Eerwraak en partnermoord
Reactie op Spaink
In haar LOVER-column van juni 2008 scheert Karin Spaink plegers van partnermoord en plegers van eerwraak over één kam. Volgens Hanneke Felten en Hilde Bakker zou het de levens van potentiële eerwraakslachtoffers flink in gevaar brengen als politie en opvang er net zo over dachten.
In haar polemische stukje over eerwraak stelt Karin Spaink zegt ‘werkelijk het verschil niet te zien tussen “eerwraak” en die Nederlandse mannen van toen (die overigens helaas nog steeds bestaan)’. Zij pleit ervoor om eerwraak vooral niet te beschouwen als een nieuw fenomeen. Best te begrijpen: de slachtoffers zijn bijna altijd vrouw, de daders bijna altijd man en het draait vaak om de gekwetste eer van de man. Maar gelukkig weten de meeste politiemensen en hulpverleners in Nederland inmiddels beter.
Er zijn een paar belangrijke verschillen tussen partnermishandeling en -moord aan de ene kant en eerwraak en eergerelateerd geweld aan de andere kant. En die hebben te maken met wie het geweld pleegt en het motief van waaruit ze handelen. Eerwraak komt voor in traditionele patriarchale gemeenschappen waar de familie-eer voorop staat. In Nederland geldt dit onder andere voor Turkse, Koerdische, Irakese en Afghaanse groepen. Vindt de gemeenschap de vrouwen van de familie kuis, ofwel ‘netjes’ op het gebied van seksualiteit, dan is de eer in orde. Jongens en mannen leren daarom om hun zusjes, en later hun dochters, in de gaten te houden. Bij ‘onkuisheid’ of het vermoeden daarvan (roddels!), wordt van de familie verwacht dat zij de eer herstellen. Bijvoorbeeld door de vrouw op te sluiten of te verstoten (‘eergerelateerd geweld’) of in het uiterste geval te vermoorden (ook wel eerwraak genoemd). Soms besluit de familie in een familieberaad wie de moord uit dient te voeren. Als het gaat om een ‘weggelopen vrouw’ is dit vaak de verlaten echtgenoot. Soms vindt er geen familieberaad plaats, maar zie je wel dat de echtgenoot door de familie wordt aangemoedigd om zijn weggelopen vrouw te vermoorden.
Dan partnergeweld. Hierbij gaat het om vaak jarenlange mishandeling in een partnerrelatie. Partnergeweld gaat om geweld vanuit één persoon en wordt meestal juist afgekeurd door de familie. Het geweld wordt gekenmerkt door controlerend gedrag en jaloezie van de ene partner naar de andere. Via geweld probeert de pleger macht uit te oefenen, vaak jarenlang, en de pleger houdt er ook niet altijd mee op wanneer het slachtoffer hem heeft verlaten. Het komt tientallen keren per jaar voor dat partnergeweld eindigt in partnermoord.
De verschillen tussen partnergeweld en eergerelateerd geweld vragen om verschillende aanpakken. Bij eergerelateerd geweld moeten politie en hulpverleners omzichtig optreden. De eerschending moet immers ‘geheim’ blijven, anders neemt de druk op de familie om gewelddadige maatregelen te nemen alleen maar toe. Het potentiële slachtoffer loopt dan meer risico. Bij partnergeweld kan het juist goed zijn om de geweldpleger openlijk met zijn daden te confronteren.
Een ander belangrijk verschil is dat er bij de dreiging van eergerelateerd geweld meer dan één potentiële dader is. Mocht de potentiële dader worden opgepakt door de politie, terwijl de familie-eer niet hersteld is, dan wordt mogelijk een ander familielid aangewezen. De dreiging is dus niet weg.
Media en politici besteden de laatste jaren veel meer aandacht aan eerwraak dan aan partnermoord. Gezien veel grotere aantal slachtoffers van partnermoord is dat niet altijd gerechtvaardigd. In die zin kan MOVISIE instemmen met Spainks visie. Naar ons idee verdienen àlle vormen van huiselijk geweld aandacht. Maar je moet niet simplificeren, dan maak je het alleen maar erger.
Hanneke Felten is projectmedewerker en Hilde Bakker is senior adviseur bij MOVISIE, kennis en advies voor maatschappelijke ontwikkeling. Meer info vind je hier voor professionals en hier voor jongeren (zie foto).