De stem van rock and roll
Courtney Love is één van de weinige hedendaagse Amerikaanse rockmuzikanten die als geen ander de droom van sex, drugs, rock ‘n’roll kent. Groupie, echtgenoot van een muzikant, frontvrouw van een band, uitgekotst en opgehemeld: Courtney Love heeft dat wereldje van werkelijk elke kant bekeken. Ze klinkt daarmee een stuk geloofwaardiger dan haar – vooral mannelijke - collega’s die die droom willen uitleven. Daarin zit vooral de kracht van haar nieuwe plaat.
Nobodys Daughter heet de nieuwe cd van Courtney Love en haar band Hole. Als fan ben ik nauwelijks teleurgesteld: veel van de nummers waren al hier en daar als demo opgedoken en die klonken in de ruw mix al als een waardige opvolger van Celebrity Skin – Hole’s laatste cd uit 1998. Echter, de muziek klonk ook als het logische vervolg waar haar eerste solo cd – America’s Sweetheart uit 2004 – ophield. Daarmee heeft Courtney Love – met of zonder band – een nieuw, interessant hoofdstuk toegevoegd aan haar oeuvre als muzikant.
America’s Sweetheart klonk behoorlijk rampzalig. Veel nummers waren afgeraffeld en het was duidelijk te horen dat Courtney Love onder invloed was van drugs. Dat wekte nogal wat verbazing, want hoewel het drugsgebruik van Courtney Love wijd verbreid is, was daar nooit wat van te horen op de platen die ze maakte. Tekstueel werd er dan wel naar verwezen, maar de muziek en zang waren altijd dik in orde. Op America’s Sweetheart was de luisteraar echter een toeschouwer van een iemand die bijna letterlijk kopje onder gaat: ingekotste zangpartijen, slechte songteksten, en een misplaatste ballad van de hand van Elton John’s Bernie Taupin. Dat is misschien één keer interessant om naar te luisteren, maar voor fans was het vooral een pijnlijke ervaring. ‘They say that rock is dead’, zong Courtney Love in het openingsnummer. Je zou het bijna gaan geloven na het horen van het complete album.
Maar Courtney Love zou Courtney Love niet zijn als ze het stuur niet volledig had omgegooid. Met behulp van een flinke rehab, een lading nieuwe nummers en hulp van bevriende muzikanten heeft ze vijf jaar gewerkt aan een nieuwe cd. Een metamorfose van Madonna is er niets bij. Nobody’s Daughter staat vol Fleetwood Mac-achtige rock en een aantal stevige nummers. Alle teksten zijn van de hand Love zelf waarin ze vooral lijkt te reflecteren op haar rehabsessies, waardoor Nobody’s Daughter haar persoonlijkste album tot nu toe is. Daarnaast zijn de gebruikelijke thema’s als schoonheid en roem volop aanwezig. ‘Samantha’ bijvoorbeeld gaat over dezelfde vrouw die achtereenvolgens ook is bezongen in haar vroegere singles ‘Teenage Whore’ (1991), ‘Miss World’ (1994) en ‘Celebrity Skin’ (1998). ‘Letter to God’ en ‘Never Go Hungry Again’ zijn typische biecht-momenten van Love, waarvan ik de intensiteit eigenlijk vooral ken van live opnames; eerlijk en overweldigend. Courtney Love raspt en gromt zich door haar teksten heen en zet af en toe een schreeuw op. Ze is er nog steeds.
Toch lijkt die stem de bron van de meeste kritiek op de cd; de oerbrul van Love die midden jaren ’90 over de hele wereld klonk lijkt voorgoed te zijn verdwenen en daarmee is Courtney Love haar kracht als muzikant kwijtgeraakt, zo is de gedachte. Volgens mij is dat een nogal seksistische opmerking. Wanneer Bob Dylan of Leonard Cohen mogen klinken als uitgerochelde raven, waarom dan niet Courtney Love? Kennelijk hebben dus alleen mannen recht op een verkraste stem naarmate ze ouder worden en moeten vrouwen eeuwig jong blijven. Ook Courtney Love’s live optredens worden flink bekritiseerd. Zo las ze haar teksten op van een autocue en speelde ze nauwelijks gitaar.
Nu is het zo dat de stem van Love duidelijk is aangedaan. Gezien Courtney Love’s levensstijl past haar stem echter perfect bij haar nieuwe muziek. Zeker in de wat langzamere nummers krijgt ze een gelaagdheid en sfeer die ik ook aantref bij bijvoorbeeld Patti Smith.
Naarmate muzikanten ouder worden en meer ervaring hebben om over te zingen verandert ook hun stem. Die wordt lager, korzeliger en de adem wordt korter. Ook de levensstijl telt mee: roken, drugs en drank hebben allemaal invloed op het lichaam. Courtney Love weet als geen ander wat deze invloed inhoudt en hoe dat samenhangt met roem: het is zowel haar inspiratie als haar mogelijke ondergang. En gezien haar levensloop en rehab-verleden mogen we blij zijn dat ze überhaupt nog leeft. Haar stem vormt daarom de juiste belichaming van haar muziek en teksten: Courtney Love klinkt zoals ze leeft. Die autocue en het niet of slecht bespelen van een gitaar vind ik daarom bijzaak.
Het is bijna wrang dat Courtney Love zoveel opmerkingen krijgt over haar lichaam als je je bedenkt dat ze – zeker op haar eerste platen met Hole – vrijwel alleen maar songteksten heeft geschreven over het gebruik en misbruik van het vrouwenlichaam in Hollywood, waar alles om roem en seks draait. Alsof de inhoud van haar nummers er niet eens toe doet. Jammer, want de luisteraar die daar aandacht aan zou schenken komt in een wereld terecht vol kritiek op een patriarchale wereld die helemaal niet zit te wachten op grofgebekte, eigenwijze dames. Luister maar eens naar ‘Plump’ op Live Through This.
Courtney Love is wat dat betreft één van de laatste overgebleven rockmuzikanten die zo duidelijk maling heeft aan wat ‘men’ van haar verwacht en die vrijheid weet te verwoorden in overtuigende teksten – inclusief de donkere kanten daarvan. Iets dergelijks hoor ik nauwelijks bij de nieuwe generatie bands zoals The National of Kings of Leon, die met hun romantische muziek uiteindelijk niet de diepgang hebben van een doorleefd iemand als Courtney Love.
Gelukkig volgt Courtney Love immer haar eigen weg. Dit keer resulteert dat in een prachtige verzameling nummers. ‘I’ve been tortured and scorned since the day that I was born’, zingt Courtney Love op haar nieuwe plaat. Ze heeft de stem en de muziek om te laten horen dat zij weet waar ze over zingt.
Nobody’s Daughter, Hole, Universal Music Group, 2010