De verstoten maar geïntegreerde asielzoeker

Ayaan Hirsi Ali en racisme als cultureel ecosysteem

Net toen er in Nederland een heftige discussie uitbrak over racisme onder jongeren met een Nederlandse en Marokkaanse achtergrond, ontving Ayaan Hirsi Ali in Duitsland een prijs voor het werk dat zij voor vrouwen in islamitische omgevingen heeft gedaan. Verdiende zij de prijs wel werkelijk om het werk dat ze voor de rechten van deze vrouwen heeft gedaan? Of spelen er ook andere belangen?

De discussie die ondertussen óók de kranten haalde, ging over een vijftal mannen met een Nederlandse en Marokkaanse achtergrond die een zwangere vrouw met eenzelfde culturele achtergrond voor ‘negerhoer’ hadden uitgemaakt. De vriend met wie ze over straat liep had een Nederlandse en Surinaamse achtergrond, voor het vijftal reden tot schelden. Vervolgens werd het een handgemeen tussen de mannen en het koppel. De vrouw kreeg daarna een miskraam. De discussie die ontstond over het 'racismeprobleem' dat Marokkaanse jongeren al dan niet zouden hebben is typisch voor hoe het debat in Nederland gevoerd wordt. Discussies over racisme in Nederland suggereren telkens weer dat racisme een individuele gedraging zou zijn, discriminatie door één persoon gericht tegen een ander persoon. Deze obfuscatie voorkomt dat we racisme zien voor wat het werkelijk is: een cultureel ecosysteem. Uit ditzelfde ecosysteem is ook Hirsi Ali zoals we haar vandaag de dag kennen, als vechter voor vrouwen in islamitische omgevingen, voortgekomen. Dat Hirsi Ali van dezelfde partij komt die ook Rita Verdonk, Geert Wilders en ons het huidige demissionair minderheidskabinet heeft voorgebracht is niet toevallig. Het racisme dat door haar gebezigd wordt en constant beloond wordt is namelijk onderdeel van een groter probleem.

 

Voedingsbodems           

Zolang de dominante cultuur, door mediarepresentatie, beleid, afgedwongen sociale normen, educatieve programma's, etc, wit ‘autochtoon’ (letterlijk 'degene van deze aarde') Nederland blijft scheiden van de rest, zullen individuele uitingen van racisme dit cultureel ecosysteem blijven benadrukken. Achter individuele racistische uitingen zit namelijk deze voedingsbodem. Iedere keer dat de media individuele gedragingen van jongeren met een Marokkaanse achtergrond benadrukken, "vergeten" ze het groter cultureel kader waarin deze gedragingen plaatsvinden te analyseren. Dat cultureel kader is er een waarbinnen de witte 'autochtoon', aan de top van de maatschappelijke ladder staat en het zwarte lichaam, dankzij een eeuwenlange vervreemding door mediarepresentaties, pseudo-wetenschap en politiek beleid, aan de onderkant van de sociale ladder staat. De Nederlandse jeugd met een Marokkaanse en of een islamitische culturele achtergrond wordt nu door deze zelfde mechanismen vervreemd en verwijderd van de Nederlandse samenleving. Door politieke categorisaties, ambtelijk beleid en populaire cultuur wordt hen constant verteld dat eigenwaarde alleen wordt gemeten aan de mate waarin iemand zich gedraagt als iemand ‘van deze aarde’, een witte autochtoon. Met haar kritiek op de islam werkt Hirsi Ali hieraan mee.

 

Xenofobisch intellectueel trio

Hirsi Ali begon als Somalische azielzoekster in Nederland en werkt tegenwoordig voor de American Enterprise Institute, een neo-conservatieve denktank in de VS. Afgelopen maand kwam ze weer in het nieuws omdat de populistische Duitse krant BILD haar een prijs gaf voor alles wat zij voor de moslimvrouw heeft gedaan. Zij heeft het ver geschopt na haar overstap van de PvdA naar VVD. Dat deze partij ook Geert Wilders en Rita Verdonk heeft voortgebracht is niet toevallig. Binnen de dominante cultuur vertegenwoordigt dit xenofobisch intellectueel trio tevens ook de ander; de koloniale ander, de vrouwelijke ander en de Afrikaanse vrouwelijke ander. Tegelijkertijd zijn zij alle drie groot geworden door zich af te geven op de ander du jour, de islamitische ander. Wilders werd in eerst instantie uit de VVD gezet door zijn standpunten over Turkije en veranderde van een politieke paria in een volksheld, ogenschijnlijk in een oogwenk. Verdonk veranderde van een obscure minister, voormalige gevangenisdirecteur, in een voorvechter voor vrouwenrechten nadat zij een persmoment met een imam had gemanipuleerd. De islamitische geestelijke raakt uit respect namelijk geen vrouwen aan, terwijl Verdonk de imam maakte tot een instrument voor de bevestiging van de argwaan richting moslimmannen. Hirsi Ali voedt die argwaan door de islam af te schilderen als een homogeen repressief patriarchaal geloof. Hiermee zorgt ze ervoor dat de verscheidenheid van beleving en de verschillende stromingen van de islam niet erkend worden. Terwijl doorgaans de verschillen tussen katholieken, gereformeerden, protestanten, jehova’s getuigen, evangalisten etc, wel worden erkend, onthoudt Hirsi Ali de islamitische ander die erkenning.

