Feminisme als excuus voor vrouwenuitbuiting
Hester Eisenstein is de auteur van het boek Feminism Seduced en kreeg sindsdien vaak de vraag wat ze precies bedoelde met de verleiding van het feminisme. Voor Jacobin schreef ze een artikel waarin ze dat toelicht aan de hand van twee voorbeelden: de exploitatie van vrouwen in de zogenaamde Export Processing Zones (EPZ’s) en de bewering dat armoedebestrijding enkel te verwezenlijken is via vrouwenarbeid.
Eisensteins voorbeelden zijn nauw aan elkaar verbonden, de bewering dat armoedebestrijding via vrouwen wordt bewerkstelligd wordt namelijk vaak als excuus gebruikt voor de uitbuiting van vrouwen op de werkvloer. ‘The Sweatshop Feminists’ noemt ze haar artikel dan ook, met niet mis te verstane ironie. Werkgevers, regeringen en internationale financiële instituties als de Wereldbank en het Internationale Monetaire Fonds hebben één van de kernpunten van het hedendaagse feminisme omarmd, namelijk de recht van vrouwen op arbeid, om de inzet van vrouwen in EPZ’s te rechtvaardigen. Daar werken ze onder armzalige en veelal gevaarlijke omstandigheden.
Eisenstein onderkent dat betaalde arbeid voor veel vrouwen in ontwikkelingslanden een uitweg kan zijn uit de onderdrukking van een familiair patriarchaat, waarin ze veroordeeld zijn tot onbetaalde arbeid en verder geen enkele vorm van zelfbeschikking hebben. Zo noemt ze bijvoorbeeld Javaanse vrouwen die de voorkeur gaven aan werken in een sweatshop boven werken in het rijstveld. En Maleisische plattelandsmeisjes die in Japanse electronicafabrieken werken; ze worden afgedankt zodra hun ogen achteruitgaan, maar eigenen zich ook het recht toe om hun eigen echtgenoten te kiezen. Ze vindt het echter geen excuus voor de erbarmelijke werkomstandigheden van de vrouwen in de EPZ’s. Vrijwel alle EPZ’s zijn vrijgesteld van de lokale arbeidswetten en onderzoek toont aan dat pogingen om vakbonden op te richten bruut de kop worden ingedrukt door werkgevers. Vrouwelijke EPZ-arbeiders worden voortdurend blootgesteld aan intimidatie; ontvoeringen, slaag, verbaal misbruik, bedreiging met wapens en ondervragingen worden hierbij niet geschuwd.
De titel van Eisensteins artikel is ironisch, maar het gebruik van feministische kernpunten en idealen zoals bij de EPZ’s is ronduit cynisch. Ze stelt dat ontwikkeling van armoedegebieden altijd het succesvolst is gebleken wanneer deze geleid werd door de staat, en onderbouwt dat met overtuigende voorbeelden en argumenten. Niet dat ze deze vorm van ontwikkeling als zaligmakend beschouwt, maar het feit blijft dat staatsgeleide ontwikkeling recordhouder is op het gebied van armoedebestrijding. ‘Internationale financiële instituties en de rijke landen hebben de mythe geschapen dat armoede, ziekte en ondervoeding uitgeroeid kunnen worden door individuele vrouwen te helpen,’ zegt ze. Ze noemt dat een goocheltruc, bedoeld om de aandacht van policymakers, activisten en gewone burgers af te wenden van de verdorven praktijken van de internationale financiële instituties, bij wie het belang van de banken, de aandeelhouders en de rijke geld-uitlenende landen voorgaat.
Natuurlijk is het van cruciaal belang dat meisjes en vrouwen overal ter wereld een opleiding, voortplantingsrechten, ziektezorg en zelfbeschikkingsrecht krijgen, stelt ze. Maar dit kan niét bewerkstelligd worden in een context waarbij complete samenlevingen uiteengerukt worden door de huidige bezuinigingsdictatuur en neoliberaal marktfundamentalisme. Dus laten we niet meer doen alsof, en het feministische discours vooral niet langer misbruiken om vrouwenexploitatie en neoliberale ontwikkeling te rechtvaardigen.