Blijven vechten voor recht op abortus
Het invoeren van de nieuwe ultrastrenge abortuswet in Texas laat zien dat vrouwenrechten zomaar weer kunnen worden ingetrokken. Terwijl redacteur Saar van der Lugt zich zorgen maakt over de abortusdiscussie die ook in Nederland woedt, gebeurt er in haar straat iets onverwachts.
In Texas is de abortuswetgeving flink aangescherpt. Vanaf 1 september 2021 is het uitvoeren van een abortus na de eerste zes weken van de zwangerschap illegaal. Dat is extreem vroeg: de meeste vrouwen weten op dat moment nog niet eens dat ze zwanger zijn. De nieuwe wet kent geen uitzonderingen, zelfs niet voor verkrachting of incest. De enige manier waarop vrouwen na de zesde week toch nog een abortus kunnen krijgen, is door af te reizen naar een andere staat. Omdat niet alle vrouwen daar de mogelijkheid voor hebben, bijvoorbeeld omdat ze het vervoer niet kunnen betalen, treft de nieuwe wet vooral vrouwen uit kwetsbare groepen.
Het nieuws uit Texas roept allerlei emoties bij mij op. Verdriet, voor de 7 miljoen (!) vrouwen en mensen met een baarmoeder in Texas wiens recht op zelfbeschikking zo wordt ingeperkt. Afschuw, voor de manier waarop burgers een rol gaan spelen bij de handhaving van de wet. Mensen die hulp bieden bij een illegale abortus moeten namelijk 10.000 dollar (!) betalen aan degene die hen heeft verklikt. Dat geldt niet alleen voor medici die een abortus uitvoeren, maar ook voor degene die een patiënt naar de abortuskliniek brengt, de abortus betaalt of psychische steun biedt. Deze grimmige maatregel die burgers tegen elkaar opzet lijkt wel afkomstig uit The Handmaid’s Tale.
Ik voel ook ongerustheid, omdat dit ook op andere plekken zou kunnen gaan gebeuren. Ondanks dat de Texaanse abortuswet in strijd is met de Amerikaanse grondwet, waarin sinds 1973 het recht op abortus tot 24 weken is vastgelegd, heeft het Hooggerechtshof niet ingegrepen. Tijdens het presidentschap van Trump zijn er drie conservatieve rechters aangesteld, waardoor er geen meerderheid was om de wet tegen te houden. De kans is groot dat andere conservatieve staten, die bezig zijn met soortgelijke wetten, het nu ook aandurven om deze door te voeren. De consequenties blijven toch uit.
Maar bovenal voel ik frustratie, omdat dit dus kán: het recht op abortus, waar vorige generaties feministen voor hebben gestreden, kan zomaar weer worden ingetrokken. Dat voelt als een enorme stap terug, niet alleen voor de mensen in Texas maar voor het feminisme in het algemeen.
In mijn eigen activisme ben ik vooral gefocust op wat er beter kan, op wat we nog niet hebben bereikt. Dat is logisch als je bedenkt dat het doel van activisme is om de wereld te verbeteren. Maar het nieuws uit Texas en Polen, waar eerder dit jaar het recht op abortus ook werd ingeperkt, laat zien dat feminisme en activisme óók gaat over blijven vechten voor wat we al hebben bereikt. Dit kan zomaar weer van ons worden afgenomen. Dat dit in landen gebeurt die geografisch of ideologisch niet heel ver van ons afstaan, maakt dat we op onze hoede moeten zijn en blijven.
Het nieuws uit Texas en Polen heeft namelijk ook effect op het gesprek over abortus in andere landen. In Nederland is abortus sinds een paar jaar weer een actueel thema, een onderwerp dat ter discussie kan worden gesteld. Dat merk ik aan het politieke debat: naast de SGP zijn ook FvD en JA21 kritisch op het Nederlandse abortusbeleid. Maar ik merk het ook dichter bij huis, om precies te zijn bij mij in de straat.
Ik woon naast een abortuskliniek, het Vrelinghuis in Utrecht. Op een vaste plek ongeveer honderd meter verderop staan regelmatig leden van anti-abortusorganisatie Kies Leven te demonstreren. Eerder deden ze dat voor de deur van de kliniek, maar dat heeft de gemeente verboden omdat de demonstranten zich agressief opstelden naar patiënten. Nu spreken ze voorbijgangers aan en delen ze flyers uit. Ik fiets er altijd zo snel mogelijk langs. Ik vindt het niet fijn hoe ze naar me kijken: als een potentieel doelwit. Het geeft me een machteloos gevoel, ik iets zou willen doen maar niet weet hoe ik tot hen kan doordringen.
In dezelfde week dat ik mij ging verdiepen in de Texaanse abortuswet, gebeurde er in mijn straat iets onverwachts. Op een ochtend toen ik mijn fiets wilde pakken was de stoep voor de kliniek beschilderd met bemoedigende boodschappen in roze en witte verf: Je kunt het! en Ik denk aan je. Ik werd er bijna emotioneel van. De actie duurde helaas niet lang, want nog diezelfde avond werden de berichten door een onbekende opposant beklad met een hardnekkige laag latex. De stoep moest door de gemeente worden gereinigd. Van de schilderactie was niets meer te zien en een paar dagen later waren de pro-life demonstranten ook weer terug.
Wie de initiatiefnemers waren van de actie blijft een mysterie: de zorgmanager van het Vrelinghuis kon mij alleen vertellen dat het om een paar “goedwillende hbo-studenten” zou gaan, meer wist hij zelf ook niet. Ik vroeg hem hoe de medewerkers van de kliniek de actie hebben ervaren. “Kijk, elke actie vraagt natuurlijk om een reactie,” zegt hij aan de telefoon. Ze keken er bij de kliniek dus niet van op dat de spreuken zo snel werden beklad. Ondanks de gevolgen konden de medewerkers de actie van de studenten wel waarderen. “Het is fijn om een keer een ander geluid te horen, zodat we ook eens positief in het nieuws komen. De studenten hebben de consequenties van hun actie niet kunnen overzien, maar dat betekent niet dat we zo’n spontane actie niet verwelkomen.”
De zorgmanager merkt ook dat het onderwerp abortus weer meer leeft in Nederland. De afgelopen drie jaar zijn de demonstraties van Kies Leven bij het Vrelinghuis geïntensiveerd: gemiddeld zijn die nu zo’n één à twee keer per week. Een gevolg van die wekelijkse protesten is dat het pro-life perspectief bij mij in de straat heel duidelijk vertegenwoordigd is, terwijl het van de pro-choice kant stil bleef – tot nu. Ook al was de actie van de studenten maar van korte duur, ze zijn er toch in geslaagd om hun boodschap over te brengen en mensen zoals ik te inspireren. De actie maakte mij namelijk duidelijk dat er wél iets is wat ik kan doen: mijn stem laten horen, zodat het pro-life perspectief niet de boventoon gaat voeren in het publieke debat.
Dus wie weet, misschien ga ik binnenkort zelf de straat op met een bus verf.
Steun LOVER!
LOVER draait uitsluitend op vrijwilligers en donaties. Wil je dat Nederlands oudste feministische tijdschrift blijft bestaan? Help ons door een (eenmalige) donatie. Elke euro is welkom en wordt gewaardeerd. Meer informatie vind je hier.
Meer LOVER? Volg ons op Twitter, Instagram, LinkedIn en Facebook.