Ben ik een ‘goede’ feminist?
Een kritische zelfreflectie
Ik ben een witte, hetero, hoogopgeleide cisvrouw uit een middenklasse gezin. Hoewel ik het licht ongemakkelijk vind dit zo expliciet te benoemen, denk ik dat het wel belangrijk is. Ik ben wit én noem mezelf een intersectioneel feminist, dat kan natuurlijk gewoon naast elkaar bestaan, toch? Wel is het zo dat zolang witte feministen zoals ik niet hun eigen privilege en machtspositie erkennen, we ook niet kunnen bouwen aan een inclusievere samenleving en de systemen van oppressie juist deconstrueren. Dit essay kijkt daarom naar wat het betekent om feminist te zijn in deze tijd van kapitalisme, witsuprematisme en de patriarchale samenleving, en hoe dat feminisme eruit kan zien. Daarnaast probeer ik tot slot nog de vraag te beantwoorden of ik zelf wel een goede feminist ben en wat ik beter kan doen. Want bestaat dat wel, een goede feminist?
Sinds ik een jaar of 16 was, ben ik al bezig met het thema feminisme. Toen ik net ‘begon’ met mijn feministische ontdekkingstocht had ik bij de H&M een kettinkje gekocht met het venussymbool eraan, en gaf mijn vader mij een sticker waar Feminist as Fuck op stond. Ik had mijn stem gevonden! De afgelopen jaren ben ik verder in mijn feministische identiteit gegroeid. Ik heb hierdoor veel nagedacht over mijn eigen privilege en, belangrijker nog, wat ik zelf nou kan doen als feminist.
Maar hoe kan je het ‘goed’ doen als feminist in een wereld die is ingericht om te profiteren van ongelijkheid en dingen als onzekerheden, schoonheidsidealen en hebzucht? Rhinoplasty, botox, butt lifts; er zijn allerlei cosmetische ingrepen waar jonge mensen op social media mee worden geconfronteerd. Iets in mij zegt dat iedereen moet doen en laten wat die wil (you do you!), terwijl ik ook weet dat zulke lichaamsmodificaties gegrond kunnen zijn in witte, patriarchale schoonheidsidealen. Alleen een voorbeeld als scheren spreekt boekdelen. Ik vind het bijvoorbeeld nog steeds lastig om in de zomer zonder geschoren benen naar buiten te gaan, terwijl ik inmiddels gewoon weet dat het vrouwenscheermesje specifiek ontworpen was door Gillette om meer winst te maken en te profiteren van de onzekerheden van vrouwen over hun lichaamshaar. Voordat Gillette in 1917 met een scheermesje op de markt kwam, scheerde bijna geen enkele vrouw zich. Bovendien heeft het idee dat vrouwen altijd glad en haarloos moeten zijn ook haar wortels in het uit de late 19e eeuw toen Westerse ‘wetenschappers’ het wit superieure idee bedachten dat er fysieke verschillen bestaan tussen mannen en vrouwen van het ‘ontwikkelde’ en ‘onderontwikkelde’ ‘ras’. Ze geloofden ook dat mannen behaard moesten zijn en vrouwen niet. Deze ideologieën reproduceerden opnieuw het Westerse geloof van witte superioriteit door te bevestigen dat ‘rassen’ waar vrouwen dik lichaamshaar hadden, evolutionair onderontwikkeld waren. Zo zie je maar dat zelfs de keuze om te scheren implicaties met zich meebrengt.
Een recente sub-stroming in het feminisme denkt anders over keuzes: choice feminism. Deze kijk op de strijd tegen ongelijkheid legt vooral de nadruk op de kracht van individuele keuzes van vrouwen als een bron van empowerment. Choice feminism neemt keuzevrijheid zo serieus, dat elke keuze die een vrouw neemt intrinsiek feministisch is. Dit betekent dat een vrouw gewoon moet doen wat ze wil, en dat dat altijd goed en feministisch is omdat zij een vrouw is. Hierdoor kunnen dus ook keuzes worden gemaakt die de systemen van onderdrukking juist reproduceren, waardoor bijvoorbeeld het maken van denigrerende dingen als pornografie ook ineens feministisch is.
