FEMINISME IN SYRIË, BESTAAT DAT?
Het was in Syrië al niet best gesteld met de mensenrechten, laat staan met vrouwenrechten, maar nu het land door burgeroorlog in chaos verkeert: hoe staat het er nu eigenlijk voor met de positie van vrouwen bij de verschillende strijdende groeperingen? Men zou verwachten dat die aanzienlijk is verslechterd – en in zekere zin is dat ook het geval. Maar de revolutie heeft ook iets anders bewerkstelligd dat zich evenmin gemakkelijk laat terugdraaien. Vrouwelijke activisten zijn mondiger geworden, mede doordat ze vanaf het begin van de revolutie bij de strijd betrokken zijn geweest. Er zijn gebieden, zoals het door het fundamentalistische ISIS geregeerde Raqqah, waar de situatie heel sterk is verslechterd. In Raqqah werd een vrouw in elkaar geslagen louter omdat ze op Facebook zat en is een hoofddoek verplicht op straffe van de dood. Maar op internet laten Syrische vrouwelijke bloggers krachtig van zich horen, ze laten zich niet meer muilkorven, zo stelt Syrië-correspondent en geweldloos burgerprotest-activist Willemjan Vandenplas op het Belgische Knack. Daar hebben Syrische vrouwelijke activisten te veel zelfbewustzijn voor verworven. Zijn ‘Vrouwelijke activisten in Syrië laten zich niet meer muilkorven’ staat vandaag centraal in LOVER’s Uitgelicht.
‘'Als op eremoorden maar een gevangenisstraf van 6 maanden staat, dan leef je in een patriarchaal regime.' Blogger en activiste Razan Ghazzawi windt er geen doekjes om. Net zoals Hiba Alhaji, de oprichtster van het eerste vrouwencentrum in de Syrische stad Idlib: 'Ja, vrouwen hadden een plaats in het Assad-regime en ja, er zaten vrouwen in het parlement. Maar die plaats hadden ze louter te danken aan het feit dat ze behoorden tot de Alawitische sekte waaruit ook de clan van president Bashar al-Assad komt. Vrouwen die banden hadden met de Moslim Broederschap werden geweerd uit het overheidsapparaat en kregen geen kansen op de arbeidsmarkt.' Alhaji is ervan overtuigd: veertig jaar van uitsluiting maakt dat de Syrische vrouwen erop gebrand waren deel te nemen aan de revolutie.’ – Willemjan Vandenplas.