'Ik laat me niet voorschrijven hoe ik de Koran moet interpreteren'

Asma Barlas over islamitische emancipatie

Piek Knijff • 1 sep 2007

'Als er niets vrouwonvriendelijks in de Koran staat, hoe kan de profeet dit dan voorstaan?' Volgens Asma Barlas, auteur van 'Believing Women' in Islam: Unreading Partriarchal Interpretations of the Qu'ran, kent de islam als een van de weinige religies gendergelijkheid als uitgangspunt. Een opmerkelijk standpunt in deze tijden van hevige islamkritiek.

In 2002 publiceerde Asma Barlas, professor in de Politicologie aan het New Yorkse Ithaca College, het boek ‘Believing Women’ in Islam: Unreading Patriarchal Interpretations of the Qur'an. Hierin beschrijft Barlas haar zoektocht naar gendergelijkheid in de islam. Die begon ongeveer drieëntwintig jaar geleden, vlak voordat Barlas haar vaderland Pakistan verliet. Tijdens de scheiding van haar man kwam Barlas erachter dat er grote verschillen waren tussen de rechten van mannen en vrouwen. Uitvoerders van de wet beriepen zich op de islam als rechtvaardigingsbron voor deze ongelijkheid. Barlas zelf ervoer de islam niet als discriminerend en begon de Koran nauwkeurig te bestuderen. Ze werd toen geconfronteerd met het grote verschil tussen de boodschap van de Koran en wat moslimgemeenschappen doen uit naam van de islam. Barlas schreef met Believing Women een intrigerend boek. Reden om haar eind 2006 te interviewen als zij in Nederland is voor de presentatie van het Islamitisch Vrouwen Manifest (IV/M). ‘Mijn missie is te laten zien hoe de Koran geïnterpreteerd kan worden als er gekeken wordt naar de “vrouwelijke stemmen” in de Koran’, vertelt Barlas. ‘Bovendien wil ik andere moslims, die net als ik ongeschoold zijn in de theologie, laten zien dat het mogelijk is om iets zinnigs te zeggen over de betekenis van de Koran. Veel moslims laten zich een interpretatie opleggen en doen zelf geen poging om de Koran te onderzoeken. Hiermee geven ze, vind ik, de verantwoordelijkheid om het zelf te begrijpen uit handen. Natuurlijk laat ik mij ook informeren door geleerden en neem ik hun werk mee in mijn lezing van de Koran, maar ik laat me niets voorschrijven. Iedereen heeft recht op een eigen beleving van het geloof.’ Met nadruk heeft ook iedere vrouw volgens Barlas recht op haar interpretatie van het geloof. Maar tijdens haar lezing bij de presentatie van het Islamitisch Vrouwen Manifest zei ze dat het lezen van de Koran slechts het begin is van het emancipatieproces van moslimvrouwen. Barlas: ‘De lange geschiedenis van seksisme en misogynie in moslimgemeenschappen moet in verschillende contexten worden begrepen. De omgang met de religieuze tekst is daar één onderdeel van, maar de sociale, economische en politieke context moet ook niet vergeten worden.’ Zo veronderstellen zowel moslims als niet-moslims vaak dat vrouwonvriendelijke culturele praktijken in moslimlanden of -gemeenschappen islamitisch zijn. Als de gendergelijke boodschap van de Koran opnieuw ontdekt wordt, worden deze zogenaamde islamitische praktijken ontmaskert, zo meent Barlas. Het herlezen van de religieuze tekst vormt daarmee het begin van een culturele omslag. Barlas: ‘De emancipatie van moslimvrouwen zal geworteld moeten zijn in een religieus idioom, wil deze succesvol zijn.’

Troebele termen
Vrouwenemancipatie is dus wat Barlas voorstaat, toch noemt ze zich met nadruk geen islamitisch feminist. ‘Het is een troebele term, waarvan veel mensen niet goed weten wat het precies betekent. Vaak wordt het verward met moslimfeminisme, terwijl dit een wezenlijk andere stroming is, die een seculiere benadering hanteert de strijd voor gelijkheid tussen man en vrouw. Margot Badran heeft dit verschil duidelijk gemaakt in haar definitie van islamitisch feminisme: zij meent dat een islamitisch feminist iemand is die haar overtuiging vindt in de Koran. Zij plaatst hiermee het feminisme in de Koran, in plaats van de Koran te beschouwen vanuit een feministisch discours. Als Badrans definitie van islamitisch feminisme gemeengoed was, zou ik mezelf een islamitisch feminist noemen. Nu ben ik huiverig om welk label dan ook te hanteren.’ Badrans definitie van islamitisch feminisme werd als leidraad gebruikt bij het eerste internationale congres over islamitisch feminisme dat vorig jaar werd gehouden in Barcelona. Naast Badran was ook Barlas aanwezig. Er werd toen geconstateerd dat islamitisch feminisme niet zo eenvoudig onder het wereldwijde feminisme te scharen is; een conclusie waar overigens bij het tweede congres eind 2006 al weer op werd teruggekomen. Barlas: ‘Het was vorig jaar inderdaad problematisch dat we islamitisch feminisme als compleet aparte stroming van feminisme benaderde. Toch pleit ik nog steeds voor het gebruik van de term “feminismes”. Er zijn meerdere wereldwijde stromingen binnen het feminisme. Het islamitisch feminisme onderscheidt zich nogal sterk van de andere stromingen, maar is hier uiteraard wel verwant aan. Het onderscheidt zich omdat het niet de gelijkheid tussen man en vrouw als “het” uitgangspunt neemt, maar het geloof – waarin deze gelijkheid al wel besloten ligt.’

