Hoe een pseudoziekte leidde tot vooroordelen en vibrators
“Die man reageerde wel érg hysterisch hoor.” Sounds weird, right? Tot op de dag van vandaag gaat het over vrouwen als we het hebben over hysterie.
Ben je ongelooflijk blij als vrouw en uit je dit? Dan ben je hysterisch. Een voorbeeld hiervan is de kritiek op Emma Wortelboers reactie op de winst van Nederland bij het Eurovisiesongfestival. Ben je als vrouw ergens boos over en uit je dit? Ook dan dekt de term de lading. Zoals de kritiek die Sylvana Simons kreeg van o.a. Johan Derksen: ze zou een hysterisch wijf zijn. Hoewel de woorden van Derksen überhaupt niet serieus te nemen zijn, geeft het helaas wel een trend aan.
Hasna el Maroudi (journalist en co-founder Lilith Mag) slaat de spijker op zijn kop in haar column over boze vrouwen. Ze stelt dat er van vrouwen wordt verwacht dat ze altijd bedeesd blijven en vriendelijk lachen. Rebecca Traister, auteur van Good and Mad (2018), zegt dat dit gestoeld is op het feit dat witte mannen de norm zijn van het intellectuele ideaal. Hierdoor worden zwarte vrouwen vrijwel meteen als agressief bestempeld wanneer ze boos worden en witte vrouwen als emotioneel. Naar de validiteit van deze woede wordt niet eens meer gekeken, het is tone policing* alom.
Vrouwen en hysterie lijkt een vanzelfsprekende combinatie, waar komt dit vandaan? Laten we de geschiedenis induiken.
*Er is sprake van tone policing wanneer de manier waarop een boodschap overgebracht wordt, wordt bekritiseerd zonder op de inhoud in te gaan. Hierdoor wordt de aandacht van de inhoud afgestuurd binnen een debat of discussie.
Zwervende baarmoeder en een typisch Frans kwaaltje
De etymologie van het woord hysterisch is direct verbonden aan het biologische vrouw-zijn. Het stamt namelijk af van het Griekse woord voor baarmoeder: hystera. Hoewel vaak terugverwezen wordt naar Hippocrates (ca. 460 v.Chr. - 370 v.Chr.) heeft hij deze term nooit geduid. Wel omschreef hij diverse vrouwelijke ziekten in zijn werk Diseases of Women, waarop het ziektebeeld van hysterie later werd gebaseerd. Aretaeus of Cappadocia (2e eeuw n. Chr.), een Griekse arts, omschreef de baarmoeder als een levend dier in de vrouw. Het dwalen van dit dier in het lichaam zou voor diverse klachten kunnen zorgen. Tot in de middeleeuwen werd dit geloofd. Vaak gecombineerd met het idee dat de rondzwervende baarmoeder opzoek was naar een kind. Het precieze ziektebeeld van hysterie was nog vrij onduidelijk. Meestal werd er gerefereerd naar het verlies van zelfbeheersing, waarmee bedoeld werd: de mate waarin een vrouw zich conformeerde aan de beperkte rol die zij in de samenleving toebedeeld kreeg.
Tussen 1800 en 1850 kregen deze ‘hysterische’ vrouwen het advies om een bedaard leven te leiden, een levensinvulling die volgens Maroudi’s column nog steeds geprefereerd wordt bij vrouwen. Daarnaast werden huishoudelijke taken als vorm van beweging geadviseerd. Typisch en schrijnend. Het is geen toevalligheid dat dit advies perfect past binnen de verwachte rol en bezigheden van een vrouw.
Ook ongesteldheid werd als oorzaak voor hysterie gezien. Een medische ingreep die veel werd gedaan was uterus doctrine. Hierbij werden er bloedzuigers in de vagina en rondom de baarmoederhals geplaats. In 1840 werd de menstruatiecyclus ontdekt en daarmee de oorzaak van de maandelijkse bloedingen. Het was hierdoor niet meer nodig om de uterus doctrine uit te voeren.
De grondlegger van de neurologie, Jean-Martin Charcot (1825-1893), deed van 1870-1893 onderzoek naar hysterie. Volgens hem had deze ziekte niets met de baarmoeder te maken, maar lag de oorzaak bij de hersenen. In ruim 20 jaar breidde Charcot de lijst met symptomen van hysterie uit. In eerste instantie focuste Charcot zich alleen op vrouwen. Later verbreedde hij zijn focus en werden homoseksuele of ‘vrouwelijke’ mannen ook slachtoffer van deze ziekte. Naarmate zijn onderzoek vorderde werden ook zwervers en Joden ziek en uiteindelijk trof de ziekte zelfs de ‘echte’ man. Opvallend genoeg namen de gevallen van hysterie enorm toe in de periode dat Charcot dit onderzocht. Na zijn overlijden daalde de hoeveelheid gevallen direct.
