Het verband tussen oranjetoeters, varkenshaasjes en fundamentalisme

Beeld Amanda Winnemuller - fundamentalisme
Beeld Amanda Winnemuller - fundamentalisme
Pierre Winkler
Pierre Winkler • 12 jun 2021

Fundamentalisme maakt andersdenkenden tot vijanden, stigmatiseert groepen en zorgt voor uitsluiting en onderdrukking van minderheden. De voedingsbodem voor fundamentalisme ligt echter niet meer in religies die bijvoorbeeld eeuwenlang voor onderdrukking van vrouwen hebben gezorgd. Het zijn de mainstream politiek en het bedrijfsleven die dag in, dag uit het zaad leveren voor discriminatie, uitsluiting, armoede en onderdrukking. We zitten in een diepe morele crisis, waarin waarheid tot een instrument voor politiek en marketing geworden is en elke schijnwaarheid dagelijks een nieuwe voedingsbodem levert voor fundamentalisme.

De dialoog van Socrates en het geloof in absolute en kenbare waarheid
De wereld is continu ‘in dialoog’. Het wemelt van de topconferenties en dialogen tussen bedrijfsleven, overheid en ngo’s. De term dialoog heeft een Griekse oorsprong. In het oud-Grieks betekende het gewoon ‘conversatie’, ‘gesprek’ en soms ‘discussie’ of ‘debat’. Je kent het wellicht van de Dialogen van Plato, waarin zijn leermeester Socrates in discussie met anderen allerlei filosofische vragen aan de orde stelt. Socrates zette zijn gesprekstechniek van het eindeloos doorvragen in om zijn gesprekspartners vast te laten lopen in hun eigen redeneringen. Socrates was zo iemand die elke discussie wilde winnen en hij beheerste deze doorvraagtechniek als geen ander.

De wil van Socrates om gelijk te krijgen zat verankerd in de Griekse cultuur in die tijd. Het retorisch debat met alle denkbare argumentatietechnieken en stijlmiddelen is uitgevonden door de Grieken en was in Socrates’ tijd enorm populair. Die populariteit kwam ook voort uit de gedachte dat er een kenbare waarheid was en dat iemand dus gelijk kón hebben.

Twijfel als weg naar dieper inzicht, minder fundamentalisme en meer gelijkwaardigheid
De oude Grieken hebben onze rationele vermogens op een voetstuk geplaatst en dat voetstuk is ruim tweeduizend jaar lang onaangetast gebleven. Tot in de vorige eeuw. Het proces van de afbrokkeling van het voetstuk kan fraai worden geïllustreerd met een metafoor die mijn professor Grieks, Cees Ruijgh, me ooit vertelde. “Je kunt je kennis”, zo zei hij, “zien als in een cirkel. Net buiten de rand van de cirkel zie je wat je nog niet weet. Telkens als je kennis uitbreidt, dijt de cirkel uit en neemt het aantal nog niet beantwoorde vragen exponentieel toe.” Het waren wijze woorden. Als je een antwoord vindt, zul je gelijk een heleboel vragen zien opdoemen die de waarheid, de geldigheid of de relevantie van je antwoord weer ontkrachten. Als je dus verder wilt komen, als je kennis en inzicht wilt ontwikkelen, gaat het niet om het vinden van antwoorden, niet om het verruilen van twijfels voor waarheid, maar om het telkens weer twijfelen aan de waarheid.

Twijfel als gezichtsverlies
Dit zogeheten ‘postmoderne’ denken heeft op een merkwaardige manier stevig postgevat in onze westerse samenleving. We beseffen dat onze waarheden op zijn best relatief waar zijn, maar willen tegelijkertijd net zoals de oude Grieken heel graag gelijk willen krijgen en zien het uiten van twijfel nog steeds als gezichtsverlies. Twijfelen mag dan terecht zijn – de wereld is complex en niemand heeft de waarheid in pacht –, maar twijfelen is ook voor de zwakken, de dommen, de niet-deskundigen, de mensen die niet durven kiezen, de draaikonten, de angsthazen. Daar willen we niet bij horen.

