Jaren wachten op een knipje – Waarom jonge vrouwen geen sterilisatie krijgen
‘Ik weet zeker dat ik geen kinderen wil. Nooit gewild ook. Daarom ging ik naar mijn huisarts voor informatie over een sterilisatie… en die kreeg ik niet.’
Loeka van Bijnen (30) is gefrustreerd. Omdat ze nog jong is en geen kinderen heeft, is haar arts terughoudend wanneer ze over een sterilisatie begint: ‘Ik wilde graag weten welke opties ik heb en welke risico’s eraan kleven, maar het onderwerp was nauwelijks bespreekbaar.’
Vrouwen en andere mensen met een baarmoeder die om een sterilisatie vragen, stuiten regelmatig op weerstand. Als ze onder de dertig en kinderloos zijn, willen artsen in veel gevallen niet meewerken en ook als ze ouder zijn, worden ze niet zomaar geholpen. Er kan een bedenktijd worden opgelegd of een gesprek met een medisch psycholoog aangevraagd. Een reden voor deze terughoudendheid is het risico op spijt. Artsen willen hen behoeden voor een overhaaste keuze, omdat inderdaad een klein deel (zo’n 6 %) van de vrouwen die zich laat steriliseren daar op latere leeftijd spijt van krijgt (de data spreken van ‘vrouwen’ - het is onbekend of dit alleen om cisvrouwen gaat of over iedereen met een baarmoeder).
Ook bij mannen is er een risico op spijt na een sterilisatie (zo’n 2-6%), maar bij hen verloopt het proces gemakkelijker. ‘Mannen van boven de twintig kunnen eigenlijk bij elk ziekenhuis of elke kliniek terecht, ook als ze geen kinderen hebben’, zegt Bart van Bezooijen, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Urologie. ‘We leggen de verantwoordelijkheid bij de patiënt zelf; deze mensen zijn volwassen dus ze mogen de keus zelf maken. Er is zeker geen sprake van het opleggen van een bedenktijd of een gesprek met een psycholoog. Alleen als er iemand van onder de twintig bij me zou komen zou ik daar vraagtekens bij zetten, maar dat komt in de praktijk nauwelijks voor.’
Er is dus sprake van verschil in behandeling bij mensen met baarmoeders en mensen met zaadleiders. Een van de redenen die hiervoor soms wordt genoemd, is de omkeerbaarheid van de operatie. Bij de tweede groep is de sterilisatie in principe te herstellen (met een maximale succeskans van 75%) maar hoe langer de ingreep geleden is, hoe kleiner de kans op slagen. Bij mensen met een baarmoeder hangt het af van de methode van sterilisatie; wanneer de eileiders zijn afgesloten met een ringetje of klemmetje kan dit eventueel worden teruggedraaid, en na de hersteloperatie is er weer zo’n 40 tot 85% kans op een zwangerschap. Als er een definitieve methode is gekozen, zoals het plaatsen van veertjes in de eileiders, kan dit niet worden hersteld maar kan je nog wel zwanger raken met behulp van IVF. De kans op een zwangerschap na drie IVF-behandelingen ligt rond de 50%.
De onomkeerbaarheid is dus geen volwaardige reden voor het verschil in behandeling. Een ander argument is dat de operatie bij mensen met een baarmoeder ingrijpender is. Bij iemand met zaadleiders kan de sterilisatie onder plaatselijke verdoving gebeuren, terwijl bij de andere groep een volledige narcose nodig is. De risico’s van een operatie aan de baarmoeder zijn hoger, net als de kosten: zo’n €1465 tegenover €375. Dit zijn echter afwegingen die mensen, als ze goed geïnformeerd zijn, zelf moeten kunnen maken.
Volgens Clara van der Wijden, voorzitter van de werkgroep Anticonceptie van de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie, blijft het een lastig onderwerp. ‘Als arts hebben we de professionele verantwoordelijkheid om geen onherstelbare schade aan te richten. Ieder van ons kent spijtoptanten.’ Ze vindt het jammer dat sommige mensen een betuttelend gesprek hebben moeten voeren met hun huisarts of gynaecoloog. ‘Ik hoop dat die vrouwen dat ook toen of later met die arts besproken hebben’. Ze wijst erop dat er gelukkig ook een grote groep is bij wie het hele proces naar tevredenheid is verlopen.
Bij Loeka van Bijnen lijkt het nu ook te gaan lukken: ze kreeg van haar huisarts een verwijzing naar een gynaecoloog, die haar weer doorverwees naar een medisch psycholoog. ‘We hadden een gesprek van drie kwartier over mijn beweegredenen voor de sterilisatie. Ze wilde zeker weten dat het geen beslissing was vanuit een trauma, zoals een miskraam of misbruik. Dat is natuurlijk goed, maar ze had het meeste ook in mijn medisch dossier kunnen lezen. Daar had ze ook kunnen zien dat ik al jaren een sterilisatie wil.’
Aan het eind van het gesprek vroeg Loeka de psycholoog of ze ook weleens mannen op consult had, waarop die ontkennend moest antwoorden.
Loeka: ‘Het was geen vervelend gesprek en het was nodig voor mijn sterilisatie dus ik heb het gedaan, maar ik vond het een onnodige stap. En dat mannen deze stap niet hoeven te maken vind ik gewoon oneerlijk.’
Het blijft de vraag waarom er verschil is in de behandeling van mensen met baarmoeders en met zaadleiders. Deze ongelijkheid lijkt aan te sluiten bij een eeuwenlange traditie waarin vrouwen weinig tot geen zeggenschap hadden over hun eigen lichaam; de autonomie over het eigen lijf is sinds de begindagen van het feminisme een speerpunt, en ook vandaag de dag is er genoeg winst te behalen. Begin dit jaar nog werden de vijf dagen bedenktijd afgeschaft die voorheen verplicht waren voor een abortus. Deze opgelegde bedenktijd werd als ‘betuttelend’ gezien, en het is de vraag of die term niet ook van toepassing is in het proces rondom sterilisatie. Er is in ieder geval weinig sprake van autonomie wanneer een arts voor een volwassen persoon beslist dat die ongeschikt is voor een sterilisatie, afgaand op leeftijd, relatiestatus of aantal kinderen. Vrouwen en anderen met een baarmoeder moeten de gelegenheid krijgen om goeddoordachte beslissingen te maken over hun eigen lichaam, en zelf de verantwoordelijkheid dragen voor het risico op spijt. Net als mannen.
Steun LOVER!
LOVER draait uitsluitend op vrijwilligers en donaties. Wil je dat Nederlands oudste feministische tijdschrift blijft bestaan? Help ons door een (eenmalige) donatie. Elke euro is welkom en wordt gewaardeerd. Meer informatie vind je hier.
Meer LOVER? Volg ons op Twitter, Instagram, LinkedIn en Facebook.