Das Ewig-weibliche

Janiek Kistemaker • 26 feb 2011

 

'Das Ewig-Weibliche zieht uns hinan.' Zo klinkt de slotregel van Goethe’s Faust. Wat een wonderlijke paradox! Hoe kan iets dat zozeer ‘beperkt houdbaar‘ is, tegelijkertijd eeuwigheidswaarde bezitten? En wat heeft dat ‘Ewig-Weibliche‘ eigenlijk te betekenen?

Met vrouw zijn heeft het niet per sé van doen. Vrouw ben je ook maar tijdelijk, al betekent dat voor de meesten van ons levenslang. Een enkeling ontworstelt zich eraan, nature én nurture ten spijt, en er zijn zij-instromers, die deze positie in de wereld op latere leeftijd vrijwillig innemen. (Nou ja, omdat het niet anders kan.) Kun je het eigenlijk ook “min of meer” zijn? Of misschien “af en toe”?

Vrouwelijkheid is eerder een attribuut, of een palet van eigenschappen, die iedere mens in zekere mate kan bezitten of cultiveren. Vrouwen worden eraan afgemeten, zij oogsten er waardering mee of ervaren het als een keurslijf, waar zij graag uit zouden stappen. Zonder daarmee overigens op te houden vrouw te zijn.

Bij mannen is vrouwelijkheid acceptabel en vaak zelfs gewaardeerd, mits het beperkt blijft tot de meer innerlijke aspecten, zoals zachtheid en zorgzaamheid. Zodra vrouwelijkheid in een man bepalend wordt voor zijn uiterlijke verschijning, gebeurt er iets heel anders: dan bevindt hij zich opeens buiten de veiligheid van gendergrenzen. Hij loopt een goede kans geriduculiseerd te worden of zijn hele persoon geseksualiseerd te zien, zowel in eigen ogen als in die van andere mannen.

Kijken we naar Cézanne‘s interpretatie van Das Ewig-Weibliche, dan valt meteen op dat het uitsluitend een mannenaangelegenheid schijnt te zijn. Vol van een (ewig-männliche?) mengeling van aanbidding en begerigheid. Obsessie en afstand: een heus niemandsland scheidt hier de seksen. En ongelijkheid: één enkele vrouw, ontdaan van alles waarmee zij haar persoonlijkheid kenbaar zou kunnen maken, belichaamt dat eeuwig-vrouwelijke, terwijl mannen uit alle rangen en standen zich eromheen verdringen. Alle rangen en standen? Ik zie geen arbeiders, bouwvakkers of boeren. Het zijn allemaal leden van de elite, machthebbers, kunstenaars en wetenschappers, die zich aan deze idealisering van het vrouwelijke te buiten gaan.

Want dat is waar het om draait: om idealisering, om de projectie van eigenschappen die een man niet heeft of niet mág hebben op een onwerkelijke vrouw. Een echte kennismaking zou waarschijnlijk ontnuchterend en ontmythologiserend werken en snel een eind maken aan zowel de aanbidding als de begerigheid. Weg Mutter/Dirne-Komplex. Weg pornoficatie. Tijd om te herademen.

Maar zover is het nog niet. Voorlopig ziet het er eerder naar uit dat in de media wordt getracht de afstand tussen de seksen, tegen de stroom van emancipatie in, opnieuw te vergroten. Door stereotypen te consolideren en alle vormen van genderbending te verbijzonderen. Het lijkt iets verontrustends te zijn, als de verschillen tussen vrouwen en mannen vervagen. Is men bang dat hiermee het einde van de seksuele aantrekkingskracht dichterbij komt? Of vreest men juist, dat die zou blijven bestaan, ook al verschillen we helemaal niet zoveel van elkaar als onze cultuur wil dat wij geloven? Of verdwijnt alle romantiek en idealisme uit het leven als ‘das Ewig-Weibliche’ ons niet meer naar zich toe trekt?

Een paar relativerende voetnoten: voor tenminste één van de vrouwenportretten in het filmpje heeft hoogstwaarschijnlijk een man model gestaan.