Fast fashion en vrouwenrechten
Een feministisch probleem
Een tijdje geleden kwam ik een documentaire tegen over Brandy Melville (Brandy Hellville & The Cult of Fast Fashion): het populaire maar ook controversiële kledingmerk met de slogan: "one-size fits most”. De documentaire zette mij aan het denken over de spanning tussen de (fast) fashion wereld, zelfexpressie en schoonheidsidealen, maar vooral over de patriarchaal-kapitalistische systemen waarop de mode-industrie gebouwd is. Hoeveel zijn onze schoonheidsidealen en zelfexpressie ons waard als het over de ruggen van kwetsbare, vrouwelijke arbeiders in het Mondiale Zuiden en het klimaat gaat?
Fast fashion is bad fashion
Fast fashion - het zit ‘m in de naam - is kleding van slechte kwaliteit die snel, goedkoop en in ‘sweatshops’ geproduceerd wordt. De documentaire over Brandy Melville belichtte voornamelijk de desastreuze gevolgen die de fast fashion industrie voor het klimaat, vrouwen- en arbeidsrechten heeft. Modeketens zoals Brandy Melville in de conventionele kledingindustrie willen gewoon zo veel mogelijk winst maken met zo weinig mogelijk kosten. Fast fashion daarom is goedkoop, overal te verkrijgen en speelt in op de modetrends die dan weer van de high fashion wereld afkomen. Hierdoor kan de consument altijd terecht bij fast fashion kledingwinkels voor de nieuwste trends voor de laagste prijs. Ik als dertienjarige met kleedgeld ging los in de H&M en kocht elke goedkope crop top en skinny jeans die ik kon vinden. Dat een dertienjarig meisje aan de andere kant van de wereld die kleding had gemaakt, en hoe, wist ik toen niet.
Vrouwenrechten, klimaatvervuiling en fast fashion
Als je kijkt naar de rol van vrouwen aan zowel het begin als aan het einde van de mode supply chain is die typerend voor de positie van vrouwen in de maatschappij. Van de productie tot de promotie: vrouwenlichamen worden gebruikt in de textiel- en kledingindustrie. De ironie van feministische shirts en andere producten met soortgelijke boodschappen die in sweatshops worden geproduceerd is daarom natuurlijk extra dubbel. Is de persoon die in de winkel een goedkoop, hip shirtje ziet hangen met een boodschap waar ze achter staat, dan eigenlijk indirect verantwoordelijk voor de uitbuiting van de persoon die het shirtje maakte?
Zoals de definitie van fast fashion al eerder verklapte, is de mode-industrie een gigantische business die als doel heeft zoveel mogelijk kleding te maken en te verkopen. Sneller, meer, goedkoper: de industrie kan eigenlijk alleen bestaan binnen een kapitalistisch systeem dat overleeft door vrouwen, kinderen en ook mannen uit het Mondiale Zuiden (ook wel ‘meerderheidswereld’) uit te buiten. Net zoals tijdens de Europese kolonisatie maken westerse modemerken gebruik van hun economische macht en zetten ze de bevolking in landen zoals India, China of Bangladesh onder druk voor hun eigen winst. Westerse merken hebben het hier voor het zeggen, omdat er vaak onvoldoende arbeidswetten en vakbonden zijn. Hierdoor staan lokale bevolkingen onder grote druk. 80 tot 85% van de kledingarbeiders zijn namelijk jonge vrouwen van kleur tussen de 18 en 25 jaar, die meestal 14 uur per dag werken voor minder dan 3 euro per dag. Naast dat ze niet alleen weinig krijgen betaald, ontvangen ze meestal ook geen compensatie voor zwangerschaps- of ziekteverlof, en ook niet voor overwerk. Dit zorgt ervoor dat het voor hen vrijwel onmogelijk is om financieel onafhankelijk te worden van mannen, omdat ze nauwelijks genoeg verdienen om hun basisbehoeften te voorzien. Vrouwelijke werknemers in Bangladesh verdienen bijvoorbeeld maandelijks 62 euro. Schijnend is ook het seksueel misbruik dat veel van deze vrouwen ondergaan, vaak door mannelijke bazen of managers. In Vietnam bijvoorbeeld, waar vier op de vijf van de arbeiders in kledingfabrieken vrouw is, maakt het grootste deel bijna dagelijks seksuele intimidatie of geweld mee. Diezelfde vrouwen werken zes dagen in de week om eten op tafel te krijgen voor hun kinderen. Seksueel misbruik is dus voor hen gewoon part of the deal.
Het uitbesteden van kledingproductie zonder goede controles is precies wat leidt tot moderne slavernij. Deze neokoloniale houding is niet alleen te zien in de manier waarop het werk outsourced, maar ook in de manier waarop het haar afval dumpt. De fast fashion industrie uit het westen doet namelijk aan ‘afvalkolonisering’, waarbij westerse kledingmerken hun overtollige kleding dumpen (tweederde van de fast fashion productie wordt niet gebruikt) in arme landen. Ondanks greenwashing-initiatieven, blijft de modesector op weg naar een productieverhoging van 60% tegen 2030, wat leidt tot 50% meer uitstoot. En dat terwijl we eigenlijk jaarlijks 15% minder uitstoot moeten hebben om de klimaatdoelstellingen te halen. Het kapitalisme behandelt de aarde gewoon zoals het patriarchaat de vrouw behandelt: door extractie van grondstoffen en uitbuiting van arbeid.
Fast fashion en feminisme
Fast fashion is onmiskenbaar een feministisch probleem. Het berust zich op een systeem dat profiteert van de onzekerheden, machteloosheid en uitbuiting van vrouwen, in het bijzonder vrouwen van kleur in het Globale Zuiden. De mode-industrie maakt deel uit van een groter, kapitalistisch, patriarchaal en wit-suprematistisch systeem dat het comfortabele leven van vrouwen uit de hogere klasse in de wereld mogelijk maakt door miljoenen geracialiseerde en uitgebuite vrouwen in erbarmelijke situaties hun kleren te laten produceren. En de fast fashion wereld is dan nog een fractie van dat systeem, dat met haar neokoloniale neigingen altijd een voet in de deur heeft in het Mondiale Zuiden.
Als feministisch probleem, moet de fast fashion industrie ook een feministische oplossing hebben. Fatsoenlijke lonen, veilige werkomstandigheden, een sterke gezondheidszorg en bescherming tegen seksuele intimidatie zijn allemaal vrij logische oplossingen die er standaard zouden moeten zijn. Organisaties zoals Re/Make zetten zich hiervoor in, check vooral hun website!
Maar hoe cliché het ook mag klinken, de oplossing ligt ook bij ons. Meer tweedehands kopen, minder fast fashion. Hoe meer wij ons bewust worden van de onderlinge samenhang van deze problemen, onze gewoontes dekoloniseren, en solidair zijn met de jonge vrouwen van kleur die onze kleding maken, kunnen we door middel van onze koopkracht een positieve invloed uitoefenen op de duurzaamheid en sociale rechtvaardigheid in de mode-industrie.
Help je mee om 50 jaar LOVER te vieren?
Dit jaar bestaat LOVER 50 jaar. Sinds de start in 1974 draait LOVER volledig op vrijwilligers en donaties. Voor de jubileumactiviteiten zijn extra middelen nodig. Informatie over (eenmalig) doneren vind je hier.