Misogynistische moslims
Islamitisch feminisme wordt niet alleen verward met moslimfeminisme. Tegenwoordig wordt ook een andere actieve groep islamitische vrouwen gezien als uidragers van het feministische gedachtegoed, namelijk de islamistische vrouwen. Dit zijn vrouwen die strijden voor een politieke islam, een beweging die zich momenteel aftekent in verschillende moslimlanden. Volgens Barlas zijn deze vrouwen echter allesbehalve feministes en moeten ze eerder als slachtoffers van de patriarchale samenleving worden beschouwd. Deze vrouwen worden volgens haar naar voren geschoven in de ideologische strijd tegen het Westen, maar zodra deze strijd gewonnen wordt, zullen zij direct worden teruggeplaatst in hun traditionele rol. Barlas: ‘Het feit dat islamisten vrouwen gebruiken in hun poging het Westen tot de Ander te maken, betekent niet dat deze groep daadwerkelijk begaan is met de gelijkheid tussen man en vrouw of vrouwenemancipatie. Het feit dat het Westen de Ander is, betekent niet dat vrouwen niet tegelijk ook de Ander kunnen zijn.’ In de strijd om behoud van cultuur wordt vaak gebruikgemaakt van de vrouw als symbool voor de cultuur. De moslimvrouw wordt door de islamisten dus strategisch ingezet. Barlas: ‘Dat zien we niet alleen terug bij misogynistische moslims, maar in de hele historie, in elke cultuur, seculier of religieus, in het verleden en in het heden. Het lichaam van de vrouw staat symbool voor de cultuur en wordt ingezet om deze af te bakenen. De angsten die bestaan over het lichaam van de vrouw, laten ons zien dat in elke patriarchale cultuur de vrouw de Ander is.’ ‘Dat vond ik ook zo goed aan de presentatie van het Islamitisch Vrouwen Manifest,’ zegt Barlas, ‘het patriarchaat werd tot het belangrijkste probleem benoemd. Het Islamitisch Vrouwen Manifest gaat door deze stellingname misschien wel verder dan de internationale congressen die in Barcelona zijn gehouden. Onze strijd ligt niet alleen in de islamitische wereld, maar in alle patriarchale samenlevingen. De Koran geeft ons de ontkrachting voor deze samenlevingsvorm. God heeft man en vrouw immers gelijkwaardig en gelijktijdig geschapen.’

Koran en Suna
Door haar overtuiging dat de islam als een van de weinige religies gendergelijkheid als uitgangspunt kent, stuit Barlas vaak op onbegrip bij ongelovigen, die menen dat de islam vrouwonvriendelijk is. Barlas: ‘De islam is de enige wereldreligie waarvan de beeldvorming wordt gedomineerd door ongelovigen die niet deskundig zijn op het gebied. Het is de enige religie waarbij het blijkbaar geoorloofd is dat buitenstaanders claimen te weten hoe “het” geloof in elkaar zit. Iemand leest dan ergens iets en neemt meteen aan dat dit uit de Koran komt – en dus dat er commentaar op geleverd mag worden.’ Hiermee doelt Barlas op de verwarring die vaak bestaat onder niet-moslims over wat de heilige tekst nu eigenlijk is. Naast de Koran is de Sunna, die bestaat uit vertellingen over het leven van de profeet Mohammed, een bron van religieuze inspiratie onder moslims. Een aantal van deze vertellingen is een stuk vrouwonvriendelijker dan de heilige tekst zelf. ‘Vertellingen in de Sunna die niet overeenstemmen met de Koran, wijs ik af. De Sunna beschrijft het leven van de profeet, een mens. Als er niets vrouwonvriendelijks in de Koran staat, hoe kan de profeet dit dan voorstaan? Veel mensen zien niet in dat de vrouwonvriendelijke handelswijze van veel moslims zijn oorsprong vindt in dergelijke secundaire teksten, die tot stand zijn gekomen in een cultuur van lang geleden. Het wordt tijd de islam en haar boodschap te bevrijden van deze historie. Voor mij geldt er maar één tekst, die direct afkomstig is van God. Die is het begin, het eind en het belangrijkste.’