Bevallen en opstaan?

Mirella Buurman • 1 jun 2008

Goedgemutst ging Mirella Buurman haar bevalling tegemoet. Als arts had ze beter moeten weten, maar de roze-wolkverhalen pakten ook haar in. Wist zij veel hoe gebruikelijk en ingrijpend klachten als verzakkingen, aambeien en urineverlies zijn. Openlijk praten over de lichamelijke verwoestingen die een zwangerschap aanricht blijkt echter not done.

Illustratie: Marije Bijl

Als dokter op de gynaecologieafdeling zag ik de kersverse moeders steevast zes weken na hun bevalling ter controle terug. Ze klaagden dan meestal nergens over. Het ging wel weer. Ja, af en toe een beetje urineverlies en soms nog aambeien, of het litteken van de knip was nog wat pijnlijk, maar verder ging het wel weer… En dan gingen we over tot het bewonderen van de baby.
Vol vertrouwen koerste ik dan ook op mijn eigen bevalling af. Ik verheugde me op de tijd erna. Verlangde naar mijn oude lichaam zonder buik. Fijn een paar maanden thuis om te wennen aan de baby en het moederschap. Na twee uur persen, een flinke knip en twee verpleegkundigen die op mijn buik hadden gehangen, was mijn bekkenbodem niet meer. Ze was veranderd in een bloederige, opgezwollen massa. Toen ik opstond had ik het gevoel dat die massa zomaar op de grond zou kunnen vallen. Een periode van pijn en moeilijk lopen volgde. Het ergste van dat alles was dat ik me er nog voor schaamde ook. Ik, problemen met poepen en plassen, bah! Dat was iets voor bejaarden maar niet voor mij, 31 jaar jong.

In het jaar dat ik op verloskunde werkte heb ik ongeveer tweehonderd bevallingen begeleid. Elke bevalling bleek een aanslag op de bekkenbodem. Ten eerste rekt die geweldig uit. Met een beetje geluk scheurt dan alleen de vagina in, maar je kunt ook tot en met je anus inscheuren. Dat kan later leiden tot een fistel, een doorgangetje waarlangs voortdurend een beetje ontlasting kan lekken. Door het persen kan je verder nog aambeien of een verzakking krijgen. Zowel je baarmoeder als het laatste stukje van je darm kan verzakken. Een verzakking van de baarmoeder geeft vaak een zwaar gevoel in je vagina en kan leiden tot urineverlies. Een verzakking van je darm geeft problemen bij de ontlasting.
Ik had als arts dus kunnen weten dat me na de bevalling enige ellende te wachten zou staan, maar toch overviel het me.

Dat beetje lekken
Na voorzichtig informeren, bleken vriendinnen ongeveer dezelfde klachten te hebben gehad. Bij verder doorvragen was het scala aan klachten uitgebreid: urineverlies, verlies van ontlasting, pijn bij de ontlasting, aambeien, pijn bij het zitten, pijn in het bekken, pijn bij het vrijen, enzovoorts. Toch riepen ze bijna allemaal, soms wat lachend, ‘het hoort erbij’ of ‘het gaat wel weer over’. Een vrouwelijk familielid zei op een laconiek moment: ‘Ach, dat beetje lekken hier en daar en die pijn, dat zal in de loop der tijd wel minder worden. Zo niet, dan moet je er maar mee leren leven, zo vergaat het iedere moeder.’ Waarom wordt er zo makkelijk over deze klachten gedaan? Ze vergallen het dagelijkse leven tenslotte behoorlijk. Een lekker wandelingetje vond ik lang zo leuk niet meer toen ik het risico liep opeens met een natte broek te staan. Als ik nog zin in seks had, doodmoe als ik was van de doorwaakte nachten, dan verging die me wel door een zeurend litteken. En al helemaal vervelend vond ik dat een stukje van mijn darm met mijn ontlasting mee naar buiten wilde.
Misschien vinden we dat dit de prijs is die wij vrouwen moeten betalen voor het krijgen van een baby. ‘Het is toch goed gegaan, je hebt het overleefd?’, zei een vriend die ik verslag van mijn klachten deed. Klachten na een bevalling horen er gewoon bij, zo is de teneur van alle gesprekken hierover. Maar niet alleen anderen zeggen dit tegen me; een stemmetje in mijn eigen hoofd doet dat ook. Ik schaam me voor mijn klachten en voor het rotgevoel dat ze me geven. Ik voel me niet sexy meer. En een tijdlang dacht ik werkelijk dat ik de enige was die er zich zo druk en kwaad over maakte. Terwijl de rest een beetje blij liep te doen met haar baby.