 

Gevaarlijke baarmoeders

De verscheidenheid van de ander niet erkennen is een van de instrumenten die de dominante cultuur inzet om haar dominantie te verzekeren. Hirsi Ali heeft aan deze dominantie meegewerkt door als een voormalige moslima de islam als een homogene cultuur te presenteren. Het fysiek en beleidsmatig geweld dat tegen vrouwen teweeggebracht wordt in patriarchale islamitische samenlevingen heeft zij, en velen met haar, onjuist als een theologisch gegeven geconceptualiseerd. Hiermee wordt het patriachale karakter van het geweld en de gewelddadige respons buiten beeld gehouden. Het geloof wordt hier als reden opgevoerd terwijl de vele interpretaties van de islam van tafel worden geveegd om het beeld van de uniformiteit van de moslim als bedreiging te bevestigen. Het is hierbij van belang om op te merken dat Hirsi Ali, in de media, altijd gepresenteerd wordt als de kampioen van het vechten voor de rechten van moslima's. Maar veel van deze moslima's bevallen wel van jongens, die door de media vervolgens gretig worden afgeschilderd als ‘straattuig’. In Hirsi Ali's retoriek moeten deze moslima's gered worden uit hun eigen cultuur, wat eigenlijk wil zeggen dat er uit deze moslima's geen allochtoon straattuig meer geboren mag worden. De islamitische vrouw en haar baarmoeder zijn enerzijds een instrument dat de ondergang van de Nederlandse cultuur teweeg zal brengen en tegelijkertijd het ‘zielige slachtoffer’ dat gered moet worden. Een schurk en slachtoffer in één.

 

De marge als frontsoldaten

Zo ook Hirsi Ali die zelf patriachaal geweld heeft overleefd. Nu in Nederland behoort ze echter tot het verdediginsmechanisme van de dominante cultuur. Zij verwoordt, net zo aggressief als Wilders en Verdonk, hoe anders en antagonistisch de moslim zou zijn ten opzichte van de Westerse joods-christelijke cultuur van na de val van het IJzeren Gordijn. Hirsi Ali als onderdeel van de marge is nu grensbewaker geworden van de dominante cultuur. En wie kan je beter naar voren schuiven om de dominante cultuur te verdedigen dan de mensen die aan de marges ervan vertoeven? De linkse intellectueel Scheffer, de homoseksueel Fortuyn, de proletariër Wilders en de asielzoeker Hirsi Ali. Hun ervaringen met de moslim ander zijn omarmd door de dominante cultuur om het overheersende beeld over de islam hier in het voormalig Westen te bevestigen. Door de drang om niet meer tot de marge te behoren, wordt de onderlinge solidariteit onder gemarginaliseerden ondermijnd zoals we ook zagen tijdens het asielzoekers drama van Ter Apel. Toen Irakese vluchtelingen werd gedreigd met uitzetting zetten ze een tentenkamp op buiten hun asielzoekerscentrum. Somaliërs, Afghanen, Sudanezen en Iraniërs en andere vluchtelingen volgden. Nadat Gerd Leers alleen de Irakezen betere huisvesting had aangeboden tot hun uitzetting, verlieten zij het kamp en lieten de andere vluchtelingen achter. De ontruiming van het tentenkamp, met volgens de rechter disproprotioneel vertoon van macht, volgde niet veel later. Het feit dat in Nederland ieder jaar veertig asielzoekers, van wie de meesten gecategoriseerd als 'zwart', een zelfmoordpoging wagen, wordt gemakshalve vergeten en verzwegen door journalisten en beleidsmakers. De inhumane omstandigheden, waarin asielzoekers door het beleid van de Nederlandse staat worden gedwongen te leven, wordt doorgaans niet door de media beschreven. Asielzoekers en vluchtelingen krijgen in de Nederlandse media meestal geen naam tenzij ze schattige kinderen zijn. Het gepolitiseerde zwarte lichaam wordt zo uit het zicht gehouden, in detentiecentra, in afwachting van deportatie, of een terugkeer naar gebieden, die in de media vaak beschreven worden als ‘onheilspellend’, ‘ongedisciplineerd’, ‘onontwikkeld’ en ‘ongeciviliseerd’. Hirsi Ali werd ook ‘betere huisvesting’ aangeboden in de vorm van een sprekende rol in de politieke besluitvorming van Nederland over moslims en nam die aan. Het enige dat ze hoefde te doen was haar culturele afkomst ongenuanceerd openlijk te verachten.

