How to think like a woman: vrouwen in de filosofie
Vergeten vrouwen #11
In de geschiedenisboeken kom je ze niet vaak tegen, maar heldhaftige, geniale en excellerende vrouwen zijn van alle tijden. Ze zijn echter genegeerd, bestolen of simpelweg uit de annalen weggeschreven. Met de reeks Vergeten Vrouwen draagt LOVER bij aan het eerherstel dat ze verdienen.
De Amerikaanse schrijfster en filosofe Regan Penaluna is gespecialiseerd in feminist philosophy. In 2023 publiceerde ze het boek How to think like a woman. Hierin beschrijft ze de levens en het werk van vier vrouwelijke filosofen die in het verleden werden beledigd, gekleineerd en bespot – en inmiddels in de vergetelheid zijn geraakt. Ze hebben echter veel betekend voor het moderne feminisme.
Mary Astell
De Britse Mary Astell (1666-1731) groeide op in een welvarend gezin. Materieel gezien kwam ze niets tekort, maar op intellectueel gebied werd ze achtergesteld: vrouwen mochten in die tijd niet naar school en konden vaak niet lezen en schrijven. Gelukkig had ze een oom die bereid was om haar les te geven. Later verhuisde ze naar Londen om zich nog meer te wijden aan studeren. Door een donatie van de aartsbisschop van Canterbury kon ze uiteindelijk haar geschreven werk publiceren.
Astell is het meest bekend geworden met A Serious Proposal to the Ladies. In dit werk besprak ze metafysica en epistemologie. Daarmee kon ze zich meten met bekende mannelijke tijdgenoten als als René Decartes (‘I think therefore I am’) en John Locke (‘No man’s knowledge can go beyond his experience’). Maar Astell had daarbij een zeer uitgesproken boodschap die ze wilde laten doorschemeren: ze wilde dat meisjes hetzelfde recht hadden als jongens om te studeren, zichzelf te ontwikkelen en volwaardig te participeren in de maatschappij.
Ook was ze een groot voorstander van vrouwenvriendschappen. Ze is nooit getrouwd en haalde geluk uit haar sterke band met gelijkgestemde vrouwen in Londen. Een school voor vrouwen leek haar de perfecte plek om vrouwen met dezelfde interesses vriendschappen te laten sluiten. Helaas is het meeste werk van Astell weggegumd uit het verleden, omdat denkwerk van vrouwen als irrelevant of bedreigend werd gezien.
Damaris Cudworth Masham
De vader van Damaris Cudworth Masham (1659-1708) doceerde filosofie aan Cambridge University en maakte onderdeel uit van de Camebridge platonists. Geen wonder dat zijzelf ook geïnteresseerd in het vak raakte. Doordat ze goed bevriend was met John Locke is een deel van haar werk bewaard gebleven. In haar eerste brieven naar Locke discussieerden ze voornamelijk over de filosofie die haar vader aanhing, maar hier bleef het niet bij.
Masham publiceerde twee boeken. In A Discourse Concerning the Love of God trok ze de filosofie van de Franse Nicolas Malebranche in twijfel. Hij beweerde dat mensen alleen God mochten liefhebben – iets of iemand anders liefhebben zou afgoderij en een zonde zijn. Masham was het hier niet mee eens: volgens haar is het onmogelijk om door het leven te gaan zonder liefde voor andere mensen te voelen.
Haar tweede en laatste boek Occasional Thoughts in Reference to a Vertuous or Christian Life behandelt de ongelijke kansen voor vrouwen en mannen. Volgens Masham kunnen vrouwen alleen autonomie over hun eigen gedachten krijgen wanneer ze recht hebben op educatie. Moeders spelen daar volgens Masham een prominente rol in. Verder is er van Masham weinig bewaard gebleven, maar duidelijk is dat ze ongelooflijk veel potentie had. Het is spijtig dat ze die niet kon benutten, doordat ze in een tijd leefde waarin het niet belangrijk geacht werd dat vrouwen studeerden.
