Emancipatiedebat: de Nederlandse man schittert in afwezigheid - of niet?
Het is niets nieuws dat het emancipatiedebat inmiddels verzand lijkt in een simplistische herkauwing van bij elkaar geraapte drogredenen, die bij elkaar eerder een wereldbeeld van tweehonderd jaar geleden illustreren dan de idealen van de zogenaamde (post)moderne samenleving. Artikelen als die van Paulien Derwort en Diederik Boomsma en Jonathan Price schetsen een alarmerend beeld: de essentie van een tig-jaren durende discussie over de gelijkheid van mannen en vrouwen is blijkbaar tot bar weinig mensen doorgedrongen. Maar toch begint er zich een voorzichtige kentering in het vaak zo eenzijdige debat af te tekenen.
Afgelopen vrijdag publiceerde Tijdschrift LOVER al een artikel over de vele discussies die in het buitenland worden gevoerd over mannen en feminisme. Binnen Nederland heeft die discussie een andere wending genomen; hier gaat het inmiddels over de rol van de man binnen het feminisme en de emancipatie. De laatste maanden wordt er hier een verrassende hoeveelheid opinieartikelen gepubliceerd waarin juist mannen oproepen om deel te nemen aan het feminisme- en emancipatiedebat. En niet meer uit loyaliteit voor vrouwen, maar omdat gelijkheid tussen vrouwen en mannen ook mannen aangaat. Halleluja. Zou het kwartje dan toch eindelijk zijn gevallen?
Deze positieve en potentievolle trend zou een startpunt in willekeurig welk emancipatie – en feminisme-vriendelijk artikel kunnen hebben, maar om op een reeks van recente publicaties te reflecteren moet er een lijn getrokken worden. En die lijn ligt het duidelijkst bij de column van Willem Bosch in De Volkskrant van oktober vorig jaar: ‘Een Beetje Kerel Kan het Hebben: Ich bin ein Feminist’. Hierin reageert Bosch op de stuitende column van Paulien Derwort over de invloed van het agressieve feminisme op de ‘echte’ mannen-man. Bosch weet zonder problemen de zwakke argumenten van Derwort te weerleggen. Echte man? Een echte man kan een beetje feminisme hebben, en dat fabeltje van de verwijfde man is al lang achterhaald, aldus Bosch. “Het is een diepgeworteld patroon dat van onze moeders, echtgenotes en dochters nog altijd het zwakke geslacht maakt.” Jeetje. Het kwartje lijkt echt te zijn gevallen.
Een maand na de publicatie van de column van Bosch publiceert De Volkskrant opnieuw een column om blij van te worden. Dit keer legt Stefan van der Laar het probleem van het woord ‘papadag’ bloot: “Ik wil geen complimenten en ook geen uitzonderingspositie want ik beschouw het als normaal dat ik zorg voor mijn kind.” Amen.
De complimenten die Van Der Laar ontvangt als reactie op het vervullen van simpele zorgtaken in het leven van zijn dochtertje vindt hij niet alleen misplaatst, maar ook ronduit beledigend. Van Der Laar beschrijft de projectie van stereotypen op zijn vaderschap als uiterst vervelend. Hij schetst hiermee een treffend voorbeeld van hoe niet alleen vrouwen maar ook juist mannen de dupe kunnen zijn van een stereotypische rolverdeling.
Bovendien merkt Van Der Laar scherp op dat het juist vrouwen blijken die de discussie aangaan over traditionele rolverdelingen. Want inderdaad, een grote denkfout is dat alleen mannen vrouwen onderdrukken; vrouwen zijn er ook goed in om elkaar te onderdrukken. Elke vrouw die ooit het woord ‘slet’ of ‘hoer’ naar haar hoofd heeft gekregen – en geloof me, dat zijn er véél – herinnert zich maar al te goed dat die opmerking veelal als eerste geplaatst werd door een andere vrouw. Net zoals ‘de slechte moeder’-discussie, waarin vrouwen met kinderen zich vooral bij andere vrouwen voor hun keuzes moeten verantwoorden. Het zijn veelal vrouwen die hardnekkig proberen vast te houden aan traditionele ideeën over vrouwen en vrouwelijkheid, want iedereen maakt tenslotte deel uit van systemen van onderdrukking, en draagt, bedoeld of onbedoeld, bij aan de instandhouding daarvan. Van Der Laar laat goed zien hoe emancipatie, en vooral het gebrek eraan, ook invloed heeft op de levens van mannen. Het wordt tijd dat mannen zich niet langer onttrekken aan het debat dat nu gedomineerd wordt door vrouwen, concludeert Van Der Laar.
En hier houdt het nog niet op. Zelfs de Correspondent, die regelmatig vervalt in populair gezemel met een iets te hoog zwart/wit gehalte, weet een beroep te doen op het belang van de aanwezigheid van de man in het emancipatiedebat. De schrijver in kwestie, Rutger Bregman, kiest dan wel voor een wat ongemakkelijke titel (Zo Krijg je Mannen Achter Het Aanrecht), een fundamenteel punt over het belang van vaderschapsverlof in de voltijds arbeidsparticipatie van vrouwen weet hij gelukkig wel te maken. Bregman vindt het dom dat de Nederlandse man zo afwezig is in een debat dat zo fundamenteel over henzelf gaat. Want, stelt Bregman, er zal niets veranderen bij de vrouw zolang er niets verandert bij de man. En daarmee wordt de noodzaak van een verschuiving binnen de emancipatiediscussie – van het eindeloos blindstarend ‘zoeken’ naar een oplossing bij ‘de’ vrouw naar de beperkte mogelijkheden voor mannen en vaders – in één zin duidelijk. En dat is fijn, want daarmee weet ook de Correspondent zijn publiek wat hedendaagse emancipatiekennis bij te brengen.
Tot slot vond er een week geleden het debat Feminisme is ook een Mannenzaak op de Universiteit van Amsterdam plaats. Dit debat, vast vol goede bedoelingen, voelde meer als een anticlimax dan als een waardige bijdrage aan een discussie die juist de laatste maanden een bijzonder productieve wending nam. Eén van de gasten, maatschappijhistoricus Zihni Özdil, weet dit onderbuikgevoel treffend onder woorden te brengen. Özdil geeft tijdens het debat aan dat hij onder protest aanwezig is, en dat hij het misplaatst vindt dat het panel alleen bestaat uit mannen terwijl het onderwerp toch echt over feminisme en vrouwen gaat. Het debat mag dan een anticlimax zijn, Özdil maakt dat weer helemaal goed met zijn pittige betoog. “Het is droevig gesteld in Nederland”, stelt hij, verwijzend naar de overvloedige stereotypering en objectivering van vrouwen in de Nederlandse media en cultuur. Özdil geeft een strenge toespraak, waarin hij mannen tot verantwoording roept om niet langer de ogen te sluiten voor de systematische onderdrukking van vrouwen waar zij als mannen de hoofdrol in spelen. Özdil sluit af met een scherpe noot: “Dit hier vanavond – drie mannen als sprekers en twee mannen als gespreksleiders terwijl de vrouwen in het publiek moeten luisteren en na afloop misschien een vraag mogen stellen – is werkelijk een schandaal. Het debat dat zo meteen gaat plaatsvinden, is qua opzet eigenlijk de puurste vorm van vrouwenonderdrukking. Het is een regelrechte belediging”.
Tijdschrift LOVER had het zelf niet beter kunnen verwoorden. Ja, het lijkt erop dat het kwartje echt is gevallen.