Kaal, kaler, kaalst

Het ideaal van het haarloze lichaam

Anneke Smelik • 11 mrt 2010

Kaal is in: in de westerse cultuur wordt lichaamshaar in rap tempo een nieuw taboe. Terwijl een weelderige haardos op je hoofd een teken is van jeugd, gezondheid en seksuele aantrekkingskracht, wordt ander lichaamshaar vies, lelijk en dierlijk gevonden. Het nieuwe taboe maakt dat we lustig scheren, epileren, harsen dan wel laseren. Waarom eigenlijk?

Het begon ooit met het scheren van vrouwenbenen, maar is nu al gevorderd tot (schaam)haartjes die het daglicht – en de publieke blik – normaliter niet eens aanschouwen. Lichaamshaar is hét nieuwe taboe. Het huidige ideaal is een spiegelglad lichaam, zowel voor vrouwen als mannen. Dat nietsontziende nieuwe ideaal rond het menselijk lichaam komt natuurlijk niet zomaar uit de lucht vallen. Het is getriggerd door een heel scala aan ontwikkelingen – vooral technologische.
De allereerste haarloze lichamen vielen misschien wel waar te nemen in het domein van sport, fitness en bodybuilding. Een haarloos lichaam was aanvankelijk vooral gewenst voor sporters die zijn blootgesteld aan de weerstand van lucht of water, zoals fietsers en zwemmers. Natuurlijk: het effect van het verwijderen van lichaamshaar op snelheid is minimaal. Daarom ontstond de noodzaak van een haarloos lichaam pas toen er meettechnieken werden ontwikkeld die zulke minieme verschillen in tijd kunnen vastleggen. In sport scheelt het letterlijk een haartje wie wint of verliest. Een haarloos lichaam hangt dan ook samen met een hoog tempo in een cultuur die snelheid bewondert.
Een culturele praktijk die de ontwikkeling van het haarloze lichaam verder heeft versterkt, is de cyborg. Deze figuur werd de afgelopen decennia een dominant beeld in de populaire cultuur: sciencefictionfilms, computergames en digitale kunst, maar ook reclame en modefotografie.

Robocop
Een machine heeft geen haar. Het glanzende, gladde oppervlak van de machine, van auto tot computer, heeft een zekere erotische aantrekkingskracht. De gepolijste perfectie van de machine maken het tot een ideaal voor de cyborg; de mens/machine. Uiteraard is die cyborg haarloos. Hier komt ook het ideaal van de bodybuilder om de hoek kijken, want het zijn in de jaren tachtig juist de bodybuilders die cyborgs spelen, zoals Arnold Schwarzenegger, Jean Claude van Damme en Dolph Lundgren. Die hardware cyborg, van Terminator tot RoBo-Cop, brengt het haarloze en gebeeldhouwde lichaam van de bodybuilder samen met het glanzende oppervlak van de machine. In de jaren negentig ontstaat de software cyborg, die een mengsel is van mens en digitaal programma, met nog steeds een even haarloos lichaam – ook een computer heeft immers geen vacht. De acteurs in dit genre cyborgfilms, zoals Keanu Reeves en Jude Law, zijn veel androgyner dan de eerdere cyborgs. Zij belichamen een nieuw, metroseksueel manbeeld: minder macho, met minder ontwikkelde spieren en een zacht en glad lichaam. Ook vrouwen maken hun entree als cyborg, zoals Wynona Ryder in Alien Resurrection en Angelina Jolie als Lara Croft.
Een cyborg kan hardware of software zijn, maar nooit ‘wetware’; al het bloederige en slijmerige dat onmiskenbaar tot een menselijk lichaam behoort en waarvan we walgen of griezelen. Haar behoort onmiskenbaar tot de ‘wetware’ van het lichaam, tot het abjecte dat we vies vinden. Haren in het putje van de wastafel of achtergebleven in een borstel zijn daar een voorbeeld van. Lichaamshaar behoort dan ook niet tot het lichaam van de cyborg, dat glad en glanzend het midden houdt tussen pop en robot. Het ideaal van het haarloze lichaam is in feite nauw verbonden met een hang naar technologie. In onze cultuur heerst een verlangen om met technologie te versmelten. We zijn liever een machine dan een aap. Deze ontwikkeling wordt versterkt door de digitale technologie, omdat hierdoor het menselijk lichaam nog virtueler wordt, verder weg drijft van natuur, in de richting van cultuur.