Volgens Alison Phipps is de term feminisme nu mainstream geworden, wat blijkt als je kijkt naar de vele bedrijven en winkels die hierop inspelen door bijvoorbeeld feministische merchandise te produceren of women in business programma’s te ontwikkelen. Op het eerste gezicht misschien positieve veranderingen, maar de marktgedachten erachter en de precieze doelgroep is minder vooruitstrevend. In deze context wordt feminisme in feite gedegradeerd tot een vorm die meewerkt aan het kapitalisme. Madeleijn van den Nieuwenhuizen en Lotte Houwink ten Cate wijzen bijvoorbeeld in een essay in de Volkskrant op het feit dat de feministische discours door sociale media en kapitalisme oppervlakkig is geworden. Kwesties als de ‘orgasmekloof’ en ‘tepelfeminisme’ op Instagram lijken de aandacht bijna weg te nemen van serieuze problemen zoals huiselijk geweld of femicide. Mijn eerder genoemde voorbeeld over scheren lijkt dan ineens (wellicht terecht) veel minder belangrijk.
Het meer genuanceerde, marketable feminisme vormt dus geen bedreiging voor de heersende macht, maar maakt er juist deel van uit. Als alle keuzes van vrouwen als feministisch worden beschouwd, zelfs als ze bijdragen aan het in stand houden van de bestaande orde, leidt dat in feite tot het reproduceren van de systemen van oppressie. Hoewel het streven naar keuzevrijheid op zichzelf een essentieel aspect van feminisme lijkt, roept choice feminism bij mij ook vragen op over de bredere implicaties voor gendergelijkheid en de collectieve strijd. Want als alle keuzes die vrouwen maken sowieso feministisch zijn, kan er dan nog wel kritisch gekeken worden naar oppressie en de rechten van bjivoorbeeld minderheden? Daarom vraag ik mij af of het uitstellen van een oordeel over welke keuze dan ook überhaupt wenselijk is binnen een stroming die juist als doel heeft de systemen van onderdrukking tegen te gaan (of zelfs omver te werpen).
De nadruk en eigenlijke isolatie van keuzes in de feministische context is ook problematisch als we kijken naar wie er kan kiezen. Het is namelijk duidelijk dat je huidskleur, sociaal-economische positie, seksualiteit en culturele achtergrond op allerlei manieren de keuzevrijheid beïnvloeden en zelfs beperken. Mensen die deel uitmaken van de LHBTQ+ gemeenschap kunnen er bijvoorbeeld vaak niet zo makkelijk voor kiezen zich te uiten op de manier die bij hen past, al helemaal niet als binnen een heteroseksuele, binaire en witte omgeving is. Mensen van kleur die tot de LHBTQ+ gemeenschap horen hebben namelijk weer een andere, minder vrije, mate waarin ze zich kunnen uiten. Voor een witte cisvrouw is de keuze om haar haar te stijlen een die vrij is, terwijl bijvoorbeeld een zwarte cisvrouw haar haar stijlt om te voorkomen dat ze gediscrimineerd wordt op de werkvloer. Dit waren natuurlijk maar een paar voorbeelden, maar het wijst erop dat choice feminism in de grote lijnen lijkt op wit/liberaal feminisme, wat verwijst naar een type feminisme dat zich uitsluitend richt op witte (cis)vrouwen uit de middenklasse en prioriteit geeft aan kwesties die vooral hen aangaan. Het wordt ook vaak “girlboss feminisme” genoemd, omdat de nadruk meestal ligt op gelijkheid en empowerment met kapitalistische middelen, bijvoorbeeld door op te roepen tot een toename van het aantal vrouwelijke CEO's en de groeiende hustle culture-trend. In dit geval is gelijkheid voor witte vrouwen en het erop aandringen dat hun emancipatie deuren opent voor alle andere vrouwen dus genoeg om voor te strijden. Wit of liberaal feminisme is ook nauw verbonden met wit onschuld, dat gegrond is in het idee dat witte vrouwen ook maar hun best doen en dat racisme niets te maken heeft met feminisme. Door racisme te verzwijgen en te ontkennen dat het een bepalende factor is, blijft feminisme alleen beschikbaar voor degene met white privilege. Intersectionele feministen bekritiseren dus de ideologie van choice-, wit- en liberaal feminisme en pleiten voor een radicale verandering en het ontmantelen van onderdrukkende systemen. Dit soort ‘mild’ feminisme is daarom eigenlijk niet genoeg. Veel (witte) (cis-)vrouwen zijn zich er misschien niet eens van bewust dat het feminisme dat zij aanhangen uitsluiting veroorzaakt voor zoveel anderen.
