Is God met ons?

De ChristenUnie als hoeder van de feministische politiek

Rinske Bijl • 1 sep 2007

Kromme tenen kregen veel progressieve vrouwen en mannen, toen de ChristenUnie tot het regeringspluche toetrad. Nu zou de backlash op het gebied van emancipatie echt een feit worden! Maar zo simpel ligt het niet, meent Rinske Bijl. Op een aantal cruciale punten doet de ChristenUnie volgens haar een interessante duit in het feministische zakje.

Het was even schrikken na de kabinetsformatie, dat we een christelijke minister voor Jeugd en Gezin kregen. Dat lijkt nou niet direct de beste garantie voor een progressief emancipatiebeleid. Maar het idee op zich, van een samenhangend gezinsbeleid en een minister die hiervoor verantwoordelijk is, had eigenlijk net zo goed uit de koker van de vrouwenbeweging kunnen komen. Het zou de ultieme erkenning kunnen zijn van het idee dat het persoonlijke politiek is – toch dé leus van de tweede feministische golf. Maar in hoeverre mag de politiek zich eigenlijk met het persoonlijke leven bemoeien? Hierover zijn de meningen verdeeld. En het is de ChristenUnie die deze discussie op scherp zet, en ons dwingt duidelijker te formuleren wat we van de politiek verwachten. Neem nou het voorbeeld van de bikini-reclame in Utrecht. In schriftelijke vragen naar aanleiding van de enorme gevelreclame in de binnenstad stelt de gemeenteraadsfractie van de ChristenUnie: ‘Vrouwen moeten een volwaardige plaats hebben in de samenleving en niet beschouwd worden als lustobject.’ Weinig LOVER-lezeressen zullen het oneens zijn met deze stelling. Maar toch schrijft GroenLinks Utrecht-medewerker Manu Bühring op de Feminisme-mailinglijst: ‘Mij bekruipt hierbij een akelig gevoel. Hebben wij plotseling medestanders gevonden in de strijd tegen de uitbuiting van het vrouwenlichaam?’ En in plaats van de ChristenUnie in deze te steunen, deden GroenLinks en de andere partijen het af als preuts en hypocriet. Tekenend is de reactie van D66, die begon met: ‘Besmuikt lachend heeft D66 kennis genomen van de schriftelijke vragen van de ChristenUnie [...]’. Maar persoonlijk schaar ik me in dit geval toch echt achter de ChristenUnie. Ik zie liever ook niet 200 vierkante meter vrouwenvlees in bikini aan een gevel hangen. Niet omdat ik preuts of conservatief ben, maar omdat ik bezwaar heb tegen het afbeelden van vrouwen als lustobject binnen het openbare domein. En ik ben trouwens niet de enige. In NRC Handelsblad schrijft Stine Jensen dat ze aanvankelijk altijd veel weerstand voelde tegen moraalridders die vrouwen vertellen dat ze niet in lingerie zouden mogen poseren. Maar Marlies Dekkers en Heleen van Rooijen deden haar met hun boek Stout inzien dat ‘wat ooit bevrijdend en grappig was, [...] nu door en door commercieel [is], en zelfs gevaarlijk’. En ze concludeert dan ook: ‘Ik heb me vergist. Over die goudkleurige bikini geef ik de ChristenUnie gelijk.’

Commercieel monopolie
En hier legt Jensen de vinger op de zere plek. Want in wiens belang is het eigenlijk, die enorme reclame voor een bikini? Niet in het belang van de burgers die op straat lopen en fietsen in ieder geval, maar in het belang van een bedrijf dat hier flink wat geld mee verdient. Is het eigenlijk niet vreemd dat een commercieel bedrijf het monopolie over de openbare ruimte opeist, en hier op geen enkele manier democratisch invloed op uitgeoefend mag worden? Waarom bestaat daar zo veel weerstand tegen? Het zou toch veel logischer zijn om de invulling van een gezichtsbepalende plek in hartje centrum over te laten aan een democratisch gekozen orgaan? Iets waarover veel feministen het eens zijn is dat ingrijpen van de overheid wél gerechtvaardigd is als het gaat om de economische zelfstandigheid van vrouwen. Zo vindt tijdens een bijeenkomst van E-Quality over arbeid en zorg 60 procent van de aanwezigen dat afschaffen van de sollicitatieplicht voor alleenstaande moeders van kinderen tot vijf jaar een belemmering is voor de economische zelfstandigheid van vrouwen. Pardon? Kijk, ik begrijp best dat economische zelfstandigheid essentieel is voor vrouwen, maar de sollicitatieplicht lijkt me toch echt een paardenmiddel. Zouden we niet eerst eens moeten kijken hoe we het combineren van arbeid en zorg wat makkelijker kunnen maken? En zullen we dan ook eens wat vraagtekens plaatsen bij het huidige lineaire carrièremodel, waarin het blijkbaar funest is voor je hele verdere carrière als je een paar jaar voor je kinderen hebt gezorgd? En als we dan toch bezig zijn: ik zou liever ook zien dat ouderschap eens wat hoger wordt gewaardeerd. Ook wat betreft de huidige consensus over de noodzaak van een grotere arbeidsparticipatie van vrouwen, moeten we ons afvragen in wiens belang dit eigenlijk is. De aandacht van de regering hiervoor gaat namelijk opvallend gelijk op met de discussie over de vergrijzing en het toenemende arbeidstekort. De keuze is tussen óf vrouwen óf een nieuwe lichting gastarbeiders, ditmaal uit Oost-Europa. Dan die vrouwen maar aan het werk, denkt de regering blijkbaar.