Onlangs kwam een oude feministische klassieker in het nieuws omdat er een boek was geschreven over het maken ervan: The making of ‘Our Bodies, Ourselves’. Dit boek over vrouwen en hun lichaam werd gepubliceerd in 1971, en in 1975 verscheen een Nederlandse vertaling en bewerking. Het gaat over de ontdekkingsreis van een groep vrouwen naar hun eigen lichaam. Over hoe weinig ze er eigenlijk van weten en de onzekerheden die dit met zich meebrengt. Ik heb dit Lijfboek voor vrouwen er eens bij gepakt en wat blijkt? De klachten na een bevalling die ik net beschreef, staan hierin ook al genoemd. Net als de bijbehorende gevoelens: ‘Er niet over praten kan leiden tot eenzaamheid (ik ben de enige die er zo beroerd aan toe is) en schuldgevoel (ik zou eigenlijk heel blij moeten zijn).’ Hierin is in dik 35 jaar tijd dus niet zo veel veranderd.

Infantilisering
Dokters of verloskundigen geven zelden vooraf voorlichting over te verwachten klachten na de bevalling. Soms wordt even kort de bekkenbodemtraining na de bevalling genoemd, die helpt om je ‘verslapte spieren’ krachtiger te maken. Maar niets over het fysieke geweld dat je bekken, vagina en anus te verduren krijgt. Iedere patiënt die een operatie moet ondergaan, wordt voorgelicht over de postoperatieve herstelperiode, de te verwachten klachten en de meest voorkomende complicaties. Maar bij een aanstaande bevalling niets van dat alles. Het is net alsof we dat schattige, onschuldige en onwetende van een baby projecteren op de aanstaande moeder. Wat niet weet, wat niet deert.
Alsof we het geluk van de zwangerschap (wat trouwens ook minder onomstotelijk is dan men graag doet voorkomen) niet mogen verstoren.
Poep, pies en pijn in je vagina passen nou eenmaal niet zo goed bij die roze wolk. Door niet voor te lichten over belangrijke en veelvoorkomende klachten na een bevalling, onthouden verloskundigen en dokters aanstaande moeders belangrijke kennis. Deze al dan niet bewuste infantilisering kan ertoe leiden dat kersverse moeders, zoals ikzelf, voor onaangename verrassingen komen te staan. De klachten na een bevalling zijn volgens mij beter te hanteren met een gedegen kennis vooraf. Pas na mijn tweede bevalling ben ik bekkenbodemtraining gaan doen, wat mijn klachten gelukkig deed afnemen. Desondanks ben ik onzekerder geworden over de kracht van mijn eigen lichaam. Bang dat er meer kapot kan gaan. Een onzekerheid die voorkomen had kunnen worden als er opener over de mogelijke impact van een bevalling gesproken wordt.

Mirella Buurman is huisarts en tropenarts en is moeder van twee dochters.
Buurmans tip: Heb je eenmaal last van een slappe bekkenbodem of problemen met plassen of poepen? Hoor dan allereerst vriendinnen uit; die kunnen je wellicht goede tips geven. Ook kun je je huisarts de schade laten opnemen. Die kan je doorsturen naar een goede fysiotherapeut voor een bekkenbodemtraining of – bij ernstiger klachten zoals een verzakking – naar een gynaecoloog of chirurg.
Op een paar plekken in Nederland zijn er zelfs speciale ‘bekkenbodempoliklinieken’ waar hulpverleners uit diverse disciplines samenwerken.