Visite en vis blijven drie dagen goed
Deel 2 van Pleegkind in huis
Lees deel 1 van Pleegkind in huis hier.
Mijn bankstel zou aan gort gesprongen worden, een lawine aan puberale hormonen zou over mij heen rollen, de katten zouden van slag zijn, de melk zuur en de ramen uit hun sponningen. Uitgeput zou ik ‘s avonds op mijn bankstel neerstorten na een dag rondrennen met twee onvermoeibare pubers. Streng doch rechtvaardig en met humor zou ik geschillen tussen beide jongens de wereld uit helpen, waarna ze mij wrokkig, doch stiekem vol bewondering zouden aankijken om vervolgens braaf te doen wat ik zeg. Geweldige, voedzame maaltijden zou ik uit de keuken toveren en verstandig volwassen elke vraag over sex, drugs en rock en roll beantwoorden als was ik Goedele Liekens zelfe. Ik was bedacht op elke vorm van ADHD, PDD NOS, Autisme met hoog- tot laagbegaafdheid en elke uiting van tegendraads en ongewenst gedrag.
Maar ik was totaal niet voorbereid op wat wij in huis kregen: Een stille, teruggetrokken, overigens nette, maar buitengewoon saaie jongen.
Het liefst zat hij met een boekje in een hoekje, of beter gezegd, met een laptop, Iphone of gameboy. De nerd der nerds.Het bleek lastig, bijna onmogelijk om hem uit zijn stoel bij het raam te krijgen.
Mijn zoon mopperde op de saaiheid van onze gast. ‘Misschien moet hij gewoon nog een beetje wennen’, probeerde ik zoonlief na drie dagen verveling te sussen. ‘Waaraan dan mam, aan die stoel?
Van binnen dacht ik er net zo over: Onze ‘pleegzoon’ voor tien dagen, wilde zo min mogelijk met ons te maken hebben, stelde uitsluitend een vraag als het om eten of drinken ging (Kunnen we naar KFC? Ik lust wel Mc Donalds) en reageerde nauwelijks als wij hem iets vroegen en propte zijn kerstcadeaus ongeopend in zijn tas, inclusief zijn vuurwerk voor Oud en Nieuw.
Buiten was te koud, schaatsen te druk, lopen te ver (gaan we echt niet met de tram?) en omdat er in zijn ‘eigen' mailtje bij hobbies had gestaan: Voetballen, heeft zoonlief minstens twee keer per dag gevraagd of onze gast mee ging naar buiten, lekker voetballen samen. Het antwoord was en bleef nein. Het was te vroeg, te laat, te donker of te koud.
Hij lustte weinig, bliefde geen ontbijt en geen middageten, at geen sla en geen groente. De enige keer dat ik hem gelukkig smikkelend aan tafel heb gezien was bij de stamppot andijvie. Verder at hij vooral graag chips, nootjes, chocola en patat.
We verveelden ons bijna dood.
Lastig, want ik wilde onze ‘pleegzoon’ ook niet een hele dag alleen binnen laten, ook al heb ik het vermoeden dat hij dit prima had gevonden. Een stoel, een koelkast en een pc, meer leek hij niet nodig te hebben.
We hadden nog zo om een lekker actief kind gevraagd.
Kilometers zouden we fietsen, door weer en wind, fikkies stoken in het Amsterdamse bos en bomen klimmen in het Vondelpark. Ik had voor zijn komst al helemaal bedacht wat een mazzel hij wel niet had met zo’n maffe, actieve buitenmoeder als ik.
Dat werd het niet.
Mijn zoon kocht op één van de laatste dagen een pakje kauwgom van zijn zakgeld en weigerde dit te delen met de logé. 'Waarom zou ik? Hij wil toch niet met mij spelen? Dan hoeft hij ook geen kauwgom’. Kinderlogica. Snoeihard, maar ik kon hem geen ongelijk geven. Visite en vis blijven drie dagen goed.
Was het een succes? Nee.
Hadden we dit verwacht? Absoluut niet.
Gaan we dit nog een keer doen? Ja.
Zelfs zoon wil het nog een keer proberen. De pleegzoon en wij hadden geen click, maar het was zeker geen nare jongen.
Je doet bij het binnenhalen van een tijdelijk pleegkind simpelweg een sprong in het diepe. Je kunt geen ‘bestelling’ plaatsen die vervolgens mooi verpakt aan de deur wordt geleverd.
Het gaat hier om een mensenkind die om wat voor reden ook in een kindertehuis woont en de vakantie gaat doorbrengen bij jou, een wildvreemd gezin in een ander land. Je zou voor minder in je schulp kruipen.
Maar volgende keer hopelijk een kind met meer pit en zin in actie. Dan wordt het toch nog gezellig.
Het is de laatste dag en vanavond om 20.00 uur vertrekt zijn bus. Ik kan bijna niet wachten, want dan kunnen we weer lekker veel gaan doen. Wij brengen hem naar de bus. Hij geeft een hand en springt zijn vriendjes en vriendinnetjes uit het kindertehuis tegemoet, die ook allemaal in een pleeggezin hebben doorgebracht...god zij geloofd, de vakantie is voorbij.
Ik heb niet het gevoel dat ‘onze’ jongen uit Berlijn het echt leuk heeft gehad. Maar een trauma zal hij er ook niet aan overhouden. Er gebeurde tien dagen lang niets.
Volgend jaar doen we het weer. Nieuw kind, nieuwe kansen. En dat verdient elk kind.