Moederloon
Beide voorbeelden laten zien dat de meest zichtbare stroom van het huidige feminisme sterk economisch en liberaal georiënteerd is. De economie gaat boven alles en mag geen strobreed in de weg worden gelegd. Het is daarom de hoogste tijd voor een sterk links alternatief. Waarin niet economische zelfstandigheid centraal staat, maar autonomie en keuzevrijheid. En waarin deeltijdwerken – ondanks de kritiek van Heleen Mees c.s. – een goed alternatief kan zijn voor een jachtig bestaan in dienst van de 24-uurseconomie. Opvallend genoeg is het de ChristenUnie die in dit gat weet te springen dat het mainstream-feminisme heeft laten liggen. Naast hun reactie op de gevelreclame scoorden ze de afgelopen tijd bij mij namelijk nog een punt, met hun voorstel voor een kindgebonden budget. ‘Dit budget biedt ouders wérkelijke keuzevrijheid’, lezen we op de website van de ChristenUnie. ‘Het kindgebonden budget komt niet alleen ten goede aan de kosten voor kinderopvang, maar ook aan gezinnen die de zorgtaken volledig zelf op zich nemen en in verband daarmee een deel van hun inkomen opgeven.’ En: ‘Deeltijdarbeid, verlofregelingen en flexibele arbeidsuren worden aangemoedigd zodat ouders betaalde arbeid beter kunnen combineren met zorgtaken.’ Klinkt goed, dacht ik toen ik dit hoorde. Het deed me zelfs een beetje aan het moederloon denken zoals de tweede feministische golf dit voor ogen zag. Janneke Plantenga en Lucy Kok zijn het daar absoluut niet mee eens. Zij schreven samen het essay ‘Nederland werkt. En moeder ook’, in opdracht van E-Quality. ‘Hoe kan een feminist nou voor een kindgebonden budget zijn?’, vraagt Lucy Kok mij in de pauze van de eerdergenoemde bijeenkomst van E-Quality. Want, stelt zij, ‘het geeft een financiële beloning aan vrouwen die ervoor kiezen om thuis te blijven om voor hun kind te zorgen’. In hun essay pleiten Kok en Plantenga voor een consistent beleid om vrouwen aan het werk te krijgen. De maatregelen van het kabinet hinken teveel op twee gedachten, volgens hen. Aan de ene kant wordt buitenshuis werken, financiële onafhankelijkheid en zelfontplooiing aangemoedigd. Aan de andere kant is er de boodschap dat zorgen voor het gezin een goede zaak is.

Hand en tand
Maar zouden die twee gedachten niet juist de kern van het emancipatiebeleid moeten zijn? Want om nou te zeggen dat zorgen voor je gezin niet goed zou zijn... Schiet de emancipatie hier haar doel niet voorbij? We willen toch niet alleen meer vrouwen aan het werk hebben, maar toch ook meer mannen aan het zorgen? Dan zullen we zorg en ouderschap wel eerst weer meer moeten gaan waarderen. En juist bij mannen werkt financiële waardering volgens mij prima. Ik weet in ieder geval wel dat mijn vriend dit budget maar al te graag in zou zetten om zelf voor onze toekomstige kinderen te zorgen, terwijl ik liever meer tijd aan werk en carrière besteed. Is dit dan geen emancipatie? Ja, dat de ChristenUnie liever mij als vrouw bij de kinderen thuis had gezien, is niet mijn probleem. Ze hebben het toch echt over keuzevrijheid in hun programma. Het leek allemaal zo lekker overzichtelijk. In het abortusdebat staat de ChristenUnie lijnrecht tegenover de vrouwenbeweging. Ook wereldwijd maken christenen zich niet bepaald geliefd bij feministen met hun standpunt ten aanzien van abortus. En dan heb ik het nog niet eens over hun stellingnames met betrekking tot homoseksualiteit. Een duidelijke vijand dus, die met hand en tand bestreden dient te worden. Zo zwart-wit blijkt het echter allemaal niet te liggen, getuige bovenstaande voorbeelden.

Laten we daarom profiteren van het feit dat de ChristenUnie een aantal zaken op de politieke agenda heeft geplaatst. En laten we dat aangrijpen als aanleiding om te overdenken wat we van de politiek verwachten, en of er grenzen zijn aan hoe persoonlijk de politiek mag zijn. En laten we daarbij nooit uit het oog verliezen wiens belangen wij eigenlijk willen dienen.


Rinske Bijl is redacteur van LOVER en freelance journalist.

Bijschrift:
De mega-steigerreclame met vrouw in gouden bikini veroorzaakte in april opschudding in de Utrechtse gemeenteraad, na vragen door de ChristenUnie © Gerard Til / Hollandse Hoogte