Lieve Jongen
De White Ribbon Campagne van Emancipator spreekt mannen aan in hun verantwoordelijkheid in de strijd tegen geweld tegen vrouwen. Het is aan mannen om bondgenoot te zijn, hun mannenstemmen te laten horen, en het omvangrijke van dit fenomeen publiekelijk te erkennen. Daarom riepen we mannen op om te schrijven over hun afschuw, woede, onbegrip of inzichten.
Jeroen Keip vraagt zich af of hij wel werkelijk voldoet aan de titel "lieve jongen".
#notallmen, stond er bij de oproep. Natuurlijk niet. Hoe zou dat kunnen? Er zijn genoeg mannen die nooit geweld en intimidatie hebben gebruikt richting vrouwen. Ik ben er één van (incidenten met klasgenootjes op de basisschool daargelaten). Maar ik ben sinds de #MeToo beerput open ging toch van de ene verbazing in de andere gevallen. Wat veel mannen kunnen (en blijkbaar móchten) uithalen bij vrouwen was nieuw voor mij, en onderstreept nog maar eens waar het hebben van macht en het onophoudelijk zoeken naar bevestiging van die macht toe kan leiden. Natuurlijk is er ook een stukje herkenning van flarden van verhalen die ik heb opgevangen door de jaren heen, of geruchten die de ronde deden maar nooit bevestigd werden. Maar de alomtegenwoordigheid van de problemen was mij tot voor kort nooit zo duidelijk.
Tegelijkertijd vraag ik mij af: is dat eigenlijk wel zo? Was het eigenlijk geen gecultiveerde blindheid die zich ook van mij meester had gemaakt? Blindheid door het graag willen geloven van de cover-ups en excuses, het mee knikken met niet kloppende tegenargumenten, het stiekeme denken dat ze "er waarschijnlijk om had gevraagd", en het instemmen met de lezing dat iemand met haar uiterlijk blij mag zijn met elk soort aandacht.
Nu ben ik niet de persoon die hier snel mee geconfronteerd gaat worden. Ik ben de ‘lieve jongen’, het schuchtere type bij wie stoere opmerkingen en machogedrag uit de grote teen moeten komen, of gedragen moeten worden door een mannenkliek om hem heen. Toch heb ook ik door de jaren heen, zeker in mijn studentenjaren, de sterke behoefte gehad om bij zo’n kliek te horen. En daar hoorde het nodige seksisme en objectificatie van vrouwen bij. En een aantal, op één hand te tellen, situaties waar ik misschien niet gewelddadig was, maar mij wel dingen bij meisjes dacht te kunnen veroorloven waar ik achteraf enorm spijt van heb. Mezelf zelfs vertellende dat het oké was omdat ‘anderen veel ergere dingen deden’.
Bij dit besef stopt het alleen niet. De opmerkingen en incidenten waren slechts een deel van de puzzel. Heel vaak is het ook wat ik niet zei, of wat ik liet gebeuren of zelfs aanmoedigde in de vrienden om mij heen. Dat is nog de voornaamste reden waarom #notallmen bij mij schuurt. Woorden en ideeën monden uit in gedrag, en dat is het niveau waarop zelfs de liefste, onschuldigste jongen tekort kan schieten. Het lachen om schunnige opmerkingen en het dulden van objectificatie, of er aan meewerken. Dit zijn ‘non-acties’ die desondanks de cultuur die tot een onveilige wereld voor vrouwen leidt in stand houden, of er nou vrouwen bij aanwezig zijn of niet.
Maar van een goede bondgenoot is precies dat te verwachten: hij houdt zijn handen thuis als dat gewenst is, maar past ook op zijn woorden en duldt het objectificerende gesproken woord niet van anderen, of dat nou individuen of organisaties zijn. Als ik dat zou doen, zou ik de, nog altijd twijfelachtige, titel van ‘lieve jongen’ pas écht verdienen.