De Provinciale Staten: wat doen zij?
Op 15 maart gaan we naar de stembus voor het waterschap en de Provinciale Staten. Dit blog gaat in op de Provinciale Staten en de vertegenwoordiging van vrouwen daarbinnen. Wat doen de Provinciale Staten precies? Wie waren de eerste vrouwelijke leden? En hoe staat het er nu voor? We schreven eerder al dit blog over de waterschappen.
Wat doen de Provinciale Staten?
Elke provincie heeft verkiezingen voor haar eigen Provinciale Staten: dit zijn de door ons gekozen volksvertegenwoordigers in de provincie. Provinciale Staten houden zich bezig met zaken die groter zijn dan gemeenten, maar kleiner dan de landelijke politiek. Denk aan infrastructuur, natuurgebieden en woningbouw. Zij bepalen onder meer welke maatregelen worden genomen tegen de klimaatcrisis, in hoeverre het streekvervoer toegankelijk is voor mensen met een beperking en waar nieuwe grote bouwprojecten komen. De politici in de provincie hebben dus grote invloed op jouw leefomgeving.
Aan het hoofd van de provincie staan de Gedeputeerde Staten en de Commissaris van de Koning. De Gedeputeerden zijn vergelijkbaar met wethouders; zij zijn de bestuurders die ervoor moeten zorgen dat de plannen die door de Provinciale Staten goedgekeurd zijn, ook (goed) worden uitgevoerd. De Commissaris van de Koning (vergelijkbaar met een burgemeester) wordt benoemd door de Koning. Van de huidige twaalf commissarissen zijn er slechts twee vrouw: Jetta Klijnsma (Drenthe) en Ina Adema (Noord-Brabant).
De Provinciale Staten kiezen ook de leden van de Eerste Kamer. Dat is een landelijk politiek orgaan dat wetsvoorstellen van de Tweede Kamer toetst. Zij beoordelen bijvoorbeeld of de wet ook het gewenste effect zou hebben, en of de wet niet in strijd is met reeds bestaande wetgeving. Je stem op de Provinciale Staten is dus ook van nationaal belang.
Vooruitstrevende vrouwen in de 20e eeuw
In 1919 waren voor voor het eerst verkiezingen voor de Provinciale Staten waarbij er vrouwelijke kandidaten mochten meedoen. Dat jaar kwamen dan ook de eerste vrouwen in de Staten terecht. Ze waren echter vaak op één hand te tellen: mannen waren in de politiek de norm, en voor veel vrouwen was het überhaupt nog relatief nieuw om te mogen studeren en werken. Ondanks dat er dus weinig vrouwelijke Statenleden waren, hebben een aantal van hen toen al belangrijke stappen gezet in de vrouwenemancipatie. We doken daarvoor de archieven van Atria in, waar we de persoonsarchieven van vrouwelijke Statenleden bekeken. Neem Maria Boissevain-Pijnappel (Economische Unie) en Agnes de Vries-Bruins (SDAP), die zich als Statenleden sinds 1919 in hebben gezet voor de afschaffing van het verplichte ontslag van vrouwelijke ambtenaren zodra zij trouwden. Het zou nog tot 1955 duren eer dat eindelijk werd afgeschaft, na een motie van Tweede Kamerlid Corry Tendeloo.
Bernadijn ten Zeldam-Hartelust (PvdA) zette zich rond 1978 in om meer vrouwen op de arbeidsmarkt te krijgen. Zij was tevens lid was van de feministische actiegroep Man Vrouw Maatschappij en medeoprichter van de Rooie Vrouwengroep Arnhem. En Tiny Ringeling-Verhoeff (CHU) schreef al in 1928 als “Amsterdamsche Huisvrouw” in tijdschrift De Wig over het belang van vrouwen in schoolbesturen voor de kwaliteit van het onderwijs. Zij was daarnaast voorzitter van de Amsterdamse afdeling van de Nederlandsche Christen Vrouwenbond (NCVB).
Bernadette en Tiny waren niet de enige Statenleden die niet enkel actief waren in de politiek, maar ook bij vrouwenorganisaties. Zo toonden zij niet alleen hun invloed in de Statenkamer, maar probeerden zij ook van buitenaf de politieke agenda te beïnvloeden. Dat deden ze bijvoorbeeld door het oprichten en leiden van actiecomités, protesten en verenigingen. Enkele bekende voorbeelden zijn Elida Wessels-Tuinstra (CDA), die actief was in de Nederlandse Vereniging voor Vrouwenbelangen, Vrouwenarbeid en Gelijk Staatsburgerschap en de Man Vrouw Maatschappij, en Nellien de Ruiterca (CDA) die in 1977 de Stichting Vrouwen Bouwen en Wonen opzette en voorzitter was van onder andere het Nationaal Comité Internationaal Jaar van de Vrouw 1975.
De toekomst: rooskleurig?
Vrouwen hebben nu meer rechten en vrijheden dan honderd jaar geleden. Ook het schadelijke stereotype dat vrouwen niet in de politiek zouden thuishoren, verdwijnt langzaam, zowel in de politiek als daarbuiten. Mede daarom lijkt het nu steeds gemakkelijker voor vrouwen om politiek actief en verkozen te worden. Er zijn echter nog steeds barrières die de participatie van vrouwen tegenhouden en ontmoedigen. Zo hebben vrouwelijke politici vaker te maken met (online) haat en seksisme. We beschrijven de verschillende barrières onder meer in dit blog.
Die barrières zorgen soms voor een vroegere uitval van vrouwelijke politici, maar vooral ook voor stilstand. Aan het begin van deze eeuw was de provincie het politieke orgaan met het hoogste percentage vrouwen: de afgelopen 15 jaar schommelde het aantal vrouwelijke Statenleden rond een derde. Helaas staat die groei nu bijna stil: in 2008 was het percentage vrouwen in Provinciale Staten 36 procent, maar dat is sindsdien niet meer gehaald – laat staan gestegen. Momenteel is 32 procent van de Statenleden vrouw; iets minder dan vlak na de verkiezingen van 2019, omdat in de tussentijd relatief meer vrouwen dan mannen zijn uitgevallen.
Vrouwen zijn nu dus nog een sterke minderheid in de Provinciale Staten, maar hun aanwezigheid zou veel positieve effecten kunnen hebben. Met meer vrouwen in de politiek is er bijvoorbeeld meer aandacht voor de issues die specifiek vrouwen en meiden raken. De werkcultuur verandert met de aanwezigheid van voldoende vrouwen. En het aantal rolmodellen voor meisjes en jonge vrouwen neemt toe, wat goed is voor hun zelfbeeld en ambitie.
Op 15 maart mogen we stemmen voor de nieuwe Provinciale Statenleden. We roepen je op om te stemmen, en natuurlijk op een vrouw. Stem daarbij niet automatisch op de eerste vrouw op de lijst, maar verdiep je in de kandidaten. De hoogstgeplaatste vrouw haalt het vaak wel; juist lager op de lijst zit meer diversiteit en die kandidaten hebben jouw stem hard nodig. Zo werken we aan een toekomst waarin iedereen gehoord kan worden.
Met dank aan het Kennisinstituut voor Emancipatie en Vrouwengeschiedenis Atria voor het openstellen van hun archief.
Samenwerking
Dit artikel is een samenwerking tussen Tijdschrift LOVER en Stem op een Vrouw. Vind jij het belangrijk dat dit soort artikelen wordt geschreven? Doneer dan aan dit werk!
Meer LOVER? Volg ons op Twitter, Instagram, LinkedIn en Facebook.