FEMINISME: WIENS BEWEGING IS HET EIGENLIJK?
In de zomer van 2012 kwamen eenentwintig feministische bloggers en online activistes bijeen op het Amerikaanse Ballard College voor een vergadering die later befaamd zou worden. Die ontmoeting leidde namelijk tot het ontstaan van een rapport, #Femfuture: Online Revolution, dat donateurs opriep om het veelal onbetaalde werk dat feministische activisten online doen financieel te steunen. Het doel van #Femfuture was oprecht en zorgvuldig politiek correct. Volgens de initiators van de bijeenkomst op Ballard College, Courtney Martin en Vanessa Valenti, was het essentieel om te investeren in online feminisme omdat dat de stemmen vanuit gemarginaliseerde gemeenschappen zou versterken: ‘Women of colour and other groups are already overlooked for adequate media attention and already struggle disproportionately in this culture of scarcity.’ Ze stelden ook dat het internet een ideaal medium is om het blanke feminisme aan te spreken op onbedoelde uitingen van raciale privileges. Waar #Femfuture niet op was voorbereid, was de storm van woede en minachting waarmee hun werk zou worden gegroet – óók vanuit het mainstream feminisme. En hoewel sociale media diverse groepen een stem in het feministische debat gegeven hebben, hebben ze ook geleid tot talloze, vaak giftige, ideologische disputen binnen de beweging, zo stelt Michelle Goldberg in haar artikel voor The Nation over deze ontwikkeling. Ze vraagt zich af of het goed is voor het feminisme, en wiens beweging het eigenlijk is? Michelle Goldbergs ‘Feminism’s Toxic Twitter Wars’ staat vandaag centraal in LOVER’s Uitgelicht.
‘In some ways, the fact that people are being mean to each other on Twitter is hardly worthy of comment. Still, as the #Femfuture report attempted to point out, the Internet is where a lot of contemporary feminist activism is happening. “The Internet is the modern-day agora,” says Cross, who studies online social dynamics in her academic work. “It is increasingly a place where so many people are coming together and doing very meaningful, very real things, so that the social patterns prevailing on the Internet are of interest to everybody.” Further, as Cross says, “this goes to the heart of the efficacy of radical movements.” After all, this is hardly the first time that feminism—to say nothing of other left-wing movements—has been racked by furious contentions over ideological purity. Many second-wave feminist groups tore themselves apart by denouncing and ostracizing members who demonstrated too much ambition or presumed to act as leaders. As the radical second-waver Ti-Grace Atkinson famously put it: “Sisterhood is powerful. It kills. Mostly sisters.”’ – Michelle Goldberg