Beelden van vrouwen: hetzelfde oude liedje
Laatst kwam ik het weer tegen, dit keer op de cover van een boek. Het beeld dat vaak gebruikt wordt om de zogenaamde spanning in de multiculturele samenleving uit te drukken: vrouwen met hoofddoek in combinatie met ‘westerse’ reclame, voor lingerie, make up, of strakke spijkerbroeken. Ik ben er eens voor gaan zitten.
Het meest extreme voorbeeld is dat wat Trouw in juni van dit jaar online plaatste: een reclame voor een zonvakantie in Turkije met vijf vrouwen in strings waarlangs twee vrouwen lopen met lange, wijde jassen en hoofddoeken (zie foto). Op de cover van Psychologie en de multiculturele samenleving (Boomonderwijs, 2008) staat een vergelijkbaar beeld: een vrouw met hoofddoek voor een reclame van spijkerbroeken in een kledingzaak. In een eerdere druk toonde hetzelfde boek toonde een variatie op het thema: twee dames die langs een lipstick-reclamebord liepen.
Het doel van deze beelden lijkt op het eerste gezicht duidelijk. Het gaat erom een tegenstelling op te roepen. Een tegenstelling tussen ‘onze’ vrouwen en ‘hun’ vrouwen. Tussen witte, westerse cultuur en islamitische cultuur. Een tegenstelling tussen modern en traditioneel, tussen gelovig en lichtzinnig. Opvallend is dat het altijd vrouwen zijn.
Wat gebeurt er verder in deze beelden? Vaak zijn de vrouwen op de rug te zien. Ze hebben geen identiteit, behalve hun kleding. Het beeld van de reclame trekt veel aandacht: het is heel groot of verlicht. Het is de norm, de achtergrond, waartegen zij zich bewegen. Zij zelf zijn anonieme passanten. Ze illustreren alleen. Kijken nooit in de lens. En dat terwijl zij net zo goed lipgloss of lingerie kunnen dragen.
Want de tegenstelling is natuurlijk fictie. Het idee dat de vrouwen – omdat ze traditionele kleding dragen – geen interesse zouden hebben in westerse producten of niet bezig zouden zijn met hun lichaam of hun seksualiteit is natuurlijk onzin. Of andersom: dat westerse vrouwen geen last zouden hebben van de vercommercialisering van het vrouwelijk lichaam!
Het beeld berust niet alleen op fictie. Sterker nog, het is schadelijk. Het bevestigt het wij- versus zij-denken, het denken in onoverbrugbare tegenstellingen. Het draait rondjes in de groef van een oude plaat die we nu wel genoeg hebben gehoord: hetzelfde, oude liedje waarin opposities worden gecreëerd aan de hand van het lichaam, het uiterlijk en de seksualiteit van vrouwen.