Alle zegen komt van boven
Column Sjo Velland
Ik lig op mijn rug, met de knieën uit elkaar en kijk naar het hoofd tussen mijn benen. “Niks te zien”, zegt de gynaecologe. Als het zo door gaat vrees ik dat we ook deze keer geen eitjes kunnen oogsten.” Ik kijk met haar mee op de monitor waar ik door ervaring inmiddels zelf ook kan zien dat er niets veranderd is aan de vage blub van grijze en zwarte vlakken in mijn buik. Wat ik ook zie, een eicel kan ik er ook niet in ontdekken, dan zouden er wittige puntjes moeten zijn. “Kom over drie dagen maar terug, misschien is er dan iets.”
Dit is de tweede IVF-behandeling en deze moesten we zelf betalen en dat kost wel even iets meer dan een kwartje. Minister president Balkenende had er geen enkel probleem mee om voortaan alleen nog de eerste IVF-behandeling te vergoeden want, zo redeneerde hij, mensen die geen geld hebben om een IVF te betalen, kunnen ook niet voor een kind zorgen. Alsof je voor een kind in één maand tijd 2000 euro kwijt bent, want zo kostbaar kan een IVF-behandeling zijn.
Totaal in paniek kijk ik eenmaal weer thuis aangekomen naar onze huisraad. Wat kan ik voor de volgende IVF-behandeling verkopen als deze ronde óók mislukt? Om overdosering te voorkomen krijg je niet teveel vruchtbaarheidshormonen in één keer. Ik besluit het lot een handje te helpen en spuit stiekem drie dagen lang een hele ampul hormoontroep extra in mijn buikblubje. Het werkt. Tijdens de volgende controle zien we op de monitor duidelijk een klein trosje eicellen groeien.
Dan volgt er een onwerkelijke, sciencefictionachtige periode. De rijpe eitjes worden uit mijn buik geslurpt en knusjes samen in een petrischaaltje gestopt, zó de koelkast in. Manlief levert netjes een paar miljoen zaadcellen af. Die moeten dan in een centrifuge over een soort hindernisje zwemmen, waarna de stoerste zaadcellen gezellig bij de mooiste eicel in een reageerbuis mogen. Daar zwemmen ze vervolgens rond alsof hun leven ervan afhangt, wat natuurlijk ook zo is. De bevruchte eicel schieten ze na een paar dagen celdeling in de koelkast huppakee je baarmoeder in.
Nu, elf jaar later, loopt hier een prachtig wereldwonder door het huis. Onze reageerbuisbaby.
Puur geluk. Dat hij alleen maar chips, snoep en pindakaas zonder brood lust neem ik voor lief en gelukkig krijg ik er na heel veel gesoebat, gedreig en gemopper soms toch nog een ministronkje broccoli in. Wij zijn we blij met ons wonderei.
Het kan ook anders. Niet elke ouder staat kwijlend van vreugde de visite op te wachten met vrolijk bestrooide beschuitjes. Er zijn wanhopige vrouwen die het minimensje in een sporttas onder een boom in het bos leggen. Of als vondeling achterlaten bij het babyluikje. Soms heeft een kind harde pech en beland in een vuilcontainer. Je kunt een baby ook weggeven, verkopen, verpletteren, verpulveren of simpelweg negeren tot het wegkwijnt. Feit blijft dat er wereldwijd duizenden kinderen worden geboren die om de één of andere reden niet gewenst zijn.
Alleen daarom al ben ik vóór abortus. Want moet je in een wereld waarin de mensen van wie je de meeste liefde zou moeten krijgen niet op jou zit te wachten?
Ik lees een griezelig bericht in de Volkskrant van 21 september. De Poolse regering wil vijf jaar cel invoeren voor abortus. Het is nog maar een wetsvoorstel, maar toch.
Nu kunnen Poolse vrouwen abortus laten plegen na een verkrachting of wanneer het ongeboren kind een afwijking heeft. Als de wet wordt aangenomen dan kunnen vrouwen die abortus laten plegen een celstraf van tussen de drie maanden en vijf jaar krijgen. De behandelend arts blijft dan natuurlijk óók niet buiten schot. Het nieuwe voorstel is vergelijkbaar met de wetten van Malta, Ierland en het Vaticaan. Leg de breinaalden maar vast klaar zou ik zeggen.
Kortzichtige en star zijn de mensen die menen dat elke ongeboren spruit een paar liefhebbende armen te wachten staan. God wordt boos van abortus, zeggen ze dan ook nog eens. Als God zich daar zo druk om zou maken, dan mag hij zich weleens gaan bekommeren om al die vuilnisbakbabies en verwaarloosde of verlaten pasgeborenen. Krijgt God het nog loeidruk, want tegen abortus zijn is makkelijk gedaan, maar levenslang goed en liefdevol een wildvreemde koter verzorgen nogal een klus. En dan laten we het leed van de moeder nog buiten beschouwing.
Ik ben twee keer met een vriendin mee naar een abortuskliniek gegaan. Abortus is niet iets wat je even tussen neus en lippen door doet, maar soms is het een geweldige oplossing.
Dankzij het 11-jarig wereldwonder in huis weet ik nu uit ervaring wat een drone allemaal kan. Met zijn vliegende verjaardagscadeau hebben we het Amsterdamse Bos wekenlang onveilig gemaakt. En laat de drone nu de oplossing bieden aan wanhopige Poolse dames die kiezen voor een abortus. Woman on Waves, een Nederlandse organisatie die zich inzet voor wereldwijde legalisering van abortus, stuurt binnenkort een drone de grens over die abortuspillen gaat droppen.
Komt alle zegen toch nog van boven.
Sjo Velland is columnist en woont in Amsterdam. Ze schrijft regelmatig columns voor LOVER waarin haar eigen beleving van de wereld om haar heen centraal staat.