Interview: Emine Bozkurt, onze eerste vrouwelijke Europarlementariër van kleur

Emine Bozkurt via Wikimedia Commons
Emine Bozkurt via Wikimedia Commons

Over twee weken is het zo ver: de Europese Parlementsverkiezingen. Het gaat steeds beter met de representatie van vrouwen, maar slechts 3 procent van de Europarlementariërs is van kleur.

Al in het eerste Europese Parlement zaten ook namens Nederland enkele vrouwen. Maar de eerste vrouw van kleur, die kwam pas tientallen jaren later. Zij koos ervoor om een weg te bewandelen die nog nooit door iemand zoals hen was bewandeld, en slaagde ook nog! We hebben het natuurlijk over Emine Bozkurt. Zij was in 2004 de eerste politica van kleur die voor Nederland in het Europees Parlement zat. Bozkurt streefde van 2004 tot 2014 als politica voor de PvdA naar gelijke rechten en kansen voor alle inwoners van de EU, en voor betere mogelijkheden om te integreren voor migranten. Ze was een belangrijk rolmodel voor veel vrouwen en migranten in Nederland en Europa. Ze zet zich nog altijd in voor inclusiviteit en diversiteit, tegenwoordig als adviseur bij de Nationale Regeringscommissaris tegen Discriminatie en Racisme.  

We interviewden Emine in 2023 over haar ervaringen in de Europese politiek.

Emine, waarom werd je politiek actief?  
Het raakt mij wanneer een groep mensen in de samenleving negatief wordt weggezet. En ik kan wel van alles vinden en een mening hebben, maar om iets te veranderen moet je zelf aan de knoppen zitten. Voor mij was de eerste stap om lid te worden van een politieke partij. Omdat ik uit een PvdA-stemmende familie kwam, ben ik lid geworden van de PvdA. Ik was ook al geïnteresseerd in Europa: ik had zelfs Europese studies gedaan aan de Universiteit van Amsterdam. Europa bepaalt veel en daar lag voor mij de toekomst, vond ik als 17-jarige. Mijn hoop was dat ik ooit aan de slag kon gaan in de Europese Commissie of in het Europees Parlement. Maar toen ik afgestudeerd was, kwam ik daar helemaal niet tussen. Netwerken en ons-kent-ons heeft best wel een grote invloed.

Hoe kan het dan dat je tóch in het Europees Parlement kwam?
Weet je wat, dacht ik, ik neem gewoon de snelste route. Ik solliciteerde voor een plek op de Europese verkiezingslijst in 1998. Bijna elke politieke partij heeft daar een procedure voor. Dat lijkt op een normale sollicitatieprocedure, met brief, cv en gesprekken. Dat ging heel goed en ik werd op de kandidatenlijst geplaatst. Helaas was dat op de laatste plaats, nummer 18! Daarmee wist ik zeker dat ik niet in Europees Parlement kon komen. Ze belden me zelfs nog of ik mijn naam van de lijst wilde halen. Dat heb ik geweigerd en kondigde aan dat ik met de campagne wilde meedraaien en ervaring op ging doen, zodat ik de volgende keer er wel in zou komen. In 2004 is dat gelukt, ondanks mijn plek op de lijst. Maar liefst 25.000 mensen hadden een voorkeursstem naar mij uitgebracht. Heel eervol en een grote verantwoording.

In 2004 werd je de eerste Nederlandse vrouw van kleur in het EP. Hoe was dat? 
Dat was voor mij een heel belangrijk moment. Zoveel mensen hadden heel specifiek een kruisje achter mijn naam gezet en hun vertrouwen in mij uitgesproken. Zowel een persoonlijke overwinning, als een van groot maatschappelijk belang. Vooral vrouwen, mensen met een bi-culturele achtergrond en LHBTI+ mensen hadden op mij gestemd. Ik daarom heb gekozen voor commissies en onderwerpen waar ik hun belangen het beste kon laten horen, zoals de Commissie Vrouwenrechten en Gendergelijkheid, en Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Daar ging het om zaken die deze groepen direct aangingen, zoals de strijd tegen discriminatie. 

In die tijd was het personeelsbestand in het Europees Parlement niet bepaald divers. Toen ik het parlement voor het eerst binnenging werd ik naar de deur voor stagiaires verwezen, omdat ze niet konden geloven dat een jonge vrouw van kleur een Europarlementariër kan zijn. Alleen in de kantine en de schoonmaakploeg zag ik mensen met een biculturele achtergrond. Niet bepaald een eerlijke verdeling van rollen. Daar moest echt verandering in komen.

Welke veranderingen heb je gezien op het gebied van vrouwenemancipatie in de politiek? 
Ik heb gezien dat je bergen kan verzetten als je anderen weet te overtuigen. In mijn tijd in het Europarlement heb ik vrouwenrechten in Turkije op de agenda gezet en veel verbeteringen kunnen doorvoeren. Bijvoorbeeld betere wetgeving tegen geweld tegen vrouwen en dat er in het Turkse parlement een vrouwenrechtencommissie kwam. Die successen behaalde we samen: het werk deed ik samen met collega’s, de vrouwenbeweging en vele anderen.

Hoe zag je dag eruit als parlementslid?
De dagen waren heel druk met lange vergaderingen. Er gebeurde van alles in de zalen en gangen van het parlement. Je kon zomaar de Dalai Lama in de gangen tegen komen. De hele wereld wil met je praten. Veel media optredens. Dat is ook wel logisch, je gaat over wetgeving die zo’n half miljard mensen kan raken. De hele belevenis van Europarlementariër zijn was geweldig. Ik mocht het 10 jaar lang doen en ik heb het met heel mijn hart, met veel passie gedaan. Veel gereisd, veel voor elkaar gekregen. De keerzijde is dat er weinig tijd overblijft voor een privéleven en dat je 24/7 in functie bent. Zaak is daarom om goed focus blijven houden.

Wat betekent representatie voor jou?
Heel makkelijk, in deze samenleving hebben we allemaal ons eigen plekje en om die samenleving richting te geven moeten we allemaal mee kunnen praten. Hoe kan de politiek over onze toekomst beslissen als we niet goed vertegenwoordigd zijn? Vrouwen, jongeren, groepen met een diverse achtergrond, vaak zijn ze niet voldoende vertegenwoordigd. En dat geldt vooral voor jongeren. Als er beslissingen genomen worden over een nieuw pensioenstelsel, bijvoorbeeld. Dan gaat het over jullie pensioen. De politiek bepaalt heel veel.

In Amerika zeggen ze dat zo mooi: als je geen plekje aan tafel hebt, reken er maar op dat je wel op het menu staat. En dat wil je niet laten gebeuren, dat anderen bepalen wat goed voor je is. Het is ons gezamenlijk probleem. Het is niet leuk als je moeder minder verdient dan een man voor hetzelfde werk. Of als oma geen pensioen heeft kunnen opbouwen. En wat als je superslimme zusje geen goede opleiding krijgt of klein gehouden wordt in haar huwelijk? Dan kan ze niet zoveel doen met haar talenten. Dat is ook een verlies voor de samenleving. Om vooruit te komen, moet de samenleving de talenten van iedereen goed gebruiken.

Samenwerking
Dit artikel is een samenwerking tussen Tijdschrift LOVER en Stem op een Vrouw. Vind jij het belangrijk dat dit soort artikelen wordt geschreven? Doneer dan aan dit werk!

Doneer aan Stem op een Vrouw

Doneer aan LOVER