Mary Wollstonecraft
Mary Wollstonecraft (1759-1797) pleitte niet alleen voor het recht op educatie voor vrouwen, maar ook voor het cultiveren van een persoonlijkheid die niet gebaseerd is op onderdrukking door mannen. Wollstonecraft bereikte op jonge leeftijd al succes met het boek A Vindication of the Rights of Woman, waarmee ze in haar eigen levensonderhoud kon voorzien zonder afhankelijk te zijn van een man. In dit werk bekritiseert ze bekende mannelijke filosofen die meenden dat vrouwen inferieur zijn aan mannen. Platgezegd vindt ze dat mannen met hun penis denken en dat ze daarom vrouwen klein houden voor hun eigen plezier. Ze vroeg zich af of mannen überhaupt het vermogen konden hebben om iets over vrouwelijke filosofie te beweren als ze niet eens weten hoe het is om een vrouw te zijn.
Wollstonecraft is ook een van de eerste vrouwelijke filosofen die een betoog schreef over seksueel genot van vrouwen. Zij vond genieten van seks - als vrouw - een gezond en natuurlijk fenomeen. Hoewel duidelijk is dat veel van haar werk filosofisch is, wordt ze voornamelijk herinnerd als schrijfster. Komt dit omdat haar filosofie niet serieus werd genomen? Vast.
Catherine Trotter Cockburn
Catherine Trotter Cockburn (1679-1749) was een filosofe tijdens de Verlichting. Net als vele andere denkers uit die tijd was ze van mening dat onze ideeën over sociale constructies zouden moeten komen vanuit welwillendheid en niet vanuit egoïsme. Cockburn ging nog een stap verder en betrok deze filosofie op gender. Volgens haar komt egoïsme voort uit systematische onderdrukking. Ze vond dat mannen zich wat minder egoïstisch naar vrouwen moeten opstellen en dat vrouwen meer voor zichzelf moeten opkomen.
Gedurende haar leven schreef Cockburn verschillende fictieve verhalen, gedichten en novelles, maar ook toneelstukken. Deze toneelstukken deden het erg goed. Haar protagonisten worstelden meestal met hun ‘vrouw-zijn’ in een wereld waar mannen de baas spelen. Door middel van innerlijke monologen kregen de toeschouwers een kijkje in de denkwereld van de vrouwelijke hoofdpersonen. De toneelstukken bereikten een groot publiek, waaronder ook veel mannen. Cockburn kreeg ook veel kritiek, die ertoe leidde dat ze uit het publieke oog wilde verdwijnen.
Cockburn vertrok van het bruisende Londen naar de rustige kust. Haar literaire productiviteit nam af toen ze moeder werd en ze geacht werd al haar aandacht en tijd aan haar kinderen te besteden. Uit die tijd zijn wel brieven naar haar zoon gevonden waarin haar ideologieën doorschemeren. Ze adviseert haar zoon om vrouwen niet als objecten te behandelen, omdat dat schadelijk is voor hun fysieke en mentale gesteldheid. Ze beschrijft het als volgt: God heeft het universum gecreëerd met een doel. Mensen zijn onderdeel van deze creatie, dus hebben zij ook een doel. Kijkend naar mensen als creaties zijn vrouwen en mannen gelijk. Dus, vindt Cockburn, moeten ze ook zo behandeld worden. Cockburn hekelde de patriarchale standaard dat vrouwen zichzelf moeten opofferen voor anderen. Zij vond het belangrijk dat vrouwen net zo goed voor zichzelf konden zorgen als voor hun gemeenschap.
Naschrift
Ik vond dit boek in een kleine boekwinkel in Amsterdam. Ik geloof niet in toeval, maar denk dat ik het moest vinden om mezelf, en misschien ook anderen door middel van dit artikel, nogmaals te laten inzien dat vrouwenrechten niet vanzelfsprekend zijn. In het huidige politieke klimaat worden we daar helaas dagelijks aan herinnerd en de noodzaak om te strijden voor gelijkwaardigheid is terug van nooit weggeweest. Die strijd hebben de moedige vrouwen hierboven ook geleverd. Mede door hun lef kan ik dit nu namelijk schrijven, en jij dit lezen.
Steun LOVER!
LOVER draait sinds de start in 1974 volledig op vrijwilligers en donaties. Wil je dat een van Nederlands oudste feministische tijdschriften blijft bestaan? Help ons door een (eenmalige) donatie. Elke euro is welkom en wordt gewaardeerd. Meer informatie vind je hier.