Sommige feministen vragen zich af of het zin heeft om feministen te beschuldigen van slecht feminisme. Mijn 16 jarige zelf deed in elk geval wat zij dacht dat goed was, namelijk een venuskettinkje scoren om zich uit te drukken voor het feministische gedachtegoed. Zij had toen nog niet door dat de ‘pink branding’ van H&M, waar ze de ketting kocht, vooral bedoeld was om geld te verdienen en te verhullen dat de winkelketen barre werkomstandigheden heeft in haar fabrieken en vrij weinig geeft om mensenrechten. Mijn huidige zelf is soms onzeker over ouder worden. Ik heb soms stiekem gedachtes over baby botox, terwijl ik dat niet wil. Want waarom vind ik wel dat het ouder worden moet worden gevierd, terwijl ik zelf bang ben voor rimpels? Ik weet heus wel dat de obsessie met uiterlijk en jeugdelijkheid ons is aangeleerd, en toch voel ik dit soort dingen. Feit blijft dat ik als witte vrouw door mijn witheid profiteer van de eeuwenoude witsuprematistische systemen, terwijl ik door mijn hetero-zijn en het feit dat ik mij identificeer als cisvrouw juist weer pas binnen de heteronormatieve, binaire en patriarchale normen. Ik ben universitair opgeleid en heb zonder al te veel problemen mijn collegegeld kunnen betalen (wél met een dikke schuld bij DUO). Hierdoor heb ik academisch werk kunnen verrichten en kunnen leren over intersectionaliteit theory van een goede professor. Al deze dingen maken dat ik veel overlappende soorten onderdrukking niet ervaar, en van sommige bestaande systemen profiteer.
Het mag duidelijk zijn dat het in deze tijd ervoor zorgt dat het nog niet zo makkelijk is om de juiste keuzes te maken of intersectioneel feminisme uit te oefenen. Michaele Ferguson haalt dit punt aan in haar artikel Choice Feminism and the Fear of Politics. Ferguson zegt onder andere dit: “Ik roep feministen op om zich te verzetten tegen de verleiding om oordeel af te wijzen, maar om onszelf te herinneren aan het genot van politiek.” We hoeven dus niet noodzakelijk te streven naar een oplossing voor de tegenstrijdige waarden; een stevige discussie of een intern conflict binnen het feminisme ondersteunt misschien juist het voortbestaan van de beweging. Er zullen altijd feministen zijn die het oneens zijn met de keuzes die je maakt. Het is denk ik onproductief om het begrip feminist als titel te zien die je moet verdienen, en elke afwijking meteen tot uitsluiting uit de beweging te laten leiden. Ik zal dus proberen om eerst de vraag te stellen over waarom een vrouw er bijvoorbeeld voor heeft gekozen om fillers te laten zetten, en zal daarna pas reflecteren op de reden waarom dit mij zorgen baart. Je mag naar bepaalde intersectionele feministische idealen streven en toch begrip hebben voor anderen die er anders over denken. Tegelijkertijd geloof ik ook dat feministische, intersectionele solidariteit erg waardevol is in een tijd waarin wit suprematisme sterk toeneemt en genormaliseerd wordt. Ik wil daarom meer actie ondernemen. Door bijvoorbeeld artikelen te schrijven voor LOVER, maar ook meer te protesteren en een podium te geven aan de stemmen van mensen die te lang niet (genoeg) gehoord zijn. Bij deze doe ik daarom de oproep om je aan te sluiten bij LOVER!
Steun LOVER!
LOVER draait uitsluitend op vrijwilligers en donaties. Wil je dat Nederlands oudste feministische tijdschrift blijft bestaan? Help ons door een (eenmalige) donatie. Elke euro is welkom en wordt gewaardeerd. Meer informatie vind je hier.
Meer LOVER? Volg ons op Twitter, Instagram, LinkedIn en Facebook.