HOE ZWARTE VROUWEN WORDEN VERNEUKT

• 29 mrt 2015

Het afgelopen jaar heb ik (te) vaak gehoord dat Beyoncé niet echt feministisch is omdat ze haar seksualiteit verkoopt. Kort gezegd: daar ben ik het niet mee eens. Ik zie dit dan ook als een kans om iets te bespreken dat me zwaar op het hart ligt: misogynoir binnen het feminisme. Moya Bailey, de bedenker van de term, beschrijft misogynoir kortweg als 'the particular fuckery Black women face in popular culture' , ofwel de specifieke verneukerij die Zwarte vrouwen tegenkomen in populaire cultuur.

Het is een veel voorkomend sentiment waar ik me vaker aan erger: het idee dat vrouwen niet 'echt' feministisch kunnen zijn als ze hun seksualiteit bij hun kunst inzetten. Het blijft bovendien pijnlijk dat ook het feminisme in veel opzichten hiërarchisch georganiseerd is, met blanke artiesten, academici, zakenvrouwen en politici aan de top. Die hardnekkige kern van klasse en eurocentrisme wordt te vaak niet erkend. En nergens is dit zichtbaarder dan in de popcultuur. Bij Amanda Palmer en Lena Dunham bijvoorbeeld, die als feministen hoger staan aangeschreven dan Beyoncé en Nicki Minaj. Dat baart mij zorgen. Zowel Palmer als Dunham heeft een discutabel trackrecord. Maar ondanks hun beider publieke bekentenissen zonder berouw over de misstappen die ze begaan hebben is hun presumptieve onschuld zo groot dat ze ermee wegkomen.

Beyoncé kan een van de populairste albums van de laatste jaren maken – waarop ze het feminisme expliciet bepleit en een feministische auteur een enorm platform geeft. Ze kan de wereld rondtoeren met een volledig vrouwelijke live-band, miljoenen schenken aan verslavingszorg en vakopleidingen voor vrouwen, en in elk interview het belang van solidariteit met andere vrouwen benadrukken. En nog wordt haar het etiket feminist misgund. Nicki Minajkan een notoir mannenbolwerk bestormen en – als immigrant uit Trinidad en Tobago nota bene – binnen enkele jaren een van de succesvolste rappers van haar generatie worden. Ze verdedigt vrouwelijkheid zonder haar te essentialiseren. Ze maakt er een punt van om haar vrouwelijke fans en collega’s constant aan te moedigen. Ze kan in elk interview duidelijk maken dat seksisme haar persoonlijk raakt en een welbespraakte kritiek op cisheteronormativiteit hebben. En nog zou ze geen feminist mogen heten.

In de ogen van veel feministen kúnnen Mrs. Knowles-Carter en Miss Minaj niet echt feministisch zijn, omdat ze niet academisch zijn. Maar belangrijker nog: ze drukken hun seksualiteit expliciet en onironisch uit in hun muziek en verdienen er geld mee. Natuurlijk zijn Amanda Palmer en Lena Dunham ook geregeld commercieel naakt, maar dan wordt het ‘functioneel’ genoemd. Waarmee ik geenszins wil zeggen dat objectificatie geen heikel probleem is dat maar onbesproken moet blijven. Of wil ontkennen dat de burlesque van Beyoncé en Nicky Minaj aan mannen appelleert op een manier die oppervlakkig gezien aan exploitatie doet denken. Evenmin zal ik ontkennen dat ik daar gevoelig voor ben. Maar dat diskwalificeert mijn verdediging niet.   

Schoonheidsidealen zijn immers onlosmakelijk verbonden met de geschiedenis van status en macht, en hebben niet alleen misogyne, maar ook racistische, klasse- en ableistische kenmerken. Zwarte vrouwen worden door eurocentrische antropologen van oudsher bestempeld als promiscue, dierlijk en gewillig. Blanke vrouwen werden daarentegen afgeschilderd als mooi, kuis en onschuldig. Waar het patriarchaat vrouwen tot objecten maakt, maakt het zwarte vrouwen tot waardeloze objecten. Voor veel blanke vrouwen was het huwelijk indertijd een gevangenis, en werk een weg naar onafhankelijkheid. Voor zwarte vrouwen was werken altijd al een verplichting, en trouwen en voor hun eigen kinderen zorgen lang onmogelijk. En nog steeds werkt een blanke huid in je voordeel. Blanke vrouwen worden sneller in elites opgenomen. Dit beïnvloedt de betekenis van seksuele en professionele autonomie in de context van ras. White privilege zit solidariteit en wederzijds respect in de weg.

Dat Beyoncé haar seksualiteit zonder schaamte uit en ook voor haar man en dochter zorgt, krijgt een andere betekenis als je de context van misogynoir erbij betrekt. Met name in Amerika, waar seksualiteit en moederschap van zwarte vrouwen aan de lopende band worden gedemoniseerd en gepathologiseerd (onder het schrikbeeld van de 'welfare queen'), is Beyoncé een superheldin. Dat Nicki op haar album zonder angst zingt over de machtige, gevaarlijke mannen die haar kont likken terwijl ze fallussymbolen in stukken hakt, is een overwinning. Maar die zelfverzekerdheid komt haar duur te staan – geen interviewer die het niet ter sprake brengt – en toch blijft ze overeind in de muziekindustrie die haar vrouwelijkheid beschimpt en seksuele bravado aanziet voor een uitnodiging tot objectificatie. Maar Minaj eist hetzelfde respect dat 'goede', kuise, bescheiden, blanke vrouwen toevalt. De details in haar teksten, waarin ze haar autonomie opeist en mannen aan haar verlangens ondergeschikt maakt, gaan aan haar critici voorbij. Dat ze consequent solidair is met andere gemarginaliseerde vrouwen wordt genegeerd.

Natuurlijk wil ik niet beweren dat ze boven alle kritiek verheven zijn, dat is niemand. Maar er is wel een duidelijke tendens zichtbaar waarin zwarte vrouwen aan hogere eisen onderworpen worden dan blanke vrouwen. Zowel Beyoncé als Nicky Minaj zijn complexe en feilbare feministen die, net als zoveel andere artiesten, hun seksualiteit onderdeel maken van hun kunst, en het onderscheid tussen hoge en lage kunst verhult maar al te vaak een racistisch sentiment. Het is tijd om daar korte metten mee te maken. De dubbele standaard tussen blanke en zwarte vrouwen moet ontmanteld worden. En dat is onze aller verantwoordelijkheid.