Gelijk krijgen ten koste van solidariteit, ten koste van bescherming van de zwakkeren
Postmoderne filosofen als Richard Rorty hebben geprobeerd ons een manier aan te reiken met die onzekerheid om te gaan. Om door middel van een echt open dialoog en zonder te streven naar gelijk krijgen verder te komen, wijzer te worden. Daarmee deden ze tegelijk een oproep voor respect voor de anderen, voor het de ander zien als je gelijke, voor solidariteit.

Die poging is jammerlijk mislukt. We weten ergens wel dat onze waarheden relatief zijn, dat de uitdijende cirkel van onze kennis ons telkens voor nieuwe vragen stelt, maar we kijken het liefst niet over de rand van die cirkel met al die nieuwe vragen en blijven onze eigen waarheden tegen beter weten in verdedigen. Met alle rationele en retorische vaardigheden die onze cultuur heeft voortgebracht. We zijn bereid om met allerlei partijen een dialoog aan te gaan, maar van echte openheid is geen sprake. Uiteindelijk wil iedereen, net zoals Socrates gelijk krijgen. Ten koste van anderen en ten koste van belangrijke morele waarden als respect, gelijkwaardigheid, bescherming van de zwakkeren en solidariteit.

Het ontbreken van een moreel kompas
Veel joodse, christelijke, islamitische en seculiere mannen – vrouwen als ‘zwakkere minderheid’ natuurlijk niet – hebben het voorbeeld van Socrates gevolgd door ons voor te schrijven wat waar, goed en slecht is. De postmoderne filosofen hebben ons opgeroepen om echte dialogen aan te gaan, te durven twijfelen, omdat dat een weg is naar meer gelijkheid, emancipatie en solidariteit. Vergeefs, want het klassieke zoeken naar absolute waarheid is nu vervangen door streven naar gelijk krijgen en het ventileren van meningen die het goed doen, ongeacht of die meningen echt waar zouden zijn. Dat streven naar gelijk krijgen is daarmee losgekoppeld van morele noties: niets is waar (en zelfs dat niet), dus je kunt de waarheid naar je eigen hand zetten en zo nodig kneden en ombuigen om er je voordeel mee te doen. Je ziet dit terug in allerlei vormen en in alle maatschappelijke en politieke discussies met al hun ‘deskundigen’ vanuit politiek, wetenschap, milieuorganisaties en andere ngo’s.

Wilders bijvoorbeeld preekt dat de Islam een bedreiging is voor de wereldvrede. Dat deze stelling niet waar is, weten hij zelf en een groot deel van zijn kiezers ook. Maar dergelijke uitspraken doen het goed in tijden van crises, alarmerende situaties, naderende rampen en codezwartscenario’s op elk terrein, of ze nu reëel zijn of bedacht of aangedikt ten behoeve van de eigen politieke of economische belangen. Openstaande vragen, nuanceringen en twijfels zijn taboe. Of het nu gaat om de vermeende dreiging van de Islam, de vermeende economische crisis waarvan niemand overziet hoe diep die nu echt zal zijn, het netto milieuresultaat van een elektrische auto, de bouw van een windmolenpark waarvan de energie voor het grootste deel is verkocht aan Microsoft of het wel of niet zinvol zijn van mondkapjes bij het voorkomen van corona. Met twijfels en nuanceringen scoor je niet. Waarheden, daar gaat het om, ook al weet je zelf dat, in een complexe wereld als de onze, welke waarheid dan ook alleen maar met nuanceringen en voorbehouden benaderd kan worden. In feite doen daarmee alle politici, geholpen door opiniemakers, vertegenwoordigers van ngo’s , wetenschap en talloze ‘deskundigen’ precies hetzelfde als Wilders: oppervlakkige meningen als waarheden verkondigen om te laten zien dat je krachtig en doortastend bent. Dat horen mensen graag en bij krachtdadig optreden hoort nu eenmaal dat er een aanleiding voor nodig is, dus dan moet er wel een situatie zijn die op zijn minst alarmerend en bedreigend is, en een onweerlegbare ‘waarheid’ om het op te lossen.

Het verlies van een grondrecht
Waarheden, daar gaat het om, ook al weet je zelf dat in een complexe wereld als de onze welke waarheid dan ook alleen maar met nuanceringen en voorbehouden benaderd kan worden. Maar met die laatste waarheid, de waarheid van de twijfel, scoor je niet. En dus kiest men een andere waarheid die wel past bij de belangen van de groep waar men bij hoort. Het gevolg echter van die scoringsdrift en het zo ‘soepel’ omgaan met de waarheid is dat ons van alles wordt aangepraat dat op z’n best half waar is en dat daarmee ons als burgers, als kiezers, als consumenten, als samenleving en in de omgang met elkaar, de mogelijkheid om tot een weloverwogen keuze te komen – een grondrecht – wordt ontnomen.

De ‘waarheid’ als marketinginstrument: de varkenshaasjes en oranjetoeters
Bij bedrijven zie je ook treurige voorbeelden van hoe waarheid tot een instrument is geworden dat je kunt vormen en kneden naar eigen believen. Albert Heijn presenteert zich als een maatschappelijk verantwoord bedrijf dat duurzaamheid en zorg voor het milieu nastreeft. Ook die ‘waarheid’ blijkt rek- en kneedbaar. Zo had deze kruidenier laatst een reclameactie voor varkenshaasjes die per drie stuks verpakt waren. Het gemiddelde gezin, weet ook Albert Heijn, bestaat uit vier leden en dus koopt menigeen – het is immers ‘in de aanbieding’ – twee van die pakken. Het duurzame en milieubewuste Albert Heijn stimuleert overconsumptie en vergroot het milieuprobleem als gevolg van de vleesindustrie. Maatschappelijk verantwoord ondernemen ligt goed in de markt en ook banken doen zich daarom graag voor als ‘ethische bankiers’. Maar ook daar wordt de waarheid gekneed zoals het de bedrijven uitkomt en investeren Rabobank, ING en ABN-AMRO in China en dus ook in het sterker maken van een regime dat op allerlei manieren de mensenrechten schendt. En Jumbo geeft nu bij gelegenheid van het EK voetbal duizenden Juichcapes weg die samen met de Hollandicons en Heldenshirts van AH, de Bavariabroekjes, het Oranjezomerhemd van Heineken en wat al niet meer aan prullaria weer een gigantische afvalberg zullen opleveren na afloop van het EK. En ondertussen zijn al die bedrijven duurzaam, echt waar…

Morele crisis, fundamentalisme en onderdrukking door politiek en bedrijfsleven
We zitten in een diepe morele crisis, waarin waarheid tot een instrument voor politiek en marketing geworden is, waarin ons recht op informatie en ons recht op keuzevrijheid ernstig worden aangetast. Waarin kernwaarden als gelijkheid, bescherming van zwakkeren en solidariteit voortdurend onder druk staan. Waarin een fundamentalistisch wereldbeeld met discriminatie, uitsluiting en onderdrukking van minderheden niet meer van duidelijk te onderscheiden groepen komt, een religieuze stroming bijvoorbeeld, maar ons elke dag opnieuw wordt aangepraat en ingeprent door politiek, bedrijfsleven, ngo’s en het hele leger aan ‘deskundigen’ en opiniemakers.

Als we oprecht vooruitgang willen boeken met betrekking tot duurzaamheid, armoedebestrijding, solidariteit, emancipatie en een inclusieve samenleving, dan zullen bedrijven, overheden, wetenschappers en ngo’s eerst eens kritisch moeten reflecteren op hun eigen houding, uitgangspunten en morele principes. En vervolgens serieus moeten nagaan of hun woorden en daden daarmee in lijn zijn of dat ze enkel schijnwaarheden kneden in een vorm die past bij hun eigen belangen. Want elke schijnwaarheid is weer een nieuwe voedingsbodem voor fundamentalisme.

Steun LOVER!
LOVER draait uitsluitend op vrijwilligers en donaties. Wil je dat Nederlands oudste feministische tijdschrift blijft bestaan? Help ons door een (eenmalige) donatie. Elke euro is welkom en wordt gewaardeerd. Meer informatie vind je hier.
Meer LOVER? Volg ons op Twitter, Instagram, Linkedin en Facebook