'Inzet is belangrijker dan prestaties'
Sensei Wendi Dragonfire over karate voor vrouwen
Wendi Dragonfire richtte een vrouwenkarateschool op met vestigingen in Nederland en Berlijn. Een school die vrouwen traint in 3 disciplines; Shuri Ryu karatestijl, Modern Arnis (Filippijns stokvechten) en zelfverdediging. In november bestaat de school in de Amsterdamse Pijp 25 jaar. Tijd voor een jubileum en een interview met de oprichtster. Het begon allemaal met haar wens om een plek te hebben waar vrouwen karate konden beoefenen.
De Amerikaanse Wendi Dragonfire begon 40 jaar geleden met karate in Amerika. 25 jaar geleden introduceerde ze Shuri Ryu karate in Nederland en Duitsland. De sensei is inmiddels bevorderd tot de 9e dan in Shuri Ryu karate en schat dat ze door de jaren heen zo’n duizend mensen heeft liet kennis maken met deze vechtsport.
Waarom bent u begonnen met karate?
‘Ik kwam bij een zelfverdedigingsgroep en na de eerste les dacht ik, “dit moet ik de rest van mijn leven gaan doen”. Ik ben toen elke dag gaan trainen.’
Wat raakte u zo in karate?
‘Het was alsof ik door bliksem getroffen werd. Het was iets dat ik voor mezelf wilde, maar waarvan ik ook dacht dat het voor vrouwen goed is. Ik wilde er goed in worden en het kunnen doorgeven aan andere vrouwen.’
Waarom bent u in Nederland begonnen?
‘Ik werd in 1984 uitgenodigd door 3 verschillende vrouwengroepen om les te geven. Zij hadden een groep in Hamburg, Amsterdam en Nijmegen en naderhand vroegen zij mij allemaal om alsjeblieft terug te komen. Toen ben ik teruggekomen en heb ik op alledrie de plekken les gegeven.Maar ik voelde dat alleen groepen trainen niet genoeg was, dat het een school moest zijn. Dus dat was eigenlijk het begin van Shuri Ryu karateschool in Nederland.
En waarom wilde u een school starten alleen voor vrouwen?
‘In die tijd was het heel belangrijk dat vrouwen hun eigen plek kregen, want er was weinig. In een reguliere karateschool waren vrouwen toch wel tweedeklas burgers, zeg maar. Ik wilde er voor zorgen dat vrouwen zich zo gingen ontwikkelen dat ze weer met mannen zouden kunnen trainen, maar dan als gelijkwaardige partners.’
Wat is voor u de essentie van lesgeven in karate?
Ik wil de kwaliteit van karate op een liefdevolle manier doorgeven. Kwaliteit is belangrijk, in een vrouwenschool moet je net zo streng en net zo zuiver in de techniek zijn als in welke dojo dan ook. Verder vind ik dat mensen moeten leren hun grenzen te verleggen, maar ook om grenzen te stellen. In de reguliere wereld gaat het om grenzen verleggen, maar zeggen ‘tot hier en niet verder’, is niet vaak toegestaan. We willen met karate ruimte geven voor mensen hier een balans in te vinden.’
Heeft u veranderingen waargenomen in die 25 jaar?
‘Ten eerste is de allergie voor autoriteit minder geworden. Dat was het moeilijkste toen ik in Nederland kwam. Ik was uitgenodigd om hier les te geven, maar mensen vonden het moeilijk om een docent of wie dan ook te volgen. Ik vind dat echt een Nederlands iets. En ook: niet te ver boven het maaiveld uitsteken. Dat is gelukkig minder geworden. Het is gewoon heel erg belangrijk dat mensen zich kunnen ontwikkelen zover als ze willen.’
Hoe blijft u zichzelf ontwikkelen?
‘Het meeste groei ik door les te geven en ik heb ook nog collega’s waarmee ik train en in contact blijf. Door te discussiëren en de diepte in te gaan blijf je groeien.’
Wat is uw wens voor de 25-jarige Amsterdamse dojo?
‘Dat mensen steeds hun inzet op de eerste plaats zetten. Prestaties komen door hard werken, maar dat moet niet de reden zijn om hard te werken. Het doel is om te leren en de rest komt vanzelf.
Inge sensei (4e dan) en Yasmina Sensei (Op de foto 2e dan, nu 3e dan) sparren.