Handjes tekort!

Op naar meer vrouwen in de techniek

Tamara 7 jaar!
Tamara 7 jaar!
Iris Wissenburg
Iris Wissenburg • 14 mei 2025

In 2024 waren er zo’n 17.000 vrouwen werkzaam in de technische branche, tegen 187.000 mannelijke werkenden in die sector. Wat gebeurt hier toch? Waarom stijgt het aantal vrouwelijke studerenden wel iets, maar vallen er zoveel meiden en vrouwen uit op de technische werkvloer?

Geen mening nodig hier, we beginnen met feiten en cijfers. Volgens het CBS is ongeveer 8 op de 10 werkenden in de ict, in de techniek, landbouw, transport en logistiek man. Vrouwelijke werkenden vind je in grote meerderheid in onder andere de zorg en pedagogiek. Het aantal meiden dat kiest voor een bèta-profiel op school en een technische opleiding stijgt de laatste jaren enigszins, maar het aantal vrouwelijke ict’ers en technici blijft ver achter.

De verschillen tussen meiden en jongens in schooladvies voor een vervolgopleiding na groep 8 zijn niet heel groot, maar bij de profielkeuze halverwege het voortgezet onderwijs is er al onderscheid, aldus de  Emancipatiemonitor van het CBS in 2024. Meiden kiezen op die leeftijd (zo rond hun 15e) vaker voor een cultureel en maatschappelijk profiel, terwijl jongens vaker richting natuur en techniek gaan. Uit onderzoek blijkt dat docenten en andere begeleiders op middelbare scholen, ongeacht de prestaties van individuele leerlingen, sneller geneigd zijn jongens te adviseren voor bèta te gaan en meiden eerder richting alfa-vakken te sturen. De achtergrond van de ouders van de leerlingen speelt echter een relatief grote rol; leerlingen met een technisch opgeleide moeder (zowel jongens als meiden) kiezen eerder voor een techniek-gerelateerd profiel dan leerlingen zonder moeder met een technische opleiding. Dit duidt op de belangrijke invloed van vrouwelijke rolmodellen, voor zowel meiden als jongens.

Studiekeuze
De gendergerelateerde verschillen in de keuze voor een vervolgstudie zijn nog groter; “Van oudsher kiezen meisjes en jongens vaak voor verschillende richtingen. Terwijl bij meisjes opleidingen in de zorg, het onderwijs en sociaal-culturele beroepen favoriet zijn, hebben jongens vaak een voorkeur voor natuur en techniek.” Dit geldt voor zowel het mbo, hbo en wo. Om een voorbeeld te geven; afgelopen jaar startten meer dan 37.000 mannelijke wo-studenten een studie in de informatica, tegenover een kleine 8.000 vrouwen. Volgens de mbo-raad stagneert de opkomst van vrouwelijke studenten in technische opleidingen, omdat er een gebrek is aan voorgangsters (ouderejaars studentes) en rolmodellen (docenten en bekende werkenden in het vak) binnen die opleidingen. Dat vrouwelijke studenten in de minderheid zijn “zorgt ervoor dat de cultuur binnen technische opleidingen vaak wordt bepaald door mannen, waardoor vrouwen een groter risico lopen op uitsluiting. Helaas leidt deze situatie ertoe dat vrouwelijke studenten gemiddeld een lagere inschatting hebben van hun eigen technische vaardigheden dan mannelijke studenten.”

De werkvloer
Na de studietijd is er nog een uitvalmoment voor meiden en vrouwen in de techniek: de werkvloer. Van alle vrouwen tussen 15 en 64 jaar oud met een afgeronde technische opleiding was in 2023 slechts 34% daadwerkelijk aan het werk in de techniek. Bij mannen was dat bijna 60%. Het verschil was het grootst bij de werkenden met een mbo-diploma (respectievelijk 27% en 60%) en wat minder groot bij hbo- en wo-geschoolden (38% en 58%). Op de werkvloer blijkt de door mannen gedomineerde cultuur eveneens een reden voor vrouwen om de technische sector te verlaten: “Als vrouwen worden aangenomen, merken ze vaak dat ze minder kansen krijgen, dat ze onbedoeld kleingehouden worden.” Er wordt hen bijvoorbeeld werk uit handen genomen, omdat ervan uit gegaan wordt dat ze het niet zouden kunnen. ‘Het is voor vrouwen frustrerend dat ze hun talenten niet kunnen laten zien.” Daarnaast spelen ook meer praktische factoren een rol, zoals niet-passende veiligheidskleding, een gebrek aan toiletten op de bouwplaats of de huiverigheid bij leidinggevenden om de banen als deeltijdbaan aan te bieden. Bij het opstellen van vacatures wordt vaak nog onbewust naar een man gezocht, waardoor vrouwen die wél gekwalificeerd zijn zich niet herkennen in het functieprofiel en zichzelf minder snel als geschikte kandidaat beschouwen dan hun mannelijke mede-sollicitanten.

Krapteberoepen
Als je dit allemaal onder elkaar zet, zie je hoe groot de rol van rolmodellen en cultuur is. Er zijn slimme meiden genoeg en steeds meer technisch geschoolde vrouwen (al mag het nog een stuk meer), maar ze vallen vaak ergens onderweg uit. En dat heeft niet met hun kwaliteiten en prestaties te maken, maar met de stimulans die ze ontvangen (of niet ontvangen) en de cultuur waarin ze zich moeten handhaven. Als jonge meiden evenzeer geïntroduceerd zouden worden in de wereld van de techniek, evenzeer gestimuleerd zouden worden door docenten om voor een bèta-opleiding te kiezen en zich veiliger en comfortabeler zouden voelen op de werkvloer, dan is de kans dat ze zich langdurig nuttig kunnen maken in die vele (vaak ook moeilijk vervulbare) beroepen in de techniek zoveel groter. Met de toenemende krapte in de ict en techniek zouden we onze handjes dicht mogen knijpen bij aanstormend vrouwelijk talent in die branches. Het kan zijn dat bepaalde mannen op bepaalde werkvloeren graag hun all-male-crew behouden, maar dat de nijpende tekorten aan arbeidskrachten lijken me wel een cultuuromslagje waard. Op naar meer vrouwelijk talent in de techniek!


Steun LOVER!
LOVER draait uitsluitend op vrijwilligers en donaties. Wil je dat Nederlands oudste feministische tijdschrift blijft bestaan? Help ons door een (eenmalige) donatie. Elke euro is welkom en wordt gewaardeerd. Meer informatie vind je hier.

Meer LOVER? Volg ons op XInstagramLinkedIn en Facebook.