 

Regeltjescultuur en politieke afrekening

Maar die verachting was niet genoeg om de positie van Hirsi Ali te verzekeren als lid van de dominante cultuur zoals we toentertijd zagen met het getouwtrek rondom haar beveiliging in 2007. Stoffige formalistische regelgeving werd opgehoest om te verklaren waarom zij in het buitenland geen staatsbekostigde beveiliging mocht krijgen. Ze werd beveiligd door de staat omdat ze door de staat gesteunde uitspraken deed over moslims. Ze was en is een opiniemaker. Wilders gaf echter aan dat als ze in het buitenland wilde vertoeven bij ‘vrienden’ dat zij haar eigen beveiliging maar moest bekostigen. De PvdA hekelde deze omgang met mensen om later het standpunt van Wilders over te nemen. Niet vergeten dat Wilders een voormalige partijgenoot was en bondgenoot is in de strijd tegen ‘de islam’ en dat de PvdA dezelfde partij is van Paul ‘Het multicultureel drama’ Scheffer en Diederik ‘Straatcoach’ Samson. Twee sociaal democraten die via agressief vertoog en vertoon het belang van hun aanwezigheid voor het maatschappelijk debat knullig en schijnheilig proberen te vestigen. Maar de VS beveiligt geen individuele personen en dus bleef ze erop hameren dat haar nooit verteld was dat haar beveiliging eindig was. De behuizing van haar ideeën in een zwart vrouwenlichaam bleek uiteindelijk doorslaggevend voor de beslissing van Ernst Hirsch Ballin om haar beveiliging op te heffen. Haar lichaam was niet de hare om over te beslissen waar het heen ging want alleen hier in Nederland zou ze beschermd worden, waardoor haar komen en gaan door anderen beslist moest worden. Ze was geen asielzoeker meer maar werd wel op haar plek gezet door deze gang van zaken. Wetend dat zij met de dood bedreigd wordt, en haar compagnon vermoord is wegens een gezamelijk project, toch zeggen dat het te duur is om haar te blijven beschermen laat zien welk lichaam bescherming hoort te genieten en welke niet volgens onze kabinetten. Toen Geert Wilders voor persoonlijke zaken reisde, zoals zijn mislukte boektoer of zijn erbarmelijke speech bij het World Trade Center in New York, werd hij wel beveiligd door de staat. Voordat Hiris Ali definitief had besloten om in de VS te verblijven werd hetzelfde reisscenario als optie gepresenteerd door leden van de Tweede Kamer, maar werd dit resoluut afgewezen door het toenmalige kabinet.

 

Zwarte lichamen en geweld

Dat een zwart (vrouwen)lichaam in het Westen geen bescherming waard is bleek ook uit de manier waarop de discussie na de mishandeling van het koppel in Amsterdam de focus verloor. De mannen, die een zwangere vrouw en haar vriend mishandelden zijn grootgebracht in een cultureel ecosysteem waarin het leven van zwarte lichamen als minderwaardig en letterlijk wereldvreemd (allochtoon) wordt gecategoriseerd. Ze waren dan ook boos op de vrouw met Marokkaanse achtergrond omdat ze zich had verlaagd door een kind te willen produceren dat een ‘halfbloedje’ zou worden: half mens, half abject object. De allochtoon, waar Hirsi Ali ondanks haar verwoede pogingen bij de dominante groep te komen alsnog toe behoort, wordt door de dominante cultuur gezien als een bedreiging, een gevreesde massa, een ongedisciplineerd straatschoffie, een ongedisciplineerde baarmoeder. De vijf mannen bevinden zich aan de marge van de Nederlandse samenleving en beschermden met hun mishandeling de grenzen van deze samenleving. Dit huidig simplistisch beeld van de samenleving, de gemarginaliseerden en de ander maakt deel uit van een culturele, politieke en economische ideologische erfenis waarmee de ‘ander’ tot een gedehumaniseerd object gemaakt wordt. Hirsi Ali gaat hierin mee en is er uiteindelijk zelf slachtoffer van geworden. Het moment dat ze niet meer voor de Nederlandse staat, de dominante cultuur, productief bleek te zijn werd haar beveiliging opgeschort. Dit kun je vergelijken met een uitzetting. Eerder leidde een onderzoek naar haar recht op Nederlanderschap tot de val van Balkenende II omdat D66 de stekker uit het kabinet trok nadat Balkenende Verdonk rugdekking had gegeven. Verdonk gaf aan dat er fouten waren gemaakt tijdens het naturalisatieproces van Hirsi Ali zonder dat er eerst degelijk onderzoek was verricht. Hirsi Ali’s opoffering door te migreren is dan ook een herinnering van hoe de dominante cultuur zijn eigen geschiedenis ontsmet en schoonhoudt. Zelfs dit schrijven over Hirsi Ali is een product van de focus leggen op één persoon in plaats van het adresseren van racisme als cultuur ecosysteem. Hirsi Ali ontving haar prijs voor het goed gedijen in dit ecosysteem.

 

Foto (cc) Atheist Foundation of Australia Inc