Feminisme voor iedereen
Zijn de onderwerpen van de 'tweede feministische golf' achterhaald, of juist verrassend actueel? Voor de 8e blog van de serie ‘Van Dolle Mina tot Twitterfeminist’ las Jeroni Vergeer het boek ‘Wat is feminisme?’ van Anja Meulenbelt uit 1981. Een inleiding tot het feminisme. Niet alleen voor academici, maar ook voor vrouwen met ‘minder opleiding’, of vrouwen op de Moedermavo. Het boekje legt in zo’n 70 pagina’s uit wat feminisme is, welke stromingen er zijn, wat feministen hebben bereikt en vooral nog moeten bereiken.
Tijdsbeeld
Het boekje biedt een handig overzicht. Meulenbelt beschrijft hoe de eerste golf feminisme er voor heeft gezorgd dat vrouwen gelijke rechten kregen, zoals het stemrecht. De tweede golf ging niet alleen over rechten, maar ook over de rol waar de vrouw in werd geduwd door de samenleving, waarin ze maar een stukje van zichzelf als mens waar kon maken. Dolle Mina’s zijn het beeld van feministen in die tijd gaan bepalen, terwijl de beweging volgens de auteur veel diverser was, met verschillende leeftijden en achtergronden, en verschillende stijlen van werken.
In de jaren 70 werden vrouwen steeds onafhankelijker van mannen. Het werd normaler dat vrouwen de keuze maakten geen kinderen te krijgen. En omdat vrouwen vaker gingen werken, ook na het huwelijk, werd er meer gepraat over de verdeling van het huishouden. Echter was het dan alsnog gebruikelijk dat deze huishoudelijke taken volledig bij de vrouw kwamen te liggen.
Meulenbelt schrijft dat er in die tijd veel ‘vrouwenbanen’ zo rot waren dat veel vrouwen het huisvrouwenbestaan als een uitkomst zagen, en omdat van veel vrouwen verwacht werd dat ze huisvrouw werden, deze banen rot bleven. Meisjes werden minder aangemoedigd om verder te leren en kregen in doorsnee een minder goede opleiding dan mannen. En zelfs als ze een goede opleiding hadden, dan kregen ze in doorsnee minder goed werk.
Het opleidingsniveau van vrouwen is in de afgelopen decennia meer gestegen dan dat van mannen. Echter, nog steeds is het voor vrouwen moeilijker om aan de top te komen, verdienen vrouwen gemiddeld minder dan mannen voor het zelfde werk, en de zogenaamde ‘vrouwenbanen’, zoals in de zorg en het onderwijs, worden nog steeds minder betaald.
Zonder mannen
Het boek beschrijft dat de vrouwen in de feministische beweging van de jaren 70 ontdekten dat ze beter konden werken als er geen mannen waren. Mannen namen sneller de leiding, en vrouwen waren gewend dat voorrecht aan mannen te gunnen. Maar door aparte vrouwengroepen te starten, konden vrouwen nieuwe dingen leren. En was het makkelijker andere onderwerpen te bespreken.
Tegenwoordig denk ik wel dat mannen minstens net zo belangrijk zijn om te betrekken in de feministische strijd. Mannen moeten bepaalde voorrechten inleveren. Daarvan moeten zij zich echter wel eerst bewust worden. En hoe breder de feministische beweging, hoe sterker. Feminisme gaat niet alleen over goede banen voor hoogopgeleide witte vrouwen.
Macht
Vrouwen hadden en hebben weinig macht. Politieke macht is voor het overgrote deel in handen van mannen, zowel toen als nu. Volgens de schrijver moet een vrouw zich in de politiek gedragen als man, en kost het vrouwen meer moeite om een plaats in bijvoorbeeld de Tweede Kamer of een positie bij een politieke partij te bemachtigen. Dat komt omdat mannen thuis vrouwen hebben om voor kinderen te zorgen. Vrouwen die een politieke carrière willen, moeten afzien van gezin of dat overlaten aan een huishoudster. Een man die voor het gezin zorgt was in die tijd nog geen optie.
Tegenwoordig zijn er nog steeds meer mannen in de politiek actief. We hebben nog nooit een vrouwelijke premier gehad, en bij bijna elke partij zijn er meer mannen dan vrouwen verkiesbaar. Ook blijven de gekozen vrouwen minder lang zitten. Dat laatste heeft te maken met de manier waarop politiek bedreven wordt. In het boek staat dat vrouwen deze manier verafschuwen. Het blijkt dat ook tegenwoordig vrouwen er meer moeite mee hebben dat er in de politiek vaak harde debatten worden gevoerd, en er sprake is van haantjesgedrag. Daarom moeten we niet alleen zorgen voor meer vrouwen in de politiek, maar ook voor een andere cultuur in de politiek.
Cultuuromslag?
Daar zijn we 35 jaar verder nog lang niet. De manier waarop we over mannen of vrouwen nadenken is gevormd door stereotypen. Ook gedragen we ons naar onbewuste beelden of boodschappen die we vanaf onze geboorte hebben meegekregen. Er is sinds de jaren 80 wel meer ruimte gekomen voor het beeld van de werkende vrouw en de zorgende man, maar aan de ander kant wordt een vrouw in een machtspositie nog steeds snel als bazig omschreven, en een huilende man als een watje weggezet.
Meer dan vroeger maakt het kapitalisme gebruik van de hokjes m/v. Vanaf je geboorte wordt je in roze of blauw gehesen, speel je met verschillend speelgoed, en gebruik je verschillende gegenderde verzorgingsproducten. Het neutrale midden verdwijnt langzaam.
Meulenbelt schrijft: ‘Mannen en vrouwen zouden meer op elkaar kunnen gaan lijken, maar we moeten geen uniforme seksloze massa worden. We moeten van twee uniforme mensensoorten naar een eindeloze kleurige variatie gaan.’ Om daar te komen, moeten er nog flinke stappen worden gezet in de emancipatie van de vrouw en van de man!
Samengevat, de onderwerpen die Meulenbelt aankaart, spelen nog steeds een dominante rol in feministische debatten. Kleine stapjes zijn gezet richting een meer gelijkwaardige verhouding tussen vrouwen en mannen. Maar zeker in ons onbewuste, zitten de hoofden van de mensen vandaag de dag nog vol met vooroordelen waardoor je zowel als vrouw en als man in een bepaalde rol wordt gedrukt.
Jeroni Vergeer (28) was al feminist maar leert elke dag bij. Ze is fractiemedewerker bij Groen Links en gespecialiseerd in duurzaamheid.
Met de blogserie ‘Van Dolle Mina tot Twitterfeminist’ verkennen we wat we nu nog kunnen met de thema's van de ‘tweede golf’. Aanleiding is de digitalisering van publicaties uit de ‘tweede feministische golf’ bij Atria. Het digitaliseringsproject is op 8 maart 2016 gepresenteerd in de Tolhuistuin.