Photoshop
Er is ook een technologische reden voor haarloosheid in de beeldcultuur. Het was aanvankelijk moeilijk om haar of een vacht digitaal na te bootsen. Daarom gaan de eerste digitale animatiefilms over insecten of speelgoed (Toy Story, Antz, A Bug’s Life); objecten of dieren met een hard, glad en glanzend oppervlak. Inmiddels is de digitale techniek zo ver gevorderd dat haar en vacht goed nagemaakt kunnen worden, zoals in Ice Age te zien is. Maar voor de weergave van menselijke lichaamsbeharing wordt deze nieuwe vondst desondanks niet gebruikt.
Wel wordt diezelfde digitale techniek nu ingezet om het menselijk lichaam zo te manipuleren dat het er altijd volmaakt uit ziet, zonder enige tekortkomingen. Zelfs filmsterren zoals Kate Winslet (wier benen ongevraagd digitaal langer en slanker waren gemaakt voor een omslagfoto op Quote) en fotomodellen zoals Gisele Bündchen hebben commentaar op het onmogelijke schoonheidsideaal dat tegenwoordig in de beeldcultuur met behulp van photoshoppen wordt gepresenteerd. Dat schoonheidsideaal werd al eerder op de hak genomen door kunstenaars. Neem Inez van Lams-weerde met haar bekende serie Thank You Thigh-master uit 1993, waarin zij modepoppen uit de jaren zeventig digitaal bekleedt met een menselijke huid, terwijl de openingen van het lichaam dichtgemaakt zijn. Zo ontstaat een enge disharmonie tussen mens, robot en pop.
Ook Kirsten Geisler heeft met haar Dream of Beauty uit 1999 en Virtual Beauty uit 2002 een dergelijke cyborg-achtige figuur gecreëerd. Bij beide kunstenaressen gaat het om volkomen haarloze lichamen, waarbij Geisler zelfs een haarloos hoofd heeft gemaakt – een beeld dat ook in reclame regelmatig voorkomt.

Biologie als gevreesde 'ander'
Dat de kunstmatigheid van de cyborg nu ook in de populaire beeldcultuur opduikt, laat zien hoezeer het steeds meer een ideaalbeeld wordt, hoe de tendens richting ontlichamelijking en immaterialiteit van de hedendaagse cybercultuur zich ook daarbuiten voortzet. De digitale cultuur roept op tot het verleggen van lichamelijke grenzen en zelfs tot het achterlaten van het materiële lichaam in de virtuele ruimte van cyberspace. Cybercultuur gruwt van de fysieke ‘wetware’ van het lichaam en promoot de totale vrijheid van welke lichamelijke beperkingen dan ook. Het haarloze lichaam is een onderdeel van die posthumane ontwikkeling. Technologie is niet langer de gevreesde ‘ander’, maar eerder het gewenste ideaal dat we ons eigen moeten maken. Vandaar de fusie tussen lichaam en machine. Nu is eerder biologie de gevreesde ‘ander’; als we iets niet willen, dan is het wel lijken op de harige aap waarvan we afstammen.
Wat we wel willen is een mooi lichaam. Naast fit en slank is dat tegenwoordig ook vrij van beharing. Naast vet en verval is ook lichaamshaar een taboe geworden in het schoonheidsideaal dat stevig wordt gepropageerd door de mode- en schoonheidsindustrie. Dat geldt voor beide seksen, zij het nog in verschillende mate.
Zowel vrouwen als mannen internaliseren de schoonheidsidealen die de cultuur voorspiegelt. Het is heel moeilijk om die normen het hoofd te bieden. Je zou bijna van een nauwelijks te ontlopen ideologie kunnen spreken, ware het niet dat hier natuurlijk geen samenhangend systeem of machtsimperium achter zit, maar er sprake is van een langzame ontwikkeling binnen de beeldcultuur die leidt tot onuitgesproken normen.

De harde tepels van Daniel Craig
Het schoonheidsideaal is typisch een kwestie van foucauldiaanse disciplinering in de vorm van zelfregulering en internalisering. Niemand zegt ons dat we zo broodmager moeten zijn als topmodellen, maar dik zijn is wel het nieuwe taboe. Niemand verordonneert dat we allemaal blond moeten zijn met blauwe ogen, maar zwarte vrouwen in de popcultuur verven wel hun haar blond (of dragen een blonde pruik) – van Beyoncé Knowles tot Mariah Carey, Mary J. Blige en Tina Turner. Dé Indiase filmster van dit moment, Aishwarya Rai, heeft groene ogen. Van Naomi Campbell heb ik modereportages gevonden waarin ze blond, steil haar heeft, en andere waarin ze groene of blauwe ogen heeft terwijl haar eigen ogen toch echt donkerbruin zijn.
Net zo goed dicteert niemand dat we haarloos moeten zijn, maar als Julia Roberts in een mouwloze rode glitterjurk verschijnt mét okselhaar wordt het een rel (“de tien schokkendste foto’s van het jaar!”). En allemaal hebben popsterren, filmsterren en fotomodellen een fit en gespierd lichaam. Zachte vrouwelijkheid is uit – met eindelijk sinds vorig jaar als opvallende tegenbeweging de reclamecampagne van Dove die de vrouwelijke rondingen van ‘gewone’ vrouwen viert.
Ook mannen worden aan de dictatuur van de mode onderworpen. Mannen kunnen zich niet meer permitteren om er slonzig, vadsig en behaard bij te lopen. In modefotografie en reclame, maar ook in de laatste James Bondfilm, fungeert het mannelijk lichaam evenzeer als het vrouwelijke als ‘spektakel’. En de nieuwe überseksueel mag dan zeer macho zijn, onbehaard is hij wel.
De feministische journaliste Julie Burchill schreef in 2003 in The Guardian: ‘Vastbesloten gladheid in beide seksen, maar vooral in mannen, duidt op moderniteit, goede manieren en de bereidheid om de koopwaar in de etalage uit te stallen voor vrije inspectie.’ En inderdaad wordt tegenwoordig ook het mannelijke lichaam blootgesteld aan de blik van de kijker. Riep dit aanvankelijk nog homo-erotische connotaties op, zoals in menige parfumreclame, tegenwoordig kan ook de man ‘veilig’ geërotiseerd worden zonder aan mannelijkheid in te boeten, zoals het viriele lustobject Daniel Craig in Casino Royale bijvoorbeeld laat zien. De camera verwijlt bij zijn indrukwekkende – uiteraard haarloze – torso, glijdt langs zijn biceps, toont hem als hij halfnaakt uit de zee verrijst, zoomt in op zijn been op bed en verlustigt zich in zijn harde tepels.

