. Volgens Simone de Beauvoir ziet de man zijn lichaam als “a direct and normal link with the world that he believes he apprends in all objectivity”. Het mannelijke lichaam wordt aangenomen als robuust, onkwetsbaar en consistent gezond, een gemythologiseerde stabiele basis waarin de man als rationeel denker huist (Gatrell et al.). Om op gelijke voet beoordeeld te worden, is de vrouw genoodzaakt zich te assimileren aan deze mannelijke standaard, zich te ontdoen van specifieke vrouwelijke waarden, resulterende in wat Moira Gatensde “masculinization of women” noemt. Er is geen ruimte voor ervaringen en kennis die voortkomen uit het moederlichaam, omdat dit lichaam als fragiel, instabiel en oncontroleerbaar wordt gezien, de negatieve afspiegeling van een mannelijke belichaming die zowel als het positieve als het neutrale geldt. Dit besef voegt een betekenislaag toe aan de uitspraak “Women are born with pain built in”. Door meermaals te benadrukken dat vrouwelijke pijn van binnen zit, impliceert Belinda dat vrouwen geen ruimte hebben om uiting te geven aan ervaringen en gevoelens die niet binnen het raamwerk van de mannelijke norm passen. Ze dragen een last met zich mee, maar deze moet verborgen blijven; de strijd die zij voeren is onzichtbaar. Belinda’s frustratie over de reproductieve functies van het vrouwelijke geslacht wordt gevoed door de fallocentrische samenleving die geen oog heeft voor haar pijn: “your entire pelvic floor crumbles and you get fucking hot and no one cares”.
Gelijke waardering
Belinda’s ideeën rondom de rol van het materiële lichaam in de constructie van gender zijn complex en lijken paradoxaal. Enerzijds roept ze op de fysieke werkelijkheid van mensen met een baarmoeder te erkennen en het moederlichaam te zien als actieve medespeler in de manier waarop vrouwen de wereld ervaren. De vrouwelijke pijn die ze beschrijft is zowel biologisch bepaald als sociaal geconstrueerd: het is de maandelijkse fysieke en mentale pijn van de menstruatiecyclus; de pijn van het taboe hieromheen; de pijn gereduceerd te worden tot babymachine; de pijn die alsmaar verborgen en onuitgesproken moet blijven. Anderzijds verlangt ze ernaar haar lichamelijkheid te overstijgen, omdat aanpassen aan een als genderloos gepresenteerde mannelijke norm de enige manier is om als gelijke bejegend te worden. Door dit gevoel van tegenstrijdigheid lijkt het noodzakelijk om te kiezen tussen het accepteren en ontkennen van sekseverschillen. Deze dualistische logica is geïnternaliseerd in Belinda’s denken over het moederlichaam. Toch is haar bevlogen betoog juist te begrijpen als pleidooi voor een toekomst waarin het herkennen van lichamelijkheid de mogelijkheid van gelijkheid niet uitsluit; waarin de stoffelijkheid van het moederlichaam niet overstegen hoeft te worden om gelijke waardering te oogsten; waarin het mannelijke (en: witte, able-bodied) lichaam niet langer gehanteerd wordt als universele norm, maar ervaringen en kennis die voortkomen uit andere belichamingen ook in acht genomen en gewaardeerd worden.
*In haar monoloog stelt Belinda vrouw-zijn gelijk aan het hebben van een baarmoeder, waarmee ze cisgenderidenteiten als norm hanteert zonder aandacht te besteden aan trans- of non-binaire mensen die vanuit dezelfde lichamelijkheid mogelijk een vergelijkbare vorm van pijn beleven.
Steun LOVER!
LOVER draait uitsluitend op vrijwilligers en donaties. Wil je dat Nederlands oudste feministische tijdschrift blijft bestaan? Help ons door een (eenmalige) donatie. Elke euro is welkom en wordt gewaardeerd. Meer informatie vind je hier.
Meer LOVER? Volg ons op Twitter, Instagram, LinkedIn en Facebook.