Economische zelfstandigheid vs partneralimentatie
Zijn de onderwerpen van de 'tweede feministische golf' achterhaald, of juist verrassend actueel? Voor de 6e blog van de serie ‘Van Dolle Mina tot Twitterfeminist’ las Marjan Nieuwenhuis een publicatie van vrouwencollectief ‘De Strijdijzers’ over een nog altijd omstreden onderwerp: partneralimentatie.
In juni 2015 deden VVD, PvdA en D66 het voorstel de duur van partneralimentatie te verkorten. Het is nu wachten op het advies van de Raad van State, waarna de discussie tussen alimentatiebetalers en alimentatieontvangers weer zal losbarsten. Het is een ingewikkelde kwestie, die eind jaren zeventig ook speelde. Toen ging het ook over het verkorten van de duur van de partneralimentatie, die in die tijd ‘levenslang’ was. Mensen die voor het belang van vrouwen opkwamen werden weggezet als zeurpieten, blauwkousen en mannenuitbuitsters.
Open brief aan de Tweede Kamer, 1980
In 1981 publiceerde het vrouwenaktiekollektief ‘De Strijdijzers’ een boek over partneralimentatie ‘En nu is het uit!’. De aanleiding om zich in de problematiek van alimentatie te verdiepen was een klein artikeltje in de krant van 21 september 1979 over een motie van D66 in de Tweede Kamer om de partneralimentatieduur te beperken. Hoewel geen van de jonge ongehuwde lesbische vrouwen van De Strijdijzers met partneralimentatie te maken had, werden ze, hoe langer ze zich hierin verdiepten, zich steeds meer bewust van de onrechtvaardigheid van deze motie.
Hun uitgangspunt was om na te gaan hoe vrouwen eigenlijk in deze financiële situatie belandden. Hoe zag het leven van een vrouw er uit? Meisje, puber, jonge vrouw, gehuwd met kinderen, en dan, als ze de pech had om in een scheiding terecht te komen, zonder inkomen op straat komen te staan. Bijstand was dan haar voorland. Met andere woorden, haar hele leven hard gewerkt en voldaan aan de verwachtingen die aan vrouwen worden gesteld, en dan op oudere leeftijd met lege handen achterblijven.
Aanleiding voor de Strijdijzers om een ‘open brief’ aan de minister en de Kamerleden te sturen. Hierin werd vanuit het gezichtspunt van vrouwen de rechtsgrond voor alimentatie beschreven. Het ging o.a. over de structuur van de economie en de aard van het huwelijk. Veel argumenten die hierin opgesomd worden zijn nog geheel actueel. Zoals het feit dat mannen zich in eerste instantie verantwoordelijk voelen voor het inkomen en vrouwen voor de zorg en het huishouden. En dat zorg en huishoudelijk werk niet meetelt in het bruto nationaal inkomen.
De brief, die in de Tweede Kamer werd voorgelezen, sloeg in als een bom. Het heeft nog tot juli 1994 geduurd voordat de heren eruit waren en een soort Salomonsoordeel velden, namelijk, partneralimentatie beperken tot 12 jaar.
Wat gebeurt er anno 2016?
We bevinden ons nu weer in eenzelfde situatie als in de jaren zeventig. Met het voorstel de alimentatieduur te verkorten lopen de heren vooruit op een realiteit die nog niet bestaat, namelijk dat vrouwen voldoende eigen inkomen verdienen. In Nederland is nog altijd de helft van de vrouwen niet economisch zelfstandig. Toch stemmen helaas nogal wat vrouwen in met het voorstel.
Hoe realistisch is het om nogmaals aan het inkomen van vrouwen te knabbelen? Hoeveel weten we eigenlijk over de financiële situatie van vrouwen op de lange duur na een echtscheiding? Hoeveel vrouwen, vaak met kinderen, leven langdurig in relatieve armoede?
De argumenten uit de jaren zeventig zijn nog grotendeels geldig en zijn een reuze steun om ons te verzetten tegen een onredelijke teruggang van de duur van partneralimentatie.
Marjan Nieuwenhuis (68) zat in de Strijdijzers en is initiatiefneemster van de Studiegroep Economisch Zelfstandig.
Met de blogserie ‘Van Dolle Mina tot Twitterfeminist’ verkennen we wat we nu nog kunnen met de thema's van de ‘tweede golf’. Aanleiding is de digitalisering van publicaties uit de ‘tweede feministische golf’ bij Atria. Het digitaliseringsproject is op 8 maart 2016 gepresenteerd in de Tolhuistuin (met medewerking van Stichting Literaire Activiteiten Amsterdam).
Deze blog verscheen ook bij AtriaOntmoet.