Hollywood wax
Ook de schaamstreek krijgt te maken met het taboe op lichaamshaar. Dit levert een aparte ‘schaamhaarmode’ op. Neem de ‘Hollywood wax’ (helemaal kaal) of patronen zoals het streepje, het driehoekje, het hartje (of zelfs een logo, zoals de controversiële reclamecampagne van Gucci in 2003 liet zien). Het ontbreken van schaamhaar is een recent, hypermodern verschijnsel in onze beeldcultuur. Hoewel degenen die hun schaamstreek ontharen vaak ‘hygiëne’ aanvoeren als reden, speelt hier overduidelijk de invloed van de pornografie. In pornografische films en foto’s wordt de laatste decennia het schaamhaar verwijderd om het vrouwelijke geslachtsorgaan in volle glorie in beeld te brengen -– en om het mannelijke geslachtsorgaan groter te doen lijken. Uiteraard is het schaamscheren ook verbonden met het ‘eeuwig jong’-ideaal van onze cultuur, omdat schaamhaar een teken is van volwassen seksualiteit. Deze nietsontziende visualisering, tot in het miniemste detail en intiemste lichaamsdeel, is in mijn ogen een verontrustend aspect van de huidige beeldcultuur. Het gaat hier om een dwang tot kennis door iets – alles – zichtbaar te maken. Wat niet gezien kan worden, kan niet gekend of beheerst worden. Het lichaam onttrekt zich niet aan die visuele economie, maar is daar onderdeel van geworden.

Pornoficatie
Terwijl geld steeds virtueler (want elektronischer) wordt, nemen beelden de plaats in van ruilmiddel. Het beeld is onze hedendaagse vorm van kapitaal, dat eindeloos circuleert om op waarde te kunnen blijven zonder ooit betekenis te krijgen. Omdat het lichaam onherroepelijk binnen die visuele economie wordt geplaatst, wordt het tot fetisjistische koopwaar, in zowel de freudiaanse (seksuele) als marxistische (kapitalistische) betekenis. Laatkapitalisme houdt in dat het steeds duurder wordt om het lichaam visueel presentabel te maken en te houden: van fitness tot plastische chirurgie, van dure mode op het gebied van kleding en accessoires tot de laatste modes in lichaams- en hoofdhaar.

Wat mij vooral treft is dat het lichaam in zijn beleving afhankelijk wordt van een meedogenloze visualisering. Dit aspect van onze beeldcultuur noem ik wel ‘pornoficatie’. Een pornografische blik heeft ons dagelijkse leven geïnfiltreerd en bespeurt elk haartje dat nog verwijderd had moeten worden. We moeten te allen tijde bereid zijn om ‘om de koopwaar in de etalage uit te stallen voor vrije inspectie’. Wat de obsessie met haar extra precair maakt, is dat haar een lichamelijk grensgebied is. Het bevindt zich direct op de huid en markeert de grens tussen binnen en buiten. Haar trekt ook grenzen tussen mens en dier, mens en machine, man en vrouw, volwassene en kind, gezond en ziek. Het haarloze lichaam verlegt en overschrijdt die grenzen. De grenzen tussen mens en machine, man en vrouw, volwassene en kind vervagen, terwijl de grenzen tussen mens en dier haarscherp getrokken worden. De hypermoderne mens is geen naakte aap meer, maar een naakte machine.

Anneke Smelik is hoogleraar Visuele Cultuur bij de afdeling Algemene Cultuurwetenschappen aan de Radboud Universiteit Nijmegen.

Bijschrift Gucci:
Voor een Gucci-advertentie liet model Carmen Kass haar schaamhaar in de vorm van het Gucci-logo scheren (Vogue, februari 2003)