Drie soorten hysterische vrouwen en seksuele frustratie
Gedurende de 19e eeuw werden drie soorten vrouwen gelinkt aan hysterie. Pièrre Briquet (1796-1881) was een Franse arts en psycholoog en stelde dat de Femme Fragile een voordehand liggend slachtoffer was. Deze femme verwees naar een jonge vrouw uit de arbeidersklasse die zielig en hardwerkend is. Vaak kwamen deze vrouwen naar de stad om meer geld te verdienen en geluk te vinden. Wellicht werd dit als te zelfredzaam gezien en daarom in de kiem gesmoord door middel van de pseudodiagnose hysterie. Niet veel later kwam een ander type vrouw het toneel op, namelijk de Femme Fatale. Dit was een ongecontroleerde vrouw uit de bourgeoisie. Deze vrouwen waren verleidelijk en gaven zich over aan hun seksuele impulsen. Aan het eind van de eeuw werd het laatste en daarmee het derde type geïntroduceerd, de Femme Savante. Dit waren vrouwen die onafhankelijkheid ambieerden en graag wilden doorstuderen. Kortom, ze verzetten zich tegen de rol die de maatschappij voor hen in gedachten had.
Eind 19e eeuw begon Sigmund Freud met zijn psychoanalyses. Hierin besteedde hij ook aandacht aan hysterie. Hij concludeerde dat het een vrouwelijke ziekte was die duidde op dat de vrouwen seksueel onbevredigd waren. Ze zouden hun ‘vrouwelijk zaad’ niet kwijt kunnen, wat tot deze ziekte zou leiden. Opnieuw bevatte het ziektebeeld een ellelange lijst aan uiteenlopende klachten, die samen te vatten waren als onconventioneel gedrag ongepast voor een dame. Freuds oplossing? Een bekkenbodemmassage met als resultaat een ‘hysterisch paroxisme’, oftewel een orgasme. Dokters hadden het maar druk met de grote inspanningen die het vele hand- en vingerwerk kostte en er werd gezocht naar een oplossing om deze vrouwen op een minder arbeidsintensieve manier te helpen. Zo werd de eerste vibrator geboren. De Engelse dokter Joseph Mortime Granville vroeg in 1880 patent aan op de ‘manipulator’, die hij de ‘Granville’s Hammer’ had genoemd.
De naïviteit van het patriarchaat in deze is wel uitermate bijzonder. Begin 20e eeuw was ongeveer 75% van de vrouwen hysterisch, zij maakten enthousiast en openlijk gebruik van de vibrators. Toch werd er niet geloofd dat dit met seksueel genot te maken had. Vrouwen hadden namelijk een man nodig voor seksueel genot; penetratie was het sleutelwoord. Achteraf is de naïviteit waarmee mannen zichzelf hierin wanhopig probeerden te centraliseren erg vermakelijk.
Tot in de jaren 20 is er openlijk reclame gemaakt voor vibrators als behandeling voor hysterie, zie hier een paar voorbeelden. Totdat de speeltjes ook in porno verschenen en ze naar de taboesfeer werden verbannen. Met genot hield je namelijk niemand in toom. Zelfs mannen moesten toegeven dat er wel degelijk seksueel genot plaatsvond bij het gebruik van een vibrator. Pas vanaf 1980, na de seksuele emancipatie, nam de seksspeeltjesindustrie een grotere vorm aan.
Toen hysterie verdween
In 1952 is hysterie officieel afgeschaft als diagnose binnen de medische wereld. De pseudoziekte die voornamelijk gebruikt werd om vrouwen in toom te houden heeft tot een aantal serieuze gevolgen geleid. Zo zijn medische vrouwenklachten jarenlang onderkent, op een hoop gegooid en onder deze pseudodiagnose geschaard. Het gevolg hiervan is dat er tot op de dag van vandaag veel minder bekend is over zowel mentale als fysieke ziektes gerelateerd aan het vrouwenlichaam. Zo uiten hartklachten zich heel anders bij vrouwen dan bij mannen, blijkt ook uit dit artikel van Trouw. Ook is het patriarchaat flink in de hand gewerkt om vrouwen ingetoomd en zwijgzaam te houden. Zodra een vrouw ideeën, ambities of meningen ontwikkelde werd ze voor gek of ziek verklaard. In onze huidige tijd komt dit nog steeds voor, niet met een officiële diagnose maar door emoties of gevoelens van vrouwen af te doen als hysterie. Door middel van tone policing ligt de focus op die manier waarop een vrouw iets zegt en niet wát ze zegt. Hoewel de strijd tegen hysterie ons het genot van de vibrator heeft opgeleverd, is er een hoop aan voorafgegaan waar vrouwen tot op heden de gevolgen van ondervinden.
Steun LOVER!
LOVER draait uitsluitend op vrijwilligers en donaties. Wil je dat Nederlands oudste feministische tijdschrift blijft bestaan? Help ons door een (eenmalige) donatie. Elke euro is welkom en wordt gewaardeerd. Meer informatie vind je hier.