Haar seks is stuk, en de jouwe?
Weer een mening over de veelbesproken documentaire Mijn seks is stuk
Relaties draaien om de intimiteit die je deelt met elkaar of wilt delen met niemand anders. Vaak neemt die intimiteit de vorm aan van seks. Het wordt ook wel gezien een levensbehoefte, iedereen wil toch zo veel en zo vaak mogelijk seks? Maar als je die behoefte niet hebt, is er dan iets mis met je, ben je dan kapot? In de documentaire Mijn seks is stuk, die vanaf 4 december op meerdere platformen online staat, gaat Lize Korpershoek opzoek naar de reden waarom zij in haar fijne relatie geen behoefte heeft aan seks.
Wat opvallend is aan deze documentaire is niet persé de dertig minuten durende samenvatting van die zoektocht, maar eerder de reactie die media erop hadden de dagen daarna. Zo was Lize Korpershoek te zien in Telegraaf tot het NRC) besproken. En dan ging het vooralsnog om dezelfde dingen: haar (zeer persoonlijke) probleem en moeten we het hierover hebben? Terwijl dat mij juist het belangrijkste punt van deze korte film leek. Niet dat Lize geen zin heeft in seks (aseksualiteit* hoort wat mij betreft in het LHBTI-alfabet) maar juist dat Lize hierover in gesprek gaat met haar vriend, haar familie en een seksuoloog. Want hoe weet je of iets vreemd of ‘stuk’ is als je het er niet over hebt met anderen?
Eerst even over Mijn seks is stuk
De documentaire van Lize Korpershoek is eigenlijk pas het begin van haar onderzoek naar haar seksualiteit. Ze zegt dat ze voorheen altijd seks had voor haar partner of om een emotionele behoefte te bevredigen, maar nooit voor haarzelf. Dat seks voor jezelf fijn kan zijn en niet om iemand bij je te houden of te pleasen, was haar vreemd. Daarnaast benadrukt ze dat ze haar seksleven altijd heeft vergeleken met seks in films. Een goede manier dus om de discussie te starten over wat er nou eigenlijk (ab)normaal is aan de seks die je ziet op tv (het zijn veelal cis heterokoppels waarbij iedereen tegelijk klaarkomt en er wordt nooit wat gezegd over een condoom).
Het openhartige gesprek dat Lize voert met haar vriend in Mijn seks is stuk bewijst dat een gesprek voeren van belang is. Zo zegt haar vriend, Tim Hofman, dat hij wel behoefte heeft aan seks. Het liefst met haar, maar kan ook met iemand anders. Juist door dit soort gesprekken te voeren, over wat beide willen uit hun relatie en hun seksleven, komen deze mensen dichter bij elkaar. Want, zegt Tim, 'Kan [dat we uit elkaar gaan]. Kan ook als we wél weer seks hebben.' Zonder gesprek weet je niet wat men wil van een relatie/seksleven (en dan kan het nog wel 's heel saai worden).
Iedereen heeft een mening (gelukkig)
In de documentaire gaat Lize dus niet op zoek naar het opiniestuk van Han Lips hoef te lezen over de documentaire (waarin hij trouwens zegt dat je soms maar gewoon zin moet maken voor seks, ok boomer).
Gelukkig was er ook nog een groot publiek dat wel zat te wachten op deze documentaire. Na de publicatie van de documentaire kreeg Lize veel positieve reacties, waaruit blijkt dat mensen dit toch een herkenbare situatie vinden, ook als mannen als Han Lips en Adriaan van Dis zich er niet in kunnen vinden. Het doel van Lize lijkt daarom bereikt; deze documentaire heeft als gesprekstarter gediend. Al het commentaar uit de media is dus positief; het is goed om te praten over seks. Niet alleen in de slaapkamer, maar ook in de media en vooral ook op scholen.
Het standaard pik-in-vagina-verhaal, zoals Lize het noemt, kennen we nu wel. Ook seks tussen alle andere geslachten met andere geslachtsdelen (óf gewoon geen seks!) - het bestaat en kan allemaal. Al die verschillen, mogelijkheden en opties moeten besproken worden in dag- én nachtlicht om te laten zien dat je niet kapot of stuk bent als je niet volgens de heteroseksuele normering je seksleven inricht. Lize Korpershoek laat zien dat je je eigen seks bepaalt en daar is niets aan stuk.
*Aseksualiteit is een term die steeds vaker in de media komt en steeds minder verbaasde gezichten oplevert. Maar wat is het precies? Het wordt veelal gedefinieerd als een gemis aan seksuele aantrekking tot anderen. Dit betekent niet dat je geen seks hebt (bijvoorbeeld met jezelf of een partner) of er geen plezier aan kan beleven, maar eerder dat je het niet geil vindt. Gelukkig is er steeds meer informatie te vinden over aseksualiteit, maar het taboe is nog niet verdwenen. Het wordt nog vaak gezien als abnormaal en is vaak verbonden aan de vraag of het is ontstaan door een trauma. Ook is het niet opgenomen in het LHBTI-alfabet (een uitbreiding met een + zou bijvoorbeeld volstaan). Eerder schreven wij er al een artikel over, dat vind je hier.