Houdt de haard brandend
De medicalisering van het vrouwelijk libido
Vorige week trok de Duitse geneesmiddelenfabrikant Boehringer Ingelheim het middel flibanserin terug, dat in 2011 onder de merknaam Girosa op de markt zou komen als remedie tegen libidoproblemen bij vrouwen. In augustus van dit jaar kwam de Australische journalist Ray Moynihan met zijn boek Sex, Lies and Pharmaceuticals. Moynihan werd eerder bekend door Selling Sickness, waarin hij de consequenties van marketing van medicijnen binnen de Westerse wereld blootlegt. In zijn nieuwe boek laat hij zien hoe dit werkt in het geval van de behandeling van ‘female sexual dysfunction’, een aandoening die pas een paar decennia bestaat, maar waarvan de politieke implicaties tot nog toe weinig aandacht kregen.
Het is niet eens zo lang geleden dat seks een vast bestanddeel van het traditionele huwelijk was. En als vrouw had je de plicht om je huwelijk goed te houden. “Als ‘t baassie kwam, dan moest-ie wel krijgen waar-ie recht op had.” Of: “Als hij dat wilde, nou ja, dan wilde jij dat ook.” * Deze vrouwen hadden al een heel seksleven achter de rug, toen zij voor het eerst van een orgasme hoorden en zich konden gaan afvragen of zij dat wel eens gehad hadden. Dat was meer iets voor de volgende generatie, aan wie zich de seksuele revolutie voltrok.
Een van hen, Anja Meulenbelt, schrijft op haar weblog “dat de vraag of seksuele vrijheid ook voor vrouwen bevrijdend is al in het begin van het feminisme gesteld is. Onder andere door mij. Toen de linkse beweging nog zwaar door mannen werd gedomineerd zag ik dat veel van onze kameraden vonden dat de vrouwen die vroeger geen ja mochten zeggen tegen ‘vrije seks’ nu geen nee meer mochten zeggen – als je tenminste niet voor burgerlijke trut uitgemaakt wenste te worden. In een cynische bui omschreef ik de seksuele revolutie van linkse mannen als de poging om meer kut op de markt te krijgen tegen minder kosten.” Deze sociale druk heeft ertoe geleid dat veel vrouwen nolens volens meegingen (en nog meegaan) in allerlei – vaak door pornoconsumptie gewekte – verlangens van de mannen met wie zij leefden.
Maar soms gaat het zomaar opeens niet meer. Veel vrouwen krijgen na hun veertigste gewoon minder zin in seks. Ik zeg met nadruk gewoon, omdat het statistisch ** gezien zo algemeen is dat je het met enig recht een “natuurlijk” proces zou kunnen noemen. Vrouwen ervaren dat doorgaans ook zo en zouden er – als hen dat vrij stond - geen probleem van maken. Toch kloppen zij in steeds groter getale bij de huisarts aan met een “seksueel probleem”: een te laag libido. Sinds 1987 is dat als erkende medische aandoening opgenomen in DSM-IV onder de naam Hypoactive Sexual Desire Disorder.
De vraag rijst dan: als je een te laag libido kunt hebben, wat is dan de standaard? Daar komen we al gauw tot de kern van de zaak. Mannen lopen meestal een beetje achter bij vrouwen in de afname van het libido. Dit schijnbaar biologische gegeven raakt vervlochten met een complexe dynamiek van verwachtingen en teleurstellingen, die vaak een sterke wissel trekt op het huwelijksgeluk. En wie was daar ook alweer verantwoordelijk voor?
Uit de veelheid aan artikelen over dit onderwerp komt beslist ook naar voren dat huisartsen hun patiënten doorgaans wijzen op de gezamenlijkheid van het probleem. Meestal probeert een arts de echtelieden ervan bewust te maken dat dit een volstrekt normale gang van zaken is bij het klimmen der jaren en dat het vooral een kwestie is van aanpassen aan een nieuwe situatie. Echter is er ook een groeiende druk vanuit de geneesmiddelenindustrie in de richting van verdere medicalisering langs farmaceutische weg. Daarin wordt de verantwoordelijkheid uitsluitend bij de vrouw gelegd, voor haar is er een pil of crême. Zoals de slogan van Vigorelle (een instant arousal cream for women) poëtisch verwoordt: “Keep the home fires burning”. Terug bij de oerrol van de vrouw.
Wat overigens telkens weer opvalt in alles wat hierover te lezen is op internet, is dat men als vanzelfsprekend uitgaat van een heteroseksuele situatie. Het zou interessant zijn na te gaan of libidoverschillen binnen homoseksuele relaties ook bestaan en of die al dan niet worden geproblematiseerd. En verder is het wachten op (feministische?) initiatieven om deze medicalisering van een op zich niet problematisch gebeuren een halt toe te roepen, omdat het onrealisitische verwachtingen omtrent seksualiteit stimuleert en daarbij vrouwen onevenredig onder druk zet.
* Oral history.
** Statistieken die ik bij dit mini-onderzoekje tegenkwam noemden meestal cijfers boven de 50 %.