Het Vrouwen Overleg Komitee in België (1)
De multiculturaliteit als feministische kwestie?
Sinds een aantal jaren staat het kritisch nadenken over de multiculturaliteit centraal bij vele feministische onderzoekers en vrouwenorganisaties. In het academisch en activistisch veld wordt gediscussieerd over de verzoenbaarheid van cultureel-religieuze diversiteit, feminisme en emancipatie. In West-Europese landen ligt de focus van deze discussies weliswaar vaak op de islam en moslims, maar ook op de culturele en religieuze tradities en achtergronden van andere migrantengroepen. Nella van den Brandts onderzoek richt zich op enkele Belgische Nederlandstalige feministische organisaties die vanuit een affirmatieve houding ten opzichte van cultureel-religieuze diversiteit en emancipatie nieuwe feministische praktijken uitbouwen.
In dit artikel richt van den Brandt zich specifiek op het Vlaamse Vrouwen Overleg Komitee (VOK). Na een korte introductie op het traject dat het VOK omtrent deze cultureel-religieuze diversiteit heeft doorlopen, bekijkt ze in het tweede deel van deze reeks kritisch enkele nieuwe feministische pistes en uitdagingen voor het VOK – uitdagingen die overigens volgens van den Brandt ook gelden voor de vrouwenbeweging in haar geheel. [1]
Het Vrouwen Overleg Komitee: een introductie
Het VOK introduceert zichzelf op haar website als een ‘pluralistische en open organisatie die kritische reflectie koppelt aan concrete actie’. [2] Het VOK werd in de jaren zeventig opgericht als overlegorgaan waarin zowel vrouwen van politieke partijen, vakbonden of sociale organisaties, of gewoon als individu, hun zegje konden doen over feministische kwesties. Sinds 1972 is het VOK als linkse, radicale en autonome organisatie ook de drijvende kracht achter de nationale Vrouwendag van 11 november.
Het VOK is niet alleen een heuse feministische denktank, maar ook een volwaardige, kritische gesprekspartner van de Vlaamse overheid. Hoewel de VOK-ledenvergadering voornamelijk bestaat uit witte, hoogopgeleide vrouwen uit de middenklasse, heeft deze organisatie ondanks haar homogeniteit de laatste jaren toch een innovatieve rol gespeeld in het publieke debat over de staat van het feminisme in de multiculturele samenleving.
Een goed voorbeeld hiervan vinden we als we de publicatie van de brochure Een Feministische Kijk op de Multiculturaliteit (2005) bekijken. [3] Hierin uitte het VOK kritiek ten aanzien van het misbruiken van feministische argumenten in neoliberale en racistische politieke vertogen. Men benadrukte in deze folder dat de vele gezichten van het feminisme niet hiërarchisch moeten worden opgevat, maar eerder als een rijkdom gezien zouden moeten worden – een rijkdom die het debat voedt en samenwerking stimuleert. Deze brochure vormde overigens ook de aanleiding voor het VOK om zich te mengen in het Belgische debat rond de hoofddoekenkwestie.
Het VOK en multiculturalisme: het initiëren van het hoofddoekendebat
Persconferentie BOEH! 10 september 2009. Van links naar rechts: Kitty Roggeman, Saida el Fikri, Sara S’Jegers, Nadia Fadil, Samira Azabar.
Toen het hoofddoekenverbod voor de werknemers van de gemeentelijke dienstverlenende loketten werd ingevoerd in 2007 door de stad Antwerpen, zette het VOK mee een protestactie op touw. Enkele leden van het VOK hielpen vervolgens mee met de oprichting van het autonome platform Baas Over Eigen Hoofd! (BOEH!), waarin witte vrouwen en moslimvrouwen met een migratieachtergrond de handen ineen sloegen. Aangezien BOEH! de hoofddoek als vallend onder het recht op godsdienstvrijheid en keuzevrijheid beschouwt, tast een hoofddoekverbod in hun optiek het recht van vrouwen op een individuele keuze voor een eigen culturele-religieuze identiteit en praktijk aan. [4] De liberaalfeministische nadruk op keuzevrijheid werd door BOEH! dus verbreed en ingezet op een manier dat het de hoofddoek kon omvatten.
Deze strijd rond de hoofddoek wordt nog altijd gevoerd en de bereidheid van het VOK om dit pleidooi voor keuzevrijheid te ondersteunen, wordt haar niet altijd in dank afgenomen. Zowel binnen als buiten de vrouwenbeweging beschuldigt men het VOK namelijk van een naïeve of zelfs gevaarlijke vorm van cultuurrelativisme dat het behouden van cultuur en religie zou verkiezen boven vrouwenrechten en feminisme. Niettemin is het VOK een dubbele uitzondering als het op de houding van de Nederlandstalige vrouwenbeweging ten opzichte van religie aankomt: ze uit ferme kritiek tegen antireligieuze en islamofobe uitspraken en klaagt de discriminerende effecten ervan aan. Tegelijkertijd plaatst het VOK religie niet eenzijdig aan de kant van structurele onderdrukking en ongelijkheid voor vrouwen, maar beziet ze het ook als een domein van keuzevrijheid en individuele betekenisgeving.
De kritische houding en praktijk van het VOK biedt dus richtingaanwijzers voor een multicultureel feminisme. Niettemin zijn er ook enkele onverwachte uitdagingen waar het VOK rekening mee zal moeten houden. Deze uitdagingen worden in het tweede deel van deze reeks onder de loep genomen.
Nella van den Brandt is doctoraal onderzoeker aan de Universiteit Gent (België) en schrijft onder andere voor De Wereld Morgen, Kif Kif en de Feministische Blog.
__________________________________________________________________________________
[1] Met veel dank aan Sophie de Graeve, Eveline Cortier, Merel Terlien en Ida Dequeecker voor het constructief meelezen van en/of meedenken aan dit artikel.
[2] http://www.vrouwendag.be/wie-zijn-wij
[3] http://www.vrouwendag.be/images/stories/multiculturaliteit.pdf
[4] Zie het BOEH! document op de website van de vormingsinstelling Motief:http://www.motief.org/donwloads/categoéry/3-andere
Foto's; COPYRIGHT 2012 ©Het VOK; Judith Vanistendael&Het